Folkert Gerbrants Aytta [e-p]
Folkert Gerbrants Aytta [e-p]
Folkert Gerbrants Aytta [e-p], geboren in 09-1484 vermoedelijk te Swichum, overleden in 03-1544 te Swichum.

Folkert Gerbrants Aytta [e-p].
Naam.
-->| Zijn naam komt van Jan Jellema.
-->| Hij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15,143).
Geboorte.
-->| Zijn geboortedatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15).
Huwelijk.
-->| Zijn huwelijksdatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 143).
Overlijden.
-->| Zijn overlijdensdatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15).
Gebeurtenissen.
-->| 1511: Folkert Gerbenz pacht een sate te [Barrahuis onder] Wirdum met 24 pm zaadland, 37 pm meden en 40 pm fennen voor 60 fl. van het Bergumer klooster en daarnaast nog 13 pm meden van Sydts Jelderdts voor 6½ fl.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1511: Folckert Gerbenz, Ona [Tzalings Wyarda], her Rolyff en Anttie verhuren als landheren een sate te Wirdum voor 31 fl. en 7 st. aan Feycka Rydtsensz.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1511: Folkert bezit een aandeel van 5 fl. in [Helvardera] sate te Roordahuizum.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1511: "Folkert meister Bwko broer myt syn adherenten" is eigenaar van een sate te Loënga, die voor 27 fl. en 16 st. wordt verpacht aan Jan Heertsz.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 28-01-1515: Jancko Douwama legert zich met andere Geldersgezinde hoofdelingen en 400 "huysluyden" op Barrahuis tegen de Leeuwarders, waarbij Folckerts boerderij wordt leeggeroofd en platgebrand. Folckert neemt daarop later dat jaar zijn intrek op Mintzimahuis aan de Weaze te Leeuwarden, dat hem als compensatie door hertog Georg van Saksen ter beschikking wordt gesteld en waar hij anderhalf jaar heeft geresideerd. Vervolgens heeft hij in het huis van de Leeuwarder burger Snitser Jancka gewoond, verhuist hij in 1519 naar Goutum en vestigt hij zich eerst in 1523 opnieuw te Barrahuis.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 07-1515: Oebele Vries stelt dat Folckert Aytta identiek is aan Folckart Adgaersz/ Agtger/Aggens/Aggama, die in juli 1515 met heerschappen en steden in Friesland wordt ontslagen van de eed aan de hertog van Saksen gedaan en trouw zweert aan de prins van Spanje, de toekomstige keizer Karel V. Vries komt tot zijn bewering door te veronderstellen dat Folckert Aytta tot de heerschappen zal zijn gerekend omdat hij met de hoofdelingendochter Ida Hanya is getrouwd. Daar zijn vraagtekens bij te plaatsen: zo zijn Ida's broers in juli 1515 niet van de partij en evenmin behoren zij tot de geprivilegieerde heerschappen. Aan de andere kant dient zich geen andere Folckert aan die wél achter deze hoofdeling schuil kan gaan.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 02-04-1527: Folckert to Barrahuys procedeert als mede-volmacht van mr. Beerndt Bucho [Aytta] (nr. A-IVa).
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 08-08-1537: Folkert Aytta wordt door rooms-koning Ferdinand in de adelstand verheven.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1540: Folcquert Ayte pacht voor 50 fl. een sate [Schierhuis] met 5 pm zaadland en 160 pm fennen en meden van het convent van Oldeklooster, die in 1511 werd verhuurd aan Tyaert Hettema (nr. A-Vc).
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| 1543: Folckert Gerbrandtsz thoe Wyrdum bezit een sate te Loënga en wordt hij als naastligger te Swichum en Roordahuizum vermeld.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-IVd. Folckert Aytta en zijn negen kinderen. Folckert was de vierde zoon. (Er waren ook andere [kinderen] van deze naam, die eerder stierven ; vanwaar men pleegt te zeggen dat degene die deze naam droeg, spoedig zou sterven. Hij heeft echter de leeftijd van zestig jaar bereikt, hij was namelijk geboren in 1489 {lees: 1484} omstreeks het feest van de heilige Mattheus [21 september] en overleden in het jaar 1544 in de maand maart.) Hij liet zeven kinderen na uit Ida Hanya en later uit een zekere Wobbel een zoon Folckert, proost van Bethune, en een dochter [Maria]. Hij trouwde in het jaar 1503.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-Vh. [Maria en Folckert Aytta]. Folckert [Aytta] dan verwekte, nadat zijn echtgenote [Ida Hanya] was overleden, tijdens zijn weduwnaarschap bij de concubine Wobbel twee kinderen: Maria die alleen een dochter Ida [Aytta] naliet, en een zoon mr. Folckert, proost van Bethune en kanunnik van Sint Bavo te Gent. Maria en Folkaert, natuurlijke kinderen van "wylen Folckaert Aytta van Zuychem, by hem geprocreërt aen den lichaem van eenen vrauw persoon genaempt Vobbel, beyde doen vry ende ongebonden wesende" worden in 1553 gelegitimeerd.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| E-IIIj. Ida, dochter van Wigle Hanya, vrouw van Folckert Aytta. Ida, de jongste dochter van genoemde Wigle Hanya en Rints Bonninga, is, na de dood van deze Wigle, door haar moeder Rints en haar broer Broer in 1503 uitgehuwelijkt aan Folckert van Aytta.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| G-Ia. Broer Bonninga, de grootvader van moederszijde van Ida van Hanya. De grootvader aan moederszijde van Ida van Hanya, de vrouw van Folckert[Aytta], was Broer Bonninga. Als moeder had hij N.N. Albada, dochter van Hille Albada.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Wopke Eekhoff schreef in 1846 over dit huis ondermeer: "De Hertog van Saksen bezat in der tijd hier in de nabijheid nog een aanzienlijk gebouw, dat wij, regt over Andringahuis, aan de overzijde der Oudegracht, op de Weaze aantreffen. Oorspronkelijk was het door het adellijk geslacht MONTZIMA gesticht, en Hertog GEORG bewoonde het, of was er althans eigenaar van, toen hij het in den jare 1515, uit vorstelijke milddadigheid, schonk aan FOLKERT AYTTA en zijne vrouw YDT HANIA, nadat de door hen bewoonde hoeve Barrahuis, onder Wirdum, in den strijd tegen de Gelderschen gedeeltelijk verbrand was geworden. Na hun overlijden is dit huis, hetwelk sedert ook Ayttahuis wordt genoemd, ten deel gevallen aan hunnen tweeden zoon, den grooten geleerde en staatsman VIGLIUS VAN AYTTA VAN SWICHEM, die thans de hooge waardigheden van President van den Geheimen Raad der Nederlanden te Brussel en Zegelbewaarder des Keizers bekleedt, en onlangs tot Ridder van het Gulden Vlies verheven is.
(bron: stinseninfriesland.nl/MontzimahuisLeeuwarden).
-->| De heer VAN HALMAEL schreef daarover in de Friesche Volks-Almanak voor 1843: "Op dat hertoglijk huis waren Folkert en IJdt sedert in staat, herbergzaamheid en gastvrijheid, twee hoofddeugden, zoo van hen als van de Friezen in het algemeen, aan velen ruimschoots uit te oefenen, en in het bijzonder, aan menig een hunner, almede door de rampen des oorlogs ongelukkig geworden bloedverwanten. Op hetzelve borgen zich Lieuwe van Tjepma, met Eeck zijne huisvrouw en zuster van IJdt, met zijn kroost, en Broer (van Tjepma - JL), der laatstgemelden broeder, en beide mannen werden er het offer van naargeestigheid, welke hen langzaam ten grave sleepte. Op dat huis schonk ook IJdt haren Folckert nog drie telgen: twee dochters, Mints en Saep, en een zoon Gerbrant, en eindigde zij hare dagen in het jaar 1540.".
(bron: Nieuwe Friesche Volksalmanak 1843, blz 53)
.

