de familie van Jan Pol
Sierck Harmens
Sierck Harmens [v-k], geboren tussen 10-1627 en 05-1643 vermoedelijk te Veenklooster, overleden tussen 12-1680 en 09-1694 vermoedelijk te Westergeest.

Sierck Harmens [v-k].
Op 13 mei 1659 heeft Sierk Harmens te Veenklooster een vordering van 150 carg.
Op 6 mei 1666 zijn Sierk Harmens en Grietie Rodmers, echtelieden ,,op het Feen onder Westergeest 410 gg schuldig in verband met de nieuwe inhuring van de door hun gebruikte sate.
Op 29 maart 1667 is hij met zijn zwager Focke Rodmers curator over de weeskinderen van zijn andere zwager Marck Rodmers bij Antie Jans (die hertrouwde met Teecke Meynerts).
1672 03 15 Kollumerland weesboek nr. 97 folio 97. Compareerden Focke Rodmers tot Kollumerzwaag voor hemzelf, Else Ballings als vader en wettige voorstander over zijn kinderen bij wijlen Trijntje Rodmers in echte verwekt, Grietje Rodmers huisvrouw van Sierk Harmens, Oetske Rodmers huisvrouw van Focke Sjoerds, dezelve zo veel als nodig geassisteerd met hun mannen, tesamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Rodmer Marks en Tieets Jurriaans in tijden echtelieden op Kollumerzwaag om te maken scheiding en deling van de landen waarvan Rodmer Marks cum uxore eigenaar was. Zodoende zijn de landen in vier originele delen gelegd en zijn er lootcedullen van gemaakt. In zulks doende is door Focke Rodmers het eerste lot getrokken waarin de navolgende landen getekend waren: Ten eerste zekere drie mad mieden gelegen in de wester lege Bolten op Swagermieden ; en twee mad mieden mede aldaar gelegen tesamen bezwaard met 1½ roede en 3 voet dijks met nog de oostelijke helft van zes roeden veenbey (wei?) in het westeinde van Kollumerzwaag voornoemd gelegen ; en de helft van tien pondematen fenland mede onder Kollummerzwaag gelegen in de grietenij Dantumadeel, vrij van lasten. Bij Else Ballings zekere twee akkers bouwland strekkende van de Heerweg tot aan de Swedde met bomen en plantages ; nog een stukje veenbey(?) en een akker bouwland aan bovengenoemde akkers gelegen tesamen belast met een floreen rente en acht stuivers 12 penningen in de algemene schattinge ; en drie pondematen zijlschatting samen met bovengenoemde twee akkers met reed en drift. Door Grietje Rodmers, gesterkt met haar man, is getrokken het derde lot bestaande uit de volgende landen: ten eerste zekere dardehalf (is 2½) akker bouwland mede op Kollumerzwaag gelegen strekkende van de Heerweg tot achter aan de Swedde met versloting en drie pondematen zijlschatting (zijl is brug of duiker) ; ten tweede in een stukje hoogveen in het westereinde van Kollummerzwaag gelegen ; ten derde een klein schuurtje (huisje) mede aldaar gelegen staande op de landen de pastorie toebehorende voorheen bij voornoemde Rodmer Marks bewoond doch staande op een erf bruick?, waaraf hij geen acties zal mogen pretenderen. Insgelijks het vierde lot getrokken door Oetske Rodmers geassisteerd met haar man bestaande uit de navolgende landen: ten eerste de westerhelft van de voornoemde veenbeyen en de helft van de tien pondematen fenland beide hiervoor.
in het lot van Focke Rodmers geëxpresseerd, vrij van lasten ; ten tweede in twee pondematen mede in de westeregge op Swagermieden gelegen ; ten derde in twee pondematen mieden mede op Swagermieden op de westerbolten gelegen en nog een mad mieden op de oosterbolten tesamen bezwaard met met een oord floreen en anderhalve roede en drie voet dijksflorenen ; doch in den expresse geconditioneerd so den landen met swoerdere en meerdere lasten mochten zijn beswaert als hierboven bij ieder lot is geexpresseert zulks sal komen tot gemene lasten gelijk ook so bij interest. Volgen handtekeningen van Else Ballings, Focke Rodmers, Grietie Rodmers en Oetske Rodmers.
Op 29 april 1678 vindt er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Harmen Jacobs, op verzoek van de beide meerderjarige zoons uit het eerste huwelijk, Jacob, huisman te Oudwoude, en Sierk, huisman te Westergeest, en van Jacobus Vomelius, predikant te Oudwoude, als curator over de vier kinderen uit het tweede huwelijk met Aeffcke Liuwes. Harmen Jacobs woonde het laatst op Boickema (Bootsma) op het West van Kollum, ook omschreven als aan de Kollumerlaan. Uit de nalatenschap krijgen Jacob en Sierk ,,bij lottinge een drietal akkers toegewezen, en hun drie halfbroers en hun halfzuster een zestal akkers. Van de levende have meen ik 9 koeien en 3 merries te moeten noemen. Bij de inboedel worden vermeld 2 testamenten met een psalmboek (blijkbaar in één band) en een psalmboek. De gezinsleden kunnen blijkbaar lezen. Het op 27 maart 1678 gehouden boelgoed bracht ruim 538 carg op. Daarbij kwam een ,,verschot op de huizinge van 750 carg, waartegenover aan uitschulden rond 220 carg staan genoteerd. Op 24 mei 1678 volgt de scheiding. De weduwe krijgt de levende have, huismansgereedschappen, meubilair enz. toegewezen, maar moet aan elk van de 6 kinderen op 1 mei 1679 betalen ruim 200 carg en aan haar vier eigen kinderen daarenboven ieder ruim 15 carg. In margine van de akte staan de kwijtingen van Jacob en Sierk Harmens d.d. 12 mei 1679.
Op 19 mei 1679 leende het echtpaar 150 gg aan Focke Sioerts en Oetske Rodmers (zuster van de vrouw), echtelieden te Kollumerzwaag.
Op 9 dec. 1680 blijkt Aeffke Lyuwes, wed. Harmen Jacobs, opnieuw getrouwd te zijn met Pytter Harryts Bennema. Ook met deze man woont zij op Boickema te Kollum. Haar netto-inbreng is 1905 carg 18 st 6 p, die van de man 189 carg 5 st. De stiefzoon Sierk Harmens is voormomber over haar 4 kinderen bij Harmen Jacobs. Het echtpaar zal deze kinderen uit de profijten van haar bezit alimenteren en onderhouden ; de kinderen zullen krijgen drank, kleding en ,,redinge, en zullen leren lezen en schrijven, werk en werkwijze leren, totdat zij 14 jaar zullen zijn.
Authorisaties Kollumerland, Nr. 310, 22 sep 1694: Ouders: Sierk Harmens (overleden) en Grijtie Rodmers, weduwe, op 't Veen o/d Westergeest (overleden). Kurator: Hindrick Minses, Kollumerzwaag. Kinderen: Tieert in het 23ste jaar, Rodmer, 19 jaar en Harmen Sierx in het 15de jaar. Opm.: Om met de meerderjarige broers en zuster te procederen omtrent de scheiding en deling.
Op 22 sept. 1694 heeft er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Grytie Rodmers. Als curator over de drie nog minderiarige kinderen treedt op Hendrik Minses man van His Popkes, vermoedelijk de dochter van Popcke Waelckes, eerder genoemd Tot de bezittingen behoren, naast de van de ouders van de vrouw afkomstige derde half akker bouwland onder Kollumerzwaag, een akker en een bolt bouwland onder Oudwoude, 4 roeden leijen onder Kollumerzwaag-westeinde in Dantumadeel, 6 koeien 2 paarden etc, 4 winterzwijnen, huismannegereedschap, een bijbel en enige oude boeken. In de spaarpot van Harmen Sierx zitten een ducaton, een daalder, 2 goudguldens en 11 goede schellingen. De erfenis bedraagt voor de zes kinderen zuiver 1539 caroli 15 st 4 p.
1694 11 Kollumerland weesboek folio 212. Bijsitter Jan Beerns. Betreft goederen van Grietje Rodmers overleden, wed. van Sierk Harmens, overleden, op 't Veen. Curator Hendrik Meinses over Tietske 23, Rodmer 19 en Harmen Sierx 15 jaar. Voorts Aafke Sierx getrouwd met Ebe Hanses, mr. wagenmaker te K.zwaag, Mark Sierx en Gerit Sierx bij Driesumerzijl
.

trouwt voor 05-1666 vermoedelijk te Westergeest, (ontbonden door overlijden tussen 12-1680 en 09-1694 vermoedelijk te Veenklooster)
met

Grytie Rodmers [v-k], dochter van Rodmer Marckx [v-kk] en Tieets Jurriens [v-kk], geboren voor 05-1650 vermoedelijk te Kollumerzwaag, overleden in 09-1694 vermoedelijk te Westergeest.

Grytie Rodmers [v-k].
Op 6 mei 1666 zijn Sierk Harmens en Grietie Rodmers, echtelieden ,,op het Feen onder Westergeest 410 gg schuldig in verband met de nieuwe inhuring van de door hun gebruikte sate.
1672 03 15 Kollumerland weesboek nr. 97 folio 97. Compareerden Focke Rodmers tot Kollumerzwaag voor hemzelf, Else Ballings als vader en wettige voorstander over zijn kinderen bij wijlen Trijntje Rodmers in echte verwekt, Grietje Rodmers huisvrouw van Sierk Harmens, Oetske Rodmers huisvrouw van Focke Sjoerds, dezelve zo veel als nodig geassisteerd met hun mannen, tesamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Rodmer Marks en Tieets Jurriaans in tijden echtelieden op Kollumerzwaag om te maken scheiding en deling van de landen waarvan Rodmer Marks cum uxore eigenaar was. Zodoende zijn de landen in vier originele delen gelegd en zijn er lootcedullen van gemaakt. In zulks doende is door Focke Rodmers het eerste lot getrokken waarin de navolgende landen getekend waren: Ten eerste zekere drie mad mieden gelegen in de wester lege Bolten op Swagermieden ; en twee mad mieden mede aldaar gelegen tesamen bezwaard met 1½ roede en 3 voet dijks met nog de oostelijke helft van zes roeden veenbey (wei?) in het westeinde van Kollumerzwaag voornoemd gelegen ; en de helft van tien pondematen fenland mede onder Kollummerzwaag gelegen in de grietenij Dantumadeel, vrij van lasten. Bij Else Ballings zekere twee akkers bouwland strekkende van de Heerweg tot aan de Swedde met bomen en plantages ; nog een stukje veenbey(?) en een akker bouwland aan bovengenoemde akkers gelegen tesamen belast met een floreen rente en acht stuivers 12 penningen in de algemene schattinge ; en drie pondematen zijlschatting samen met bovengenoemde twee akkers met reed en drift. Door Grietje Rodmers, gesterkt met haar man, is getrokken het derde lot bestaande uit de volgende landen: ten eerste zekere dardehalf (is 2½) akker bouwland mede op Kollumerzwaag gelegen strekkende van de Heerweg tot achter aan de Swedde met versloting en drie pondematen zijlschatting (zijl is brug of duiker) ; ten tweede in een stukje hoogveen in het westereinde van Kollummerzwaag gelegen ; ten derde een klein schuurtje (huisje) mede aldaar gelegen staande op de landen de pastorie toebehorende voorheen bij voornoemde Rodmer Marks bewoond doch staande op een erf bruick?, waaraf hij geen acties zal mogen pretenderen. Insgelijks het vierde lot getrokken door Oetske Rodmers geassisteerd met haar man bestaande uit de navolgende landen: ten eerste de westerhelft van de voornoemde veenbeyen en de helft van de tien pondematen fenland beide hiervoor.
in het lot van Focke Rodmers geëxpresseerd, vrij van lasten ; ten tweede in twee pondematen mede in de westeregge op Swagermieden gelegen ; ten derde in twee pondematen mieden mede op Swagermieden op de westerbolten gelegen en nog een mad mieden op de oosterbolten tesamen bezwaard met met een oord floreen en anderhalve roede en drie voet dijksflorenen ; doch in den expresse geconditioneerd so den landen met swoerdere en meerdere lasten mochten zijn beswaert als hierboven bij ieder lot is geexpresseert zulks sal komen tot gemene lasten gelijk ook so bij interest. Volgen handtekeningen van Else Ballings, Focke Rodmers, Grietie Rodmers en Oetske Rodmers.
27-10-1672: Egbert Jans volle oom van moederswege en Focke Rodmers volle oom van vaderswege cur. over Hiltie Merx 18 jaar en haar broer Jan Merx weeskinderen wijlen Antie Jans en Marck Rodmers en over haren mi. ja. halfzusters bij Taecke Meinerts in echte getogen, om met Taecke Meynerts te maken scheydinge en delinge van de goederen.
Authorisaties Kollumerland, Nr. 310, 22 sep 1694: Ouders: Sierk Harmens (overleden) en Grijtie Rodmers, weduwe, op 't Veen o/d Westergeest (overleden). Kurator: Hindrick Minses, Kollumerzwaag. Kinderen: Tieert in het 23ste jaar, Rodmer, 19 jaar en Harmen Sierx in het 15de jaar. Opm.: Om met de meerderjarige broers en zuster te procederen omtrent de scheiding en deling.
Op 22 sept. 1694 heeft er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Grytie Rodmers. Als curator over de drie nog minderiarige kinderen treedt op Hendrik Minses man van His Popkes, vermoedelijk de dochter van Popcke Waelckes, eerder genoemd Tot de bezittingen behoren, naast de van de ouders van de vrouw afkomstige derde half akker bouwland onder Kollumerzwaag, een akker en een bolt bouwland onder Oudwoude, 4 roeden leijen onder Kollumerzwaag-westeinde in Dantumadeel, 6 koeien 2 paarden etc, 4 winterzwijnen, huismannegereedschap, een bijbel en enige oude boeken. In de spaarpot van Harmen Sierx zitten een ducaton, een daalder, 2 goudguldens en 11 goede schellingen. De erfenis bedraagt voor de zes kinderen zuiver 1539 caroli 15 st 4 p.
1694 11 Kollumerland weesboek folio 212. Bijsitter Jan Beerns. Betreft goederen van Grietje Rodmers overleden, wed. van Sierk Harmens, overleden, op 't Veen. Curator Hendrik Meinses over Tietske 23, Rodmer 19 en Harmen Sierx 15 jaar. Voorts Aafke Sierx getrouwd met Ebe Hanses, mr. wagenmaker te K.zwaag, Mark Sierx en Gerit Sierx bij Driesumerzijl
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Aefke*1669 Westergeest †1694 Kollumerzwaag 25
Marck*1669 Westergeest †1720 Westergeest 51
Gerrit*1669 Westergeest †1701 Kollumerzwaag 31
Tietske*1671 Westergeest †1716 Oudwoude 45
Rodmer*1675 Westergeest †1728 Westergeest 53
Harmen*1679 Veenklooster †1717 Kollumerzwaag 38


Aaltje Klaassens Poll
Aaltje Klaassens Poll [a-1], geboren op donderdag 03-08-1826 te Niezijl, overleden op donderdag 21-09-1826 te Niezijl.


Grytie Rodmers
Grytie Rodmers [v-k], geboren voor 05-1650 vermoedelijk te Kollumerzwaag, overleden in 09-1694 vermoedelijk te Westergeest.

Grytie Rodmers [v-k].
Op 6 mei 1666 zijn Sierk Harmens en Grietie Rodmers, echtelieden ,,op het Feen onder Westergeest 410 gg schuldig in verband met de nieuwe inhuring van de door hun gebruikte sate.
1672 03 15 Kollumerland weesboek nr. 97 folio 97. Compareerden Focke Rodmers tot Kollumerzwaag voor hemzelf, Else Ballings als vader en wettige voorstander over zijn kinderen bij wijlen Trijntje Rodmers in echte verwekt, Grietje Rodmers huisvrouw van Sierk Harmens, Oetske Rodmers huisvrouw van Focke Sjoerds, dezelve zo veel als nodig geassisteerd met hun mannen, tesamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Rodmer Marks en Tieets Jurriaans in tijden echtelieden op Kollumerzwaag om te maken scheiding en deling van de landen waarvan Rodmer Marks cum uxore eigenaar was. Zodoende zijn de landen in vier originele delen gelegd en zijn er lootcedullen van gemaakt. In zulks doende is door Focke Rodmers het eerste lot getrokken waarin de navolgende landen getekend waren: Ten eerste zekere drie mad mieden gelegen in de wester lege Bolten op Swagermieden ; en twee mad mieden mede aldaar gelegen tesamen bezwaard met 1½ roede en 3 voet dijks met nog de oostelijke helft van zes roeden veenbey (wei?) in het westeinde van Kollumerzwaag voornoemd gelegen ; en de helft van tien pondematen fenland mede onder Kollummerzwaag gelegen in de grietenij Dantumadeel, vrij van lasten. Bij Else Ballings zekere twee akkers bouwland strekkende van de Heerweg tot aan de Swedde met bomen en plantages ; nog een stukje veenbey(?) en een akker bouwland aan bovengenoemde akkers gelegen tesamen belast met een floreen rente en acht stuivers 12 penningen in de algemene schattinge ; en drie pondematen zijlschatting samen met bovengenoemde twee akkers met reed en drift. Door Grietje Rodmers, gesterkt met haar man, is getrokken het derde lot bestaande uit de volgende landen: ten eerste zekere dardehalf (is 2½) akker bouwland mede op Kollumerzwaag gelegen strekkende van de Heerweg tot achter aan de Swedde met versloting en drie pondematen zijlschatting (zijl is brug of duiker) ; ten tweede in een stukje hoogveen in het westereinde van Kollummerzwaag gelegen ; ten derde een klein schuurtje (huisje) mede aldaar gelegen staande op de landen de pastorie toebehorende voorheen bij voornoemde Rodmer Marks bewoond doch staande op een erf bruick?, waaraf hij geen acties zal mogen pretenderen. Insgelijks het vierde lot getrokken door Oetske Rodmers geassisteerd met haar man bestaande uit de navolgende landen: ten eerste de westerhelft van de voornoemde veenbeyen en de helft van de tien pondematen fenland beide hiervoor.
in het lot van Focke Rodmers geëxpresseerd, vrij van lasten ; ten tweede in twee pondematen mede in de westeregge op Swagermieden gelegen ; ten derde in twee pondematen mieden mede op Swagermieden op de westerbolten gelegen en nog een mad mieden op de oosterbolten tesamen bezwaard met met een oord floreen en anderhalve roede en drie voet dijksflorenen ; doch in den expresse geconditioneerd so den landen met swoerdere en meerdere lasten mochten zijn beswaert als hierboven bij ieder lot is geexpresseert zulks sal komen tot gemene lasten gelijk ook so bij interest. Volgen handtekeningen van Else Ballings, Focke Rodmers, Grietie Rodmers en Oetske Rodmers.
27-10-1672: Egbert Jans volle oom van moederswege en Focke Rodmers volle oom van vaderswege cur. over Hiltie Merx 18 jaar en haar broer Jan Merx weeskinderen wijlen Antie Jans en Marck Rodmers en over haren mi. ja. halfzusters bij Taecke Meinerts in echte getogen, om met Taecke Meynerts te maken scheydinge en delinge van de goederen.
Authorisaties Kollumerland, Nr. 310, 22 sep 1694: Ouders: Sierk Harmens (overleden) en Grijtie Rodmers, weduwe, op 't Veen o/d Westergeest (overleden). Kurator: Hindrick Minses, Kollumerzwaag. Kinderen: Tieert in het 23ste jaar, Rodmer, 19 jaar en Harmen Sierx in het 15de jaar. Opm.: Om met de meerderjarige broers en zuster te procederen omtrent de scheiding en deling.
Op 22 sept. 1694 heeft er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Grytie Rodmers. Als curator over de drie nog minderiarige kinderen treedt op Hendrik Minses man van His Popkes, vermoedelijk de dochter van Popcke Waelckes, eerder genoemd Tot de bezittingen behoren, naast de van de ouders van de vrouw afkomstige derde half akker bouwland onder Kollumerzwaag, een akker en een bolt bouwland onder Oudwoude, 4 roeden leijen onder Kollumerzwaag-westeinde in Dantumadeel, 6 koeien 2 paarden etc, 4 winterzwijnen, huismannegereedschap, een bijbel en enige oude boeken. In de spaarpot van Harmen Sierx zitten een ducaton, een daalder, 2 goudguldens en 11 goede schellingen. De erfenis bedraagt voor de zes kinderen zuiver 1539 caroli 15 st 4 p.
1694 11 Kollumerland weesboek folio 212. Bijsitter Jan Beerns. Betreft goederen van Grietje Rodmers overleden, wed. van Sierk Harmens, overleden, op 't Veen. Curator Hendrik Meinses over Tietske 23, Rodmer 19 en Harmen Sierx 15 jaar. Voorts Aafke Sierx getrouwd met Ebe Hanses, mr. wagenmaker te K.zwaag, Mark Sierx en Gerit Sierx bij Driesumerzijl
.

trouwt voor 05-1666 vermoedelijk te Westergeest, (ontbonden door overlijden tussen 12-1680 en 09-1694 vermoedelijk te Veenklooster)
met

Sierck Harmens [v-k], zoon van Harmen Jacobs [v-kk] en Aeff Siercks [v-kk], geboren tussen 10-1627 en 05-1643 vermoedelijk te Veenklooster, overleden tussen 12-1680 en 09-1694 vermoedelijk te Westergeest.

Sierck Harmens [v-k].
Op 13 mei 1659 heeft Sierk Harmens te Veenklooster een vordering van 150 carg.
Op 6 mei 1666 zijn Sierk Harmens en Grietie Rodmers, echtelieden ,,op het Feen onder Westergeest 410 gg schuldig in verband met de nieuwe inhuring van de door hun gebruikte sate.
Op 29 maart 1667 is hij met zijn zwager Focke Rodmers curator over de weeskinderen van zijn andere zwager Marck Rodmers bij Antie Jans (die hertrouwde met Teecke Meynerts).
1672 03 15 Kollumerland weesboek nr. 97 folio 97. Compareerden Focke Rodmers tot Kollumerzwaag voor hemzelf, Else Ballings als vader en wettige voorstander over zijn kinderen bij wijlen Trijntje Rodmers in echte verwekt, Grietje Rodmers huisvrouw van Sierk Harmens, Oetske Rodmers huisvrouw van Focke Sjoerds, dezelve zo veel als nodig geassisteerd met hun mannen, tesamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Rodmer Marks en Tieets Jurriaans in tijden echtelieden op Kollumerzwaag om te maken scheiding en deling van de landen waarvan Rodmer Marks cum uxore eigenaar was. Zodoende zijn de landen in vier originele delen gelegd en zijn er lootcedullen van gemaakt. In zulks doende is door Focke Rodmers het eerste lot getrokken waarin de navolgende landen getekend waren: Ten eerste zekere drie mad mieden gelegen in de wester lege Bolten op Swagermieden ; en twee mad mieden mede aldaar gelegen tesamen bezwaard met 1½ roede en 3 voet dijks met nog de oostelijke helft van zes roeden veenbey (wei?) in het westeinde van Kollumerzwaag voornoemd gelegen ; en de helft van tien pondematen fenland mede onder Kollummerzwaag gelegen in de grietenij Dantumadeel, vrij van lasten. Bij Else Ballings zekere twee akkers bouwland strekkende van de Heerweg tot aan de Swedde met bomen en plantages ; nog een stukje veenbey(?) en een akker bouwland aan bovengenoemde akkers gelegen tesamen belast met een floreen rente en acht stuivers 12 penningen in de algemene schattinge ; en drie pondematen zijlschatting samen met bovengenoemde twee akkers met reed en drift. Door Grietje Rodmers, gesterkt met haar man, is getrokken het derde lot bestaande uit de volgende landen: ten eerste zekere dardehalf (is 2½) akker bouwland mede op Kollumerzwaag gelegen strekkende van de Heerweg tot achter aan de Swedde met versloting en drie pondematen zijlschatting (zijl is brug of duiker) ; ten tweede in een stukje hoogveen in het westereinde van Kollummerzwaag gelegen ; ten derde een klein schuurtje (huisje) mede aldaar gelegen staande op de landen de pastorie toebehorende voorheen bij voornoemde Rodmer Marks bewoond doch staande op een erf bruick?, waaraf hij geen acties zal mogen pretenderen. Insgelijks het vierde lot getrokken door Oetske Rodmers geassisteerd met haar man bestaande uit de navolgende landen: ten eerste de westerhelft van de voornoemde veenbeyen en de helft van de tien pondematen fenland beide hiervoor.
in het lot van Focke Rodmers geëxpresseerd, vrij van lasten ; ten tweede in twee pondematen mede in de westeregge op Swagermieden gelegen ; ten derde in twee pondematen mieden mede op Swagermieden op de westerbolten gelegen en nog een mad mieden op de oosterbolten tesamen bezwaard met met een oord floreen en anderhalve roede en drie voet dijksflorenen ; doch in den expresse geconditioneerd so den landen met swoerdere en meerdere lasten mochten zijn beswaert als hierboven bij ieder lot is geexpresseert zulks sal komen tot gemene lasten gelijk ook so bij interest. Volgen handtekeningen van Else Ballings, Focke Rodmers, Grietie Rodmers en Oetske Rodmers.
Op 29 april 1678 vindt er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Harmen Jacobs, op verzoek van de beide meerderjarige zoons uit het eerste huwelijk, Jacob, huisman te Oudwoude, en Sierk, huisman te Westergeest, en van Jacobus Vomelius, predikant te Oudwoude, als curator over de vier kinderen uit het tweede huwelijk met Aeffcke Liuwes. Harmen Jacobs woonde het laatst op Boickema (Bootsma) op het West van Kollum, ook omschreven als aan de Kollumerlaan. Uit de nalatenschap krijgen Jacob en Sierk ,,bij lottinge een drietal akkers toegewezen, en hun drie halfbroers en hun halfzuster een zestal akkers. Van de levende have meen ik 9 koeien en 3 merries te moeten noemen. Bij de inboedel worden vermeld 2 testamenten met een psalmboek (blijkbaar in één band) en een psalmboek. De gezinsleden kunnen blijkbaar lezen. Het op 27 maart 1678 gehouden boelgoed bracht ruim 538 carg op. Daarbij kwam een ,,verschot op de huizinge van 750 carg, waartegenover aan uitschulden rond 220 carg staan genoteerd. Op 24 mei 1678 volgt de scheiding. De weduwe krijgt de levende have, huismansgereedschappen, meubilair enz. toegewezen, maar moet aan elk van de 6 kinderen op 1 mei 1679 betalen ruim 200 carg en aan haar vier eigen kinderen daarenboven ieder ruim 15 carg. In margine van de akte staan de kwijtingen van Jacob en Sierk Harmens d.d. 12 mei 1679.
Op 19 mei 1679 leende het echtpaar 150 gg aan Focke Sioerts en Oetske Rodmers (zuster van de vrouw), echtelieden te Kollumerzwaag.
Op 9 dec. 1680 blijkt Aeffke Lyuwes, wed. Harmen Jacobs, opnieuw getrouwd te zijn met Pytter Harryts Bennema. Ook met deze man woont zij op Boickema te Kollum. Haar netto-inbreng is 1905 carg 18 st 6 p, die van de man 189 carg 5 st. De stiefzoon Sierk Harmens is voormomber over haar 4 kinderen bij Harmen Jacobs. Het echtpaar zal deze kinderen uit de profijten van haar bezit alimenteren en onderhouden ; de kinderen zullen krijgen drank, kleding en ,,redinge, en zullen leren lezen en schrijven, werk en werkwijze leren, totdat zij 14 jaar zullen zijn.
Authorisaties Kollumerland, Nr. 310, 22 sep 1694: Ouders: Sierk Harmens (overleden) en Grijtie Rodmers, weduwe, op 't Veen o/d Westergeest (overleden). Kurator: Hindrick Minses, Kollumerzwaag. Kinderen: Tieert in het 23ste jaar, Rodmer, 19 jaar en Harmen Sierx in het 15de jaar. Opm.: Om met de meerderjarige broers en zuster te procederen omtrent de scheiding en deling.
Op 22 sept. 1694 heeft er inventarisatie plaats in het sterfhuis van Grytie Rodmers. Als curator over de drie nog minderiarige kinderen treedt op Hendrik Minses man van His Popkes, vermoedelijk de dochter van Popcke Waelckes, eerder genoemd Tot de bezittingen behoren, naast de van de ouders van de vrouw afkomstige derde half akker bouwland onder Kollumerzwaag, een akker en een bolt bouwland onder Oudwoude, 4 roeden leijen onder Kollumerzwaag-westeinde in Dantumadeel, 6 koeien 2 paarden etc, 4 winterzwijnen, huismannegereedschap, een bijbel en enige oude boeken. In de spaarpot van Harmen Sierx zitten een ducaton, een daalder, 2 goudguldens en 11 goede schellingen. De erfenis bedraagt voor de zes kinderen zuiver 1539 caroli 15 st 4 p.
1694 11 Kollumerland weesboek folio 212. Bijsitter Jan Beerns. Betreft goederen van Grietje Rodmers overleden, wed. van Sierk Harmens, overleden, op 't Veen. Curator Hendrik Meinses over Tietske 23, Rodmer 19 en Harmen Sierx 15 jaar. Voorts Aafke Sierx getrouwd met Ebe Hanses, mr. wagenmaker te K.zwaag, Mark Sierx en Gerit Sierx bij Driesumerzijl
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Aefke*1669 Westergeest †1694 Kollumerzwaag 25
Marck*1669 Westergeest †1720 Westergeest 51
Gerrit*1669 Westergeest †1701 Kollumerzwaag 31
Tietske*1671 Westergeest †1716 Oudwoude 45
Rodmer*1675 Westergeest †1728 Westergeest 53
Harmen*1679 Veenklooster †1717 Kollumerzwaag 38


Sierk Harmens
Sierk Harmens [f-k], geboren voor 12-1707 te Kollumerzwaag, overleden na 01-1734 vermoedelijk te Augsbuurt.

Sierk Harmens [f-k].
Op 8-12-1728 blijken beide echtelieden, Harmen en Eelkjen te zijn overleden, de kinderen erven van hun grootvader Karsjen Gerrijts, overleden bij Veenklooster. De zoon Sierk is dan meerderjarig, de dochters Grijtje en Aagtje Harmens worden vertegenwoordigd door hun curator Ete Dirks.
Op 10-01-1734 wordt hun zoon Hendrik gedoopt te Augsbuurt
.

trouwt voor 11-1731 te Kollumerzwaag
met

Aukjen Hendriks [e-k], geboren voor 11-1715 te Kollumerzwaag, overleden na 01-1734 vermoedelijk te Augsbuurt.

Aukjen Hendriks [e-k].
op 10-01-1734 wordt hun zoon Hendrik gedoopt te Augsbuurt.


Kornelia Pluister
Kornelia Pluister [a-1], geboren op zondag 02-09-1827 te Zuidhorn, overleden op zondag 26-04-1829 te Zuidhorn.