IJdt Wiggles (Ida) Hania [f-p]
IJdt Wiggles (Ida) Hania [f-p]
IJdt Wiggles (Ida) Hania [f-p], geboren in 1479 te Weidum, overleden in 1540 te Swichum.

IJdt Wiggles (Ida) Hania [f-p].
Naam.
-->| Haar naam komt van Jan Jellema.
-->| Zij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15, 143).
Geboorte.
-->| In juni 1503 huwt zij te Swichum, en als ik vooralsnog aanneem dat zij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is zij geboren tussen 01-06-1463 en 30-06-1487. Volgens Simon Wierstra geeft een noot in deel 2 van het Stamboek van den Frieschen vroegeren en lateren adel als geboortejaar 1479. Ik heb deze digitaal niet kunnen vinden.
Huwelijk.
-->| Haar huwelijksdatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 143).
Overlijden.
-->| In 1536 erft zij de Hania-state en in maart 1544 overlijdt haar weduwnaar Folkert die na haar dood nog twee kinderen heeft gekregen. Zij is dan waarschijnlijk overleden vóór 30-03-1542. De Friesche Volks-Almanak voor 1843 geeft als overlijdensjaar 1540.
Gebeurtenissen.
-->| 1516: Lieuwe en Eeck vluchten naar Leeuwarden, waar zij intrekken bij haar zuster Ida en waar hij, evenals zijn zwager Broer Hanya (nr. E-IIIc), aan een zware depressie overlijdt.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| E-IIIj. Ida, dochter van Wigle Hanya, vrouw van Folckert Aytta. Ida, de jongste dochter van genoemde Wigle Hanya en Rints Bonninga, is, na de dood van deze Wigle, door haar moeder Rints en haar broer Broer in 1503 uitgehuwelijkt aan Folckert van Aytta.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-IVd. Folckert Aytta en zijn negen kinderen. Folckert was de vierde zoon. (Er waren ook andere [kinderen] van deze naam, die eerder stierven ; vanwaar men pleegt te zeggen dat degene die deze naam droeg, spoedig zou sterven. Hij heeft echter de leeftijd van zestig jaar bereikt, hij was namelijk geboren in 1489 {lees: 1484} omstreeks het feest van de heilige Mattheus [21 september] en overleden in het jaar 1544 in de maand maart.) Hij liet zeven kinderen na uit Ida Hanya en later uit een zekere Wobbel een zoon Folckert, proost van Bethune, en een dochter [Maria]. Hij trouwde in het jaar 1503.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-Vh. [Maria en Folckert Aytta]. Folckert [Aytta] dan verwekte, nadat zijn echtgenote [Ida Hanya] was overleden, tijdens zijn weduwnaarschap bij de concubine Wobbel twee kinderen: Maria die alleen een dochter Ida [Aytta] naliet, en een zoon mr. Folckert, proost van Bethune en kanunnik van Sint Bavo te Gent. Maria en Folkaert, natuurlijke kinderen van "wylen Folckaert Aytta van Zuychem, by hem geprocreërt aen den lichaem van eenen vrauw persoon genaempt Vobbel, beyde doen vry ende ongebonden wesende" worden in 1553 gelegitimeerd.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| G-Ia. Broer Bonninga, de grootvader van moederszijde van Ida van Hanya. De grootvader aan moederszijde van Ida van Hanya, de vrouw van Folckert [Aytta], was Broer Bonninga. Als moeder had hij N.N. Albada, dochter van Hille Albada.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| G-IIe. Rints Bonninga, de vrouw van Wigle Hanya. Broer Bonninga liet twee getrouwde dochters na, namelijk Rints, getrouwd met Wigle Hanya (nr. E-IIc), en zo de moeder van Ida Hanya.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Tzyets Reynarda, de grootmoeder van moederszijde van Ida Hanya. Ida's grootmoeder van moederszijde was Tzyets Reynarda, de vrouw van Broer Bonninga en een dochter van Oege Reynarda, die haar als enige uit een eerder huwelijk gewon.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Wopke Eekhoff schreef in 1846 over dit huis ondermeer: "De Hertog van Saksen bezat in der tijd hier in de nabijheid nog een aanzienlijk gebouw, dat wij, regt over Andringahuis, aan de overzijde der Oudegracht, op de Weaze aantreffen. Oorspronkelijk was het door het adellijk geslacht MONTZIMA gesticht, en Hertog GEORG bewoonde het, of was er althans eigenaar van, toen hij het in den jare 1515, uit vorstelijke milddadigheid, schonk aan FOLKERT AYTTA en zijne vrouw YDT HANIA, nadat de door hen bewoonde hoeve Barrahuis, onder Wirdum, in den strijd tegen de Gelderschen gedeeltelijk verbrand was geworden. Na hun overlijden is dit huis, hetwelk sedert ook Ayttahuis wordt genoemd, ten deel gevallen aan hunnen tweeden zoon, den grooten geleerde en staatsman VIGLIUS VAN AYTTA VAN SWICHEM, die thans de hooge waardigheden van President van den Geheimen Raad der Nederlanden te Brussel en Zegelbewaarder des Keizers bekleedt, en onlangs tot Ridder van het Gulden Vlies verheven is.
(bron: stinseninfriesland.nl/MontzimahuisLeeuwarden).
-->| De heer VAN HALMAEL schreef daarover in de Friesche Volks-Almanak voor 1843: "Op dat hertoglijk huis waren Folkert en IJdt sedert in staat, herbergzaamheid en gastvrijheid, twee hoofddeugden, zoo van hen als van de Friezen in het algemeen, aan velen ruimschoots uit te oefenen, en in het bijzonder, aan menig een hunner, almede door de rampen des oorlogs ongelukkig geworden bloedverwanten. Op hetzelve borgen zich Lieuwe van Tjepma, met Eeck zijne huisvrouw en zuster van IJdt, met zijn kroost, en Broer (van Tjepma - JL), der laatstgemelden broeder, en beide mannen werden er het offer van naargeestigheid, welke hen langzaam ten grave sleepte. Op dat huis schonk ook IJdt haren Folckert nog drie telgen: twee dochters, Mints en Saep, en een zoon Gerbrant, en eindigde zij hare dagen in het jaar 1540.".
(bron: Nieuwe Friesche Volksalmanak 1843, blz 53)
.

trouwt in 06-1503 te Swichum, (ontbonden door overlijden in 1540 te Leeuwarden)
met

Folkert Gerbrants Aytta [e-p], geboren in 09-1484 vermoedelijk te Swichum, overleden in 03-1544 te Swichum.

Folkert Gerbrants Aytta [e-p].
Naam.
-->| Zijn naam komt van Jan Jellema.
-->| Hij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15,143).
Geboorte.
-->| Zijn geboortedatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15).
Huwelijk.
-->| Zijn huwelijksdatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 143).
Overlijden.
-->| Zijn overlijdensdatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15).
Gebeurtenissen.
-->| 1511: Folkert Gerbenz pacht een sate te [Barrahuis onder] Wirdum met 24 pm zaadland, 37 pm meden en 40 pm fennen voor 60 fl. van het Bergumer klooster en daarnaast nog 13 pm meden van Sydts Jelderdts voor 6½ fl.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1511: Folckert Gerbenz, Ona [Tzalings Wyarda], her Rolyff en Anttie verhuren als landheren een sate te Wirdum voor 31 fl. en 7 st. aan Feycka Rydtsensz.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1511: Folkert bezit een aandeel van 5 fl. in [Helvardera] sate te Roordahuizum.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1511: "Folkert meister Bwko broer myt syn adherenten" is eigenaar van een sate te Loënga, die voor 27 fl. en 16 st. wordt verpacht aan Jan Heertsz.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 28-01-1515: Jancko Douwama legert zich met andere Geldersgezinde hoofdelingen en 400 "huysluyden" op Barrahuis tegen de Leeuwarders, waarbij Folckerts boerderij wordt leeggeroofd en platgebrand. Folckert neemt daarop later dat jaar zijn intrek op Mintzimahuis aan de Weaze te Leeuwarden, dat hem als compensatie door hertog Georg van Saksen ter beschikking wordt gesteld en waar hij anderhalf jaar heeft geresideerd. Vervolgens heeft hij in het huis van de Leeuwarder burger Snitser Jancka gewoond, verhuist hij in 1519 naar Goutum en vestigt hij zich eerst in 1523 opnieuw te Barrahuis.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 07-1515: Oebele Vries stelt dat Folckert Aytta identiek is aan Folckart Adgaersz/ Agtger/Aggens/Aggama, die in juli 1515 met heerschappen en steden in Friesland wordt ontslagen van de eed aan de hertog van Saksen gedaan en trouw zweert aan de prins van Spanje, de toekomstige keizer Karel V. Vries komt tot zijn bewering door te veronderstellen dat Folckert Aytta tot de heerschappen zal zijn gerekend omdat hij met de hoofdelingendochter Ida Hanya is getrouwd. Daar zijn vraagtekens bij te plaatsen: zo zijn Ida's broers in juli 1515 niet van de partij en evenmin behoren zij tot de geprivilegieerde heerschappen. Aan de andere kant dient zich geen andere Folckert aan die wél achter deze hoofdeling schuil kan gaan.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 02-04-1527: Folckert to Barrahuys procedeert als mede-volmacht van mr. Beerndt Bucho [Aytta] (nr. A-IVa).
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 08-08-1537: Folkert Aytta wordt door rooms-koning Ferdinand in de adelstand verheven.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1540: Folcquert Ayte pacht voor 50 fl. een sate [Schierhuis] met 5 pm zaadland en 160 pm fennen en meden van het convent van Oldeklooster, die in 1511 werd verhuurd aan Tyaert Hettema (nr. A-Vc).
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1543: Folckert Gerbrandtsz thoe Wyrdum bezit een sate te Loënga en wordt hij als naastligger te Swichum en Roordahuizum vermeld.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-IVd. Folckert Aytta en zijn negen kinderen. Folckert was de vierde zoon. (Er waren ook andere [kinderen] van deze naam, die eerder stierven ; vanwaar men pleegt te zeggen dat degene die deze naam droeg, spoedig zou sterven. Hij heeft echter de leeftijd van zestig jaar bereikt, hij was namelijk geboren in 1489 {lees: 1484} omstreeks het feest van de heilige Mattheus [21 september] en overleden in het jaar 1544 in de maand maart.) Hij liet zeven kinderen na uit Ida Hanya en later uit een zekere Wobbel een zoon Folckert, proost van Bethune, en een dochter [Maria]. Hij trouwde in het jaar 1503.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-Vh. [Maria en Folckert Aytta]. Folckert [Aytta] dan verwekte, nadat zijn echtgenote [Ida Hanya] was overleden, tijdens zijn weduwnaarschap bij de concubine Wobbel twee kinderen: Maria die alleen een dochter Ida [Aytta] naliet, en een zoon mr. Folckert, proost van Bethune en kanunnik van Sint Bavo te Gent. Maria en Folkaert, natuurlijke kinderen van "wylen Folckaert Aytta van Zuychem, by hem geprocreërt aen den lichaem van eenen vrauw persoon genaempt Vobbel, beyde doen vry ende ongebonden wesende" worden in 1553 gelegitimeerd.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| E-IIIj. Ida, dochter van Wigle Hanya, vrouw van Folckert Aytta. Ida, de jongste dochter van genoemde Wigle Hanya en Rints Bonninga, is, na de dood van deze Wigle, door haar moeder Rints en haar broer Broer in 1503 uitgehuwelijkt aan Folckert van Aytta.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| G-Ia. Broer Bonninga, de grootvader van moederszijde van Ida van Hanya. De grootvader aan moederszijde van Ida van Hanya, de vrouw van Folckert[Aytta], was Broer Bonninga. Als moeder had hij N.N. Albada, dochter van Hille Albada.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Wopke Eekhoff schreef in 1846 over dit huis ondermeer: "De Hertog van Saksen bezat in der tijd hier in de nabijheid nog een aanzienlijk gebouw, dat wij, regt over Andringahuis, aan de overzijde der Oudegracht, op de Weaze aantreffen. Oorspronkelijk was het door het adellijk geslacht MONTZIMA gesticht, en Hertog GEORG bewoonde het, of was er althans eigenaar van, toen hij het in den jare 1515, uit vorstelijke milddadigheid, schonk aan FOLKERT AYTTA en zijne vrouw YDT HANIA, nadat de door hen bewoonde hoeve Barrahuis, onder Wirdum, in den strijd tegen de Gelderschen gedeeltelijk verbrand was geworden. Na hun overlijden is dit huis, hetwelk sedert ook Ayttahuis wordt genoemd, ten deel gevallen aan hunnen tweeden zoon, den grooten geleerde en staatsman VIGLIUS VAN AYTTA VAN SWICHEM, die thans de hooge waardigheden van President van den Geheimen Raad der Nederlanden te Brussel en Zegelbewaarder des Keizers bekleedt, en onlangs tot Ridder van het Gulden Vlies verheven is.
(bron: stinseninfriesland.nl/MontzimahuisLeeuwarden).
-->| De heer VAN HALMAEL schreef daarover in de Friesche Volks-Almanak voor 1843: "Op dat hertoglijk huis waren Folkert en IJdt sedert in staat, herbergzaamheid en gastvrijheid, twee hoofddeugden, zoo van hen als van de Friezen in het algemeen, aan velen ruimschoots uit te oefenen, en in het bijzonder, aan menig een hunner, almede door de rampen des oorlogs ongelukkig geworden bloedverwanten. Op hetzelve borgen zich Lieuwe van Tjepma, met Eeck zijne huisvrouw en zuster van IJdt, met zijn kroost, en Broer (van Tjepma - JL), der laatstgemelden broeder, en beide mannen werden er het offer van naargeestigheid, welke hen langzaam ten grave sleepte. Op dat huis schonk ook IJdt haren Folckert nog drie telgen: twee dochters, Mints en Saep, en een zoon Gerbrant, en eindigde zij hare dagen in het jaar 1540.".
(bron: Nieuwe Friesche Volksalmanak 1843, blz 53)
.


Folckert Gerbeths "de oude" Aytta [v-p]
Folckert Gerbeths "de oude" Aytta [v-p], geboren midden 01-1367 vermoedelijk te Swichum, overleden midden 01-1457 vermoedelijk te Roordahuizum.

Folckert Gerbeths "de oude" Aytta [v-p].
Naam.
-->| Zijn naam komt van Jan Jellema.
-->| Hij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15).
Geboorte.
-->| Zijn kleinzoon Gerbrant leeft in 1440 te Roordahuizum. En als ik vooralsnog aanneem dat hij minstens zestien jaar oud is geweest, en dat zijn vader Fercke minstens zestien jaar oud is geweest bij zijn geboorte en dat Folckert bij de geboorte van Fercke ook minstens zestien jaar oud is geweest, dan is hij geboren vóór 1392. Zijn zoon Fercke overlijdt in 1460 te Warga, en als ik vooralsnog aanneem dat hij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan negentig jaar oud is geweest, dan is hij geboren tussen 1370 en 1444. Als ik aanneem dat Folckert bij zijn geboorte minstens zestien jaar oud is geweest en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is hij geboren na de periode 1330 en 1354. Folckert is dan geboren tussen 1342 en 1392.
Overlijden.
-->| Folckert is geboren tussen 1342 en 1392, en als ik vooralsnog aanneem dat hij niet ouder dan negentig jaar oud is geworden, dan is hij overleden vóór de periode tussen 1432 en 1482.
Gebeurtenissen.
-->| A-I. Folckert Aytta de oude en zijn drie kinderen. Folckert Aytta, de zoon van Gerbren Aytta en Jets Bucama, had als grootvader aan vaderszijde Ferricus of Ferck Aytta. Diens vader was Folckert Aytta de oude, de zoon van Gerbe of Gerbren en Auck Aytta; [Folckert] die drie kinderen had: genoemde Ferck en twee dochters. Van deze [dochters] trouwde de ene met Ludolphus of Lieuwe, de vader van Sibe Tyepma; de andere met Douwe, de zoon van Geke van Winya te Roordahuizum, [ook] Gekinga genoemd; uit deze [dochter] is Bote Gekinga geboren, de vader van mr. Sydts, vicaris te Roordahuizum, en van Pibe, de vader van Dominicus Pibes, burgemeester van Leeuwarden. Derhalve waren Gerbe Aytta, Sibe Tyepma en Bote Gekinga volle neven, zonen namelijk van een broer en twee zusters.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Als stamouders worden Gerbod en Auck Aytta, eind 14de eeuw te Roordahuizum, genoemd. Auck was in de 16de eeuw nog bekend door een in de familie bewaard testament. Van het bij Aytta gelegen goed Helvardera meende men later dat het uit de vrouwelijke lijn was aangeërfd. Een zoon van Gerbod en Auck was Folcart Aytta. Een dochter van Folcart trouwde met een eigenerfde boer in Roordahuizum. Een andere dochter trouwde met Ludolf Tjepnia op Tjepma state te Roordahuizum;.
(bron: stinseninfriesland.nl/AyttaStateRoordahuizum)
.


3 kinderen:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Fercke Folckerts*1389 Swichum †1460 Warga 70
- Folckerts*1385 Roordahuizum †1473 Roordahuizum 88
- Folckerts*1385 Roordahuizum †1473 Wirdum (Fr) 88


Kunje Hekkema [g-d]
Kunje Hekkema [g-d], geboren op donderdag 15-09-1831 te Zuidhorn, overleden op vrijdag 29-06-1866 te Zuidhorn.

Kunje Hekkema [g-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar man Sijbe van 05-10-1867 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Naaister (1859), Zonder (1866).
Geboorte.
-->| 16-09-1831: N° 24: Op heden den zestienden September achttienhonderd eenendertig, des avonds te zeven uren, is voor mij Burgemeester, Officier van den burgerlijken stand der Gemeente Zuidhorn, Kwartier en Provincie Groningen, gecompareerd, Gerrit Jakobs Hettema, oud dertig jaren, van beroep Arbeider, wonende te Zuidhorn, dewelke verklaarde dat op donderdag den vijftienden September dezes jaars, des voormiddags te tien uren in de behuizing nummer 61, staande te Zuidhorn, aan het schipperspad, geboren is een kind van het vrouwelijk geslacht, hetwelk hij ons voorstelde, verklarende aan hetzelve den voornaam te willen geven van Kunje, en welk kind geboren is uit deszelfs echtgenoote Trijntje Berends Split, oud zesentwintig jaren, Arbeidster, wonende mede te Zuidhorn. Welke verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Tonnis Harms Poppema, oud zeventig jaren, verwer en Glazenmaker, en Jan Eppes van der Veer, oud zes en zestig jaren, Winkelier, wonende beide te Zuidhorn. En hebben de comparant en getuigen deze acte met mij, na voorlezing, geteekend.
Huwelijk.
-->| 30-04-1859: 4: Op heden den dertigsten April achttienhonderd negenenvijftig zijn voor mij Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, in het Gemeentehuis alhier verschenen: Sijbe Linzes de Vries, oud éénendertig jaren, molenaarsknecht, geboren te Surhuisterveen, Grietenij Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende te Enumatil onder Zuidhorn, meerderjarige zoon van Linze Jans de Vries en Wijtske Sijbes Overzet, in leven echtelieden en arbeiders te Surhuisterveen, bruidegom ter eene, en Kunje Hekkema, oud zevenentwintig jaren, naaister geboren en wonende mede te Zuidhorn, meerderjarige dochter van Gerrit Jakobs Hekkema en Trijntje Berents Split, ehelieden en arbeiders onder Zuidhorn, zijnde de vader en moeder hierbij tegenwoordig hunne toestemming tot dit huwelijk gevende, bruid ter andere zijde; welke mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige verhindering zijn afgeloopen op zondag den zevenen April achttienhonderd en negenenvijftig en op zondag den vierentwintigsten April achttienhonderd negenenvijftig daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uuren en gedurende den tijd bij de wet bepaald, openlijk aangeplakt geweest en tot dat einde aan mij hebben overgelegd, hunne geboorteacten, benevens het certificaat dat de bruidegom heeft voldaan aan zijne verpligting ten aanzien van de Nationale Militie. Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd of zij elkander aannemen als echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen door de wet aan den huwelijken staat verbonden, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, in naam der wet, dat zijlieden door het huwelijk vereenigd zijn. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud eenenzestig .. tig jaren, Gemeente Ontvanger, Hendrik Sibrands Hoven, oud tweeenvijftig jaren, Kastelein, Johannes Everhardus Uges, oud achtendertig jaren, Brigadier der Rijksveldwacht, en Gerardus Alettus Nagtglas Versteeg, oud vijf en dertig jaren, veldwachter, alle vier wonende te Zuidhorn, onverwante en hiertoe door partijen verzochte getuigen, die deze acte benevens den bruidegom, bruid en bruids vader met mij, na voorlezing, hebben onderteekend, verklarende bruids moeder wegens gebrekkig onderwijs niet te kunnen schrijven of teekenen.
Overlijden.
-->| 29-06-1866: N° 34: Op heden den negenentwintigsten Junij achttienhonderd zes en zestig, zijn voor mij Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen: Zacharias Venema, oud twee en zestig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Zuidhorn, onverwant van de overledene, en Jakob Korringa, oud zes en dertig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Zuidhorn, onverwant van de overledene, dewelke verklaarden dat op vrijdag den negentwintigsten Junij dezes jaars, des morgens te acht uren, te Zuidhorn, binnen deze gemeente, overleden is: Kunje Hekkema, oud vier en dertig jaren, van beroep zonder beroep, geboren te Zuidhorn, laatst gewoond hebbende te Zuidhorn, in leven echtgenoote van Siebe de Vries, Watermolenaar aldaar, dochter van Gerrit Jakob Hekkema en Trijntje Berents Split, ehelieden en Landbouwers onder Zuidhorn. En hebben de aangevers deze acte nevens mij, na voorlezing, onderteekend
.

trouwt op zaterdag 30-04-1859 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op vrijdag 29-06-1866 te Zuidhorn)
met

Sijbe Linzes de Vries [e-d], geboren op donderdag 21-02-1828 te Surhuisterveen, overleden op dinsdag 17-04-1917 te Zuidhorn, trouwt (2) op zaterdag 05-10-1867 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op zondag 24-01-1892 te Zuidhorn) met Maria Joanna Son [f-d], dochter van Hindrik Dorus Son [v-d] en Annechien Jans Woldijk [v-d], geboren op zondag 19-04-1840 te Zuidhorn, overleden op zondag 24-01-1892 te Zuidhorn.

Sijbe Linzes de Vries [e-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Maria van 25-01-1892 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Molenaarsknecht (1859), Watermolenaar (1866-1867), Molenaar (1875).
Geboorte.
-->| 23-02-1828: 36: In het jaar Een duizend acht honderd achtentwintig, den drieentwintigsten der maand Februarij des middags ten twaalf uren, is voor ons Grietman Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij van Achtkarspelen PROVINCIE VRIESLAND, gecompareerd Lenze Jans de Vries, van beroep arbeider, oud een en dertig jaren, woonachtig te Surhuisterveen, in dezen grietenij, welke ons heeft verklaard, dat uit hem comparant en deszelfs huisvrouw Wijtske Sijbes Overzet, van beroep arbeidster op den een en twintigsten dag der tegenwoordige maand Februarij, des nademiddags om twee uren een kind van het mannelijk geslacht is geboren onder den dorpe Surhuisterveen evengemeld, aan welk kind hij declarant verklaard heeft de voornamen van Sijbe Linzes te willen geven. Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Marten Jans de Vries, oud twee en dertig jaren van beroep boer wonende te Surhuisterveen meergemeld en van Pieter van Veen oud drie en veertig jaren Tolhuis bediende van deze Grietenij woonachtig te Buitenpost. En hebben de beide getuigen deze akte van geboorte nadat dezelve was voorgelezen, nevens ons onderteekend als hebbende de declarant vader op onze daartoe gedane aanvrage verklaard niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 30-04-1859: 4: Op heden den dertigsten April achttienhonderd negenenvijftig zijn voor mij Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, in het Gemeentehuis alhier verschenen: Sijbe Linzes de Vries, oud éénendertig jaren, molenaarsknecht, geboren te Surhuisterveen, Grietenij Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende te Enumatil onder Zuidhorn, meerderjarige zoon van Linze Jans de Vries en Wijtske Sijbes Overzet, in leven echtelieden en arbeiders te Surhuisterveen, bruidegom ter eene, en Kunje Hekkema, oud zevenentwintig jaren, naaister geboren en wonende mede te Zuidhorn, meerderjarige dochter van Gerrit Jakobs Hekkema en Trijntje Berents Split, ehelieden en arbeiders onder Zuidhorn, zijnde de vader en moeder hierbij tegenwoordig hunne toestemming tot dit huwelijk gevende, bruid ter andere zijde; welke mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige verhindering zijn afgeloopen op zondag den zevenen April achttienhonderd en negenenvijftig en op zondag den vierentwintigsten April achttienhonderd negenenvijftig daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uuren en gedurende den tijd bij de wet bepaald, openlijk aangeplakt geweest en tot dat einde aan mij hebben overgelegd, hunne geboorteacten, benevens het certificaat dat de bruidegom heeft voldaan aan zijne verpligting ten aanzien van de Nationale Militie. Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd of zij elkander aannemen als echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen door de wet aan den huwelijken staat verbonden, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, in naam der wet, dat zijlieden door het huwelijk vereenigd zijn. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud eenenzestig .. tig jaren, Gemeente Ontvanger, Hendrik Sibrands Hoven, oud tweeenvijftig jaren, Kastelein, Johannes Everhardus Uges, oud achtendertig jaren, Brigadier der Rijksveldwacht, en Gerardus Alettus Nagtglas Versteeg, oud vijf en dertig jaren, veldwachter, alle vier wonende te Zuidhorn, onverwante en hiertoe door partijen verzochte getuigen, die deze acte benevens den bruidegom, bruid en bruids vader met mij, na voorlezing, hebben onderteekend, verklarende bruids moeder wegens gebrekkig onderwijs niet te kunnen schrijven of teekenen.
-->| 05-10-1867: N° 26: Op heden zaturdag den vijfden October des jaars achttienhonderd zeven en zestig, zijn voor mij Jacobus Homan, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, Arrondissement en Provincie Groningen, in het Gemeentehuis te Zuidhorn, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Sijbe Linzes de Vries, oud negen en dertig jaren, watermolenaar, geboren te Surhuisterveen, Gemeente Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende onder Zuidhorn, weduwenaar van Kunje Hekkema, meerderjarige zoon van wijlen Linze Jans de Vries en wijlen Wijtske Sijbes Overzet, in leven ehelieden en Arbeiders te Surhuisterveen voornoemd, ter eenre, en Maria Joanna Son, oud zevenentwintig jaren, Dienstmeid, geboren en wonende mede onder Zuidhorn, meerderjarige dochter van Hindrik Doris Son, Koperslager, en Annechien Jans Woldijk, Arbeidster, ehelieden, wonende te Zuidhorn, ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige stuiting zijn afgeloopen, te weten: de eerste op Zondag den vijftienden September dezes jaars en de tweede op zondag den twee en twintigsten September daaraan volgende telkens des middags te twaalf uren, en tot dat einde aan mij hebben overgelegd: hunnen geboorteacten, de acte wegens het overlijden van de vorige echtgenoote des bruidegoms, het aan den bruidegom afgegeven bewijs van voldoening aan zijne verpligting omtrent de Nationale Militie en het proces verbaal van den Kantonregter te Zuidhorn in dato den derden October jongstleden, houdende niet verschijning van den vader, strekkende ten bewijze dat de bij de wet is deze gevorderde tusschenkomst van den Regter, ten behoeve van de bruid, heeft plaats gehad, ter verkrijging der toestemming van haren vader. Dien..Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij deze, in naam der wet, dat zij lieden door het huwelijk zijn vereenigd. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud negen en zestig jaren, Gemeente Ontvanger, Gerardus Albertus Nagtglas Versteeg, oud drie en veertig jaren, Veldwachter, Klaas Kuipers, oud negen en dertig jaren, van beroep smid, en Geert Zijlstra, oud een en dertig jaren, Broodbakker, wonende alle vier te Zuidhorn, onverwant en als hiertoe door partijen verzochte getuigen. En hebben de comparanten en getuigen deze acte, nevens mij, na voorlezing, onderteekend.
Overlijden.
-->| 18-04-1917: No. 17: Heden den achttienden April negentienhonderd en zeventien, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Zuidhorn, Hendrik Vondeling, oud vijftig jaren, schoonmaker, wonende te Zuidhorn, en Fokke Leistra, oud achtendertig jaren, veldwachter, wonende te Noordhorn, die aangifte deden, dat den zeventienden April dezes jaars, des voormiddags te drie uur, is overleden Sijbe Linzes de Vries oud negentachtig jaren, zonder beroep, geboren te Achtkarspelen, wonende te Zuidhorn, weduwnaar van Johanna Maria Son, zoon van Linze Jans de Vries en Wijtske Sijbes Overzet, beiden overleden. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
.


Sijbe Linzes de Vries [e-d]
Sijbe Linzes de Vries [e-d], geboren op donderdag 21-02-1828 te Surhuisterveen, overleden op dinsdag 17-04-1917 te Zuidhorn.

Sijbe Linzes de Vries [e-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Maria van 25-01-1892 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Molenaarsknecht (1859), Watermolenaar (1866-1867), Molenaar (1875).
Geboorte.
-->| 23-02-1828: 36: In het jaar Een duizend acht honderd achtentwintig, den drieentwintigsten der maand Februarij des middags ten twaalf uren, is voor ons Grietman Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij van Achtkarspelen PROVINCIE VRIESLAND, gecompareerd Lenze Jans de Vries, van beroep arbeider, oud een en dertig jaren, woonachtig te Surhuisterveen, in dezen grietenij, welke ons heeft verklaard, dat uit hem comparant en deszelfs huisvrouw Wijtske Sijbes Overzet, van beroep arbeidster op den een en twintigsten dag der tegenwoordige maand Februarij, des nademiddags om twee uren een kind van het mannelijk geslacht is geboren onder den dorpe Surhuisterveen evengemeld, aan welk kind hij declarant verklaard heeft de voornamen van Sijbe Linzes te willen geven. Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Marten Jans de Vries, oud twee en dertig jaren van beroep boer wonende te Surhuisterveen meergemeld en van Pieter van Veen oud drie en veertig jaren Tolhuis bediende van deze Grietenij woonachtig te Buitenpost. En hebben de beide getuigen deze akte van geboorte nadat dezelve was voorgelezen, nevens ons onderteekend als hebbende de declarant vader op onze daartoe gedane aanvrage verklaard niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 30-04-1859: 4: Op heden den dertigsten April achttienhonderd negenenvijftig zijn voor mij Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, in het Gemeentehuis alhier verschenen: Sijbe Linzes de Vries, oud éénendertig jaren, molenaarsknecht, geboren te Surhuisterveen, Grietenij Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende te Enumatil onder Zuidhorn, meerderjarige zoon van Linze Jans de Vries en Wijtske Sijbes Overzet, in leven echtelieden en arbeiders te Surhuisterveen, bruidegom ter eene, en Kunje Hekkema, oud zevenentwintig jaren, naaister geboren en wonende mede te Zuidhorn, meerderjarige dochter van Gerrit Jakobs Hekkema en Trijntje Berents Split, ehelieden en arbeiders onder Zuidhorn, zijnde de vader en moeder hierbij tegenwoordig hunne toestemming tot dit huwelijk gevende, bruid ter andere zijde; welke mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige verhindering zijn afgeloopen op zondag den zevenen April achttienhonderd en negenenvijftig en op zondag den vierentwintigsten April achttienhonderd negenenvijftig daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uuren en gedurende den tijd bij de wet bepaald, openlijk aangeplakt geweest en tot dat einde aan mij hebben overgelegd, hunne geboorteacten, benevens het certificaat dat de bruidegom heeft voldaan aan zijne verpligting ten aanzien van de Nationale Militie. Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd of zij elkander aannemen als echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen door de wet aan den huwelijken staat verbonden, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, in naam der wet, dat zijlieden door het huwelijk vereenigd zijn. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud eenenzestig . tig jaren, Gemeente Ontvanger, Hendrik Sibrands Hoven, oud tweeenvijftig jaren, Kastelein, Johannes Everhardus Uges, oud achtendertig jaren, Brigadier der Rijksveldwacht, en Gerardus Alettus Nagtglas Versteeg, oud vijf en dertig jaren, veldwachter, alle vier wonende te Zuidhorn, onverwante en hiertoe door partijen verzochte getuigen, die deze acte benevens den bruidegom, bruid en bruids vader met mij, na voorlezing, hebben onderteekend, verklarende bruids moeder wegens gebrekkig onderwijs niet te kunnen schrijven of teekenen.
-->| 05-10-1867: N° 26: Op heden zaturdag den vijfden October des jaars achttienhonderd zeven en zestig, zijn voor mij Jacobus Homan, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, Arrondissement en Provincie Groningen, in het Gemeentehuis te Zuidhorn, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Sijbe Linzes de Vries, oud negen en dertig jaren, watermolenaar, geboren te Surhuisterveen, Gemeente Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende onder Zuidhorn, weduwenaar van Kunje Hekkema, meerderjarige zoon van wijlen Linze Jans de Vries en wijlen Wijtske Sijbes Overzet, in leven ehelieden en Arbeiders te Surhuisterveen voornoemd, ter eenre, en Maria Joanna Son, oud zevenentwintig jaren, Dienstmeid, geboren en wonende mede onder Zuidhorn, meerderjarige dochter van Hindrik Doris Son, Koperslager, en Annechien Jans Woldijk, Arbeidster, ehelieden, wonende te Zuidhorn, ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige stuiting zijn afgeloopen, te weten: de eerste op Zondag den vijftienden September dezes jaars en de tweede op zondag den twee en twintigsten September daaraan volgende telkens des middags te twaalf uren, en tot dat einde aan mij hebben overgelegd: hunnen geboorteacten, de acte wegens het overlijden van de vorige echtgenoote des bruidegoms, het aan den bruidegom afgegeven bewijs van voldoening aan zijne verpligting omtrent de Nationale Militie en het proces verbaal van den Kantonregter te Zuidhorn in dato den derden October jongstleden, houdende niet verschijning van den vader, strekkende ten bewijze dat de bij de wet is deze gevorderde tusschenkomst van den Regter, ten behoeve van de bruid, heeft plaats gehad, ter verkrijging der toestemming van haren vader. Dien.Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij deze, in naam der wet, dat zij lieden door het huwelijk zijn vereenigd. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud negen en zestig jaren, Gemeente Ontvanger, Gerardus Albertus Nagtglas Versteeg, oud drie en veertig jaren, Veldwachter, Klaas Kuipers, oud negen en dertig jaren, van beroep smid, en Geert Zijlstra, oud een en dertig jaren, Broodbakker, wonende alle vier te Zuidhorn, onverwant en als hiertoe door partijen verzochte getuigen. En hebben de comparanten en getuigen deze acte, nevens mij, na voorlezing, onderteekend.
Overlijden.
-->| 18-04-1917: No. 17: Heden den achttienden April negentienhonderd en zeventien, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Zuidhorn, Hendrik Vondeling, oud vijftig jaren, schoonmaker, wonende te Zuidhorn, en Fokke Leistra, oud achtendertig jaren, veldwachter, wonende te Noordhorn, die aangifte deden, dat den zeventienden April dezes jaars, des voormiddags te drie uur, is overleden Sijbe Linzes de Vries oud negentachtig jaren, zonder beroep, geboren te Achtkarspelen, wonende te Zuidhorn, weduwnaar van Johanna Maria Son, zoon van Linze Jans de Vries en Wijtske Sijbes Overzet, beiden overleden. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
.

trouwt (1) op zaterdag 30-04-1859 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op vrijdag 29-06-1866 te Zuidhorn)
met

Kunje Hekkema [g-d], geboren op donderdag 15-09-1831 te Zuidhorn, overleden op vrijdag 29-06-1866 te Zuidhorn.

Kunje Hekkema [g-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar man Sijbe van 05-10-1867 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Naaister (1859), Zonder (1866).
Geboorte.
-->| 16-09-1831: N° 24: Op heden den zestienden September achttienhonderd eenendertig, des avonds te zeven uren, is voor mij Burgemeester, Officier van den burgerlijken stand der Gemeente Zuidhorn, Kwartier en Provincie Groningen, gecompareerd, Gerrit Jakobs Hettema, oud dertig jaren, van beroep Arbeider, wonende te Zuidhorn, dewelke verklaarde dat op donderdag den vijftienden September dezes jaars, des voormiddags te tien uren in de behuizing nummer 61, staande te Zuidhorn, aan het schipperspad, geboren is een kind van het vrouwelijk geslacht, hetwelk hij ons voorstelde, verklarende aan hetzelve den voornaam te willen geven van Kunje, en welk kind geboren is uit deszelfs echtgenoote Trijntje Berends Split, oud zesentwintig jaren, Arbeidster, wonende mede te Zuidhorn. Welke verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Tonnis Harms Poppema, oud zeventig jaren, verwer en Glazenmaker, en Jan Eppes van der Veer, oud zes en zestig jaren, Winkelier, wonende beide te Zuidhorn. En hebben de comparant en getuigen deze acte met mij, na voorlezing, geteekend.
Huwelijk.
-->| 30-04-1859: 4: Op heden den dertigsten April achttienhonderd negenenvijftig zijn voor mij Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, in het Gemeentehuis alhier verschenen: Sijbe Linzes de Vries, oud éénendertig jaren, molenaarsknecht, geboren te Surhuisterveen, Grietenij Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende te Enumatil onder Zuidhorn, meerderjarige zoon van Linze Jans de Vries en Wijtske Sijbes Overzet, in leven echtelieden en arbeiders te Surhuisterveen, bruidegom ter eene, en Kunje Hekkema, oud zevenentwintig jaren, naaister geboren en wonende mede te Zuidhorn, meerderjarige dochter van Gerrit Jakobs Hekkema en Trijntje Berents Split, ehelieden en arbeiders onder Zuidhorn, zijnde de vader en moeder hierbij tegenwoordig hunne toestemming tot dit huwelijk gevende, bruid ter andere zijde; welke mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige verhindering zijn afgeloopen op zondag den zevenen April achttienhonderd en negenenvijftig en op zondag den vierentwintigsten April achttienhonderd negenenvijftig daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uuren en gedurende den tijd bij de wet bepaald, openlijk aangeplakt geweest en tot dat einde aan mij hebben overgelegd, hunne geboorteacten, benevens het certificaat dat de bruidegom heeft voldaan aan zijne verpligting ten aanzien van de Nationale Militie. Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd of zij elkander aannemen als echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen door de wet aan den huwelijken staat verbonden, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, in naam der wet, dat zijlieden door het huwelijk vereenigd zijn. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud eenenzestig . tig jaren, Gemeente Ontvanger, Hendrik Sibrands Hoven, oud tweeenvijftig jaren, Kastelein, Johannes Everhardus Uges, oud achtendertig jaren, Brigadier der Rijksveldwacht, en Gerardus Alettus Nagtglas Versteeg, oud vijf en dertig jaren, veldwachter, alle vier wonende te Zuidhorn, onverwante en hiertoe door partijen verzochte getuigen, die deze acte benevens den bruidegom, bruid en bruids vader met mij, na voorlezing, hebben onderteekend, verklarende bruids moeder wegens gebrekkig onderwijs niet te kunnen schrijven of teekenen.
Overlijden.
-->| 29-06-1866: N° 34: Op heden den negenentwintigsten Junij achttienhonderd zes en zestig, zijn voor mij Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen: Zacharias Venema, oud twee en zestig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Zuidhorn, onverwant van de overledene, en Jakob Korringa, oud zes en dertig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Zuidhorn, onverwant van de overledene, dewelke verklaarden dat op vrijdag den negentwintigsten Junij dezes jaars, des morgens te acht uren, te Zuidhorn, binnen deze gemeente, overleden is: Kunje Hekkema, oud vier en dertig jaren, van beroep zonder beroep, geboren te Zuidhorn, laatst gewoond hebbende te Zuidhorn, in leven echtgenoote van Siebe de Vries, Watermolenaar aldaar, dochter van Gerrit Jakob Hekkema en Trijntje Berents Split, ehelieden en Landbouwers onder Zuidhorn. En hebben de aangevers deze acte nevens mij, na voorlezing, onderteekend
.

trouwt (2) op zaterdag 05-10-1867 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op zondag 24-01-1892 te Zuidhorn)
met

Maria Joanna Son [f-d], dochter van Hindrik Dorus Son [v-d] en Annechien Jans Woldijk [v-d], geboren op zondag 19-04-1840 te Zuidhorn, overleden op zondag 24-01-1892 te Zuidhorn.

Maria Joanna Son [f-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar geboorteacte van 21-04-1840 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1867), Zonder (1892).
Geboorte.
-->| 21-04-1840: N° 27: Op heden den een en twintigsten April achttien honderd en veertig, is voor ons Burgemeester der Gemeente Zuidhorn, Ambtenaar van den burgerlijken stand, verschenen: Hindrik Doris Son, oud zeven en dertig jaren, Ketelboeter, wonende aan den achterweg te Zuidhorn, nummer zes en zestig; dewelke verklaarde dat op zondag den negentienden April dezes jaars, des avonds te elf uren, ten zijnen woonhuize, uit deszelfs echtgenoote Annechien Jans Woldijk, oud negenendertig jaren, zonder beroep, wonende mede te Zuidhorn, geboren is een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetzelve de voornamen zijn gegeven van Maria Joanna. Welke verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Stoffer Tietema, oud veertig jaren, Koopman, en Sieger van der Wilp, oud twee en vijftig jaren, Arbeider van beroep wonende beiden te Zuidhorn, als geburen en hiertoe verzochte getuigen. En hebben de comparante en de eerste getuige, verklarende de tweede genoemde niet te kunnen schrijven, deze acte nevens mij, na voorlezing, onderteekend.
Huwelijk.
-->| 05-10-1867: N° 26: Op heden zaturdag den vijfden October des jaars achttienhonderd zeven en zestig, zijn voor mij Jacobus Homan, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Zuidhorn, Arrondissement en Provincie Groningen, in het Gemeentehuis te Zuidhorn, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Sijbe Linzes de Vries, oud negen en dertig jaren, watermolenaar, geboren te Surhuisterveen, Gemeente Achtkarspelen, Provincie Vriesland, wonende onder Zuidhorn, weduwenaar van Kunje Hekkema, meerderjarige zoon van wijlen Linze Jans de Vries en wijlen Wijtske Sijbes Overzet, in leven ehelieden en Arbeiders te Surhuisterveen voornoemd, ter eenre, en Maria Joanna Son, oud zevenentwintig jaren, Dienstmeid, geboren en wonende mede onder Zuidhorn, meerderjarige dochter van Hindrik Doris Son, Koperslager, en Annechien Jans Woldijk, Arbeidster, ehelieden, wonende te Zuidhorn, ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder eenige stuiting zijn afgeloopen, te weten: de eerste op Zondag den vijftienden September dezes jaars en de tweede op zondag den twee en twintigsten September daaraan volgende telkens des middags te twaalf uren, en tot dat einde aan mij hebben overgelegd: hunnen geboorteacten, de acte wegens het overlijden van de vorige echtgenoote des bruidegoms, het aan den bruidegom afgegeven bewijs van voldoening aan zijne verpligting omtrent de Nationale Militie en het proces verbaal van den Kantonregter te Zuidhorn in dato den derden October jongstleden, houdende niet verschijning van den vader, strekkende ten bewijze dat de bij de wet is deze gevorderde tusschenkomst van den Regter, ten behoeve van de bruid, heeft plaats gehad, ter verkrijging der toestemming van haren vader. Dien..Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij deze, in naam der wet, dat zij lieden door het huwelijk zijn vereenigd. Van al hetwelk deze huwelijksacte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Reinder Mulder, oud negen en zestig jaren, Gemeente Ontvanger, Gerardus Albertus Nagtglas Versteeg, oud drie en veertig jaren, Veldwachter, Klaas Kuipers, oud negen en dertig jaren, van beroep smid, en Geert Zijlstra, oud een en dertig jaren, Broodbakker, wonende alle vier te Zuidhorn, onverwant en als hiertoe door partijen verzochte getuigen. En hebben de comparanten en getuigen deze acte, nevens mij, na voorlezing, onderteekend.
Overlijden.
-->| 25-01-1892: No. 9: In het jaar duizend achthonderd twee en negentig, den vijfentwintigsten der maand Januari zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Zuidhorn, verschenen Hendrik Mulder, oud negenenvijftig jaren, van beroep landbouwer wonende te Zuidhorn en Pieter Korringa oud vierenvijftig jaren, van beroep landbouwer wonende te Zuidhorn, welke ons hebben verklaard, dat op den vierentwintigsten der maand Januari dezes jaars, des morgens te half drie uur, binnen deze gemeente, te Zuidhorn, is overleden Maria Joanna Son oud eenenvijftig jaren, van beroep zonder, geboren te Zuidhorn, laatst gewoond hebbende te Zuidhorn, echtgenoote van Siebe de Vries, dochter van Hindrik Doris Son en van Annechien Jans Woldijk, beiden overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte is opgemaakt, die, na voorlezing, door de aangevers en ons is geteekend
.


Oege Reynarda [v-p]
Oege Reynarda [v-p], geboren midden 07-1384 vermoedelijk te Oppenhuizen, overleden midden 07-1474 vermoedelijk te Oppenhuizen.

Oege Reynarda [v-p].
Naam.
-->| Zijn naam komt van Jan Jellema.
Geboorte.
-->| Zijn dochter Ath wordt geboren tussen 1373 en 1452, en als ik vooralsnog aanneem dat hij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is hij geboren tussen 1333 en 1357 en 1412 en 1436. Dat is gemiddeld tussen 1345 en 1424.
Overlijden.
-->| Hij is gemiddeld geboren in de periode tussen 1345 en 1424, en als ik vooralsnog aanneem dat hij niet ouder dan negentig jaar oud is geworden, dan is hij overleden vóór de periode tussen 1435 en 1514.
Gebeurtenissen.
-->| H-I. [Oege Reynarda] Deze Oege woonde te Oppenhuizen bij Sneek, waar het goed Reynarda gelegen is. Zolang hij leefde had hij met de Douma's veel strijd vanwege het Haskerconvent, waar eerder nonnen woonden, in wier plaats reguliere monniken zijn gesteld. Oege bouwde voor de nonnen, die haar leven als non wilden voortzetten, een nieuw klooster op de plaats van de abdij Oldeklooster, dat naar hem Oegeklooster is genoemd. Hij was afkomstig van Staveren toen die stad nog volop bloeide. Uit het geslacht Reynarda stamde, naar men zegt, de stamvader van dat der Brederodes.. dat Oege Reynarda de stichter zou zijn geweest van Oegeklooster is aantoonbaar onjuist.En verder is deze Oege historisch alleen bekend door de patroniemen van zijn kinderen.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Tzyets Reynarda, de grootmoeder van moederszijde van Ida Hanya. Ida's grootmoeder van moederszijde was Tzyets Reynarda, de vrouw van Broer Bonninga en een dochter van Oege Reynarda, die haar als enige uit een eerder huwelijk gewon.
(bron: Genealogie Ayttana)
.


8 kinderen:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Sicke Oeges*1400 Oppenhuizen    
Sjouck Oeges*1402 Oppenhuizen    
Ath Oeges (Tzyets)*1412 Oppenhuizen †1502 Oppenhuizen 90
Syrck Oeges*1405 Oppenhuizen    
Edda*1409 Oppenhuizen    
Zaecke*1408 Oppenhuizen    
Lieuwe*1407 Oppenhuizen    
Sipke*1406 Oppenhuizen