trouwt in 06-1503 te Swichum, (ontbonden door overlijden in 1540 te Leeuwarden)
met

IJdt Wiggles (Ida) Hania [f-p], dochter van Wigle Seerps Hania [v-p] en Rints Broers Bonninga [v-p], geboren in 1479 te Weidum, overleden in 1540 te Swichum.

IJdt Wiggles (Ida) Hania [f-p].
Naam.
-->| Haar naam komt van Jan Jellema.
-->| Zij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 15, 143).
Geboorte.
-->| In juni 1503 huwt zij te Swichum, en als ik vooralsnog aanneem dat zij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is zij geboren tussen 01-06-1463 en 30-06-1487. Volgens Simon Wierstra geeft een noot in deel 2 van het Stamboek van den Frieschen vroegeren en lateren adel als geboortejaar 1479. Ik heb deze digitaal niet kunnen vinden.
Huwelijk.
-->| Haar huwelijksdatum komt uit het Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 143).
Overlijden.
-->| In 1536 erft zij de Hania-state en in maart 1544 overlijdt haar weduwnaar Folkert die na haar dood nog twee kinderen heeft gekregen. Zij is dan waarschijnlijk overleden vóór 30-03-1542. De Friesche Volks-Almanak voor 1843 geeft als overlijdensjaar 1540.
Gebeurtenissen.
-->| 1516: Lieuwe en Eeck vluchten naar Leeuwarden, waar zij intrekken bij haar zuster Ida en waar hij, evenals zijn zwager Broer Hanya (nr. E-IIIc), aan een zware depressie overlijdt.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| E-IIIj. Ida, dochter van Wigle Hanya, vrouw van Folckert Aytta. Ida, de jongste dochter van genoemde Wigle Hanya en Rints Bonninga, is, na de dood van deze Wigle, door haar moeder Rints en haar broer Broer in 1503 uitgehuwelijkt aan Folckert van Aytta.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-IVd. Folckert Aytta en zijn negen kinderen. Folckert was de vierde zoon. (Er waren ook andere [kinderen] van deze naam, die eerder stierven ; vanwaar men pleegt te zeggen dat degene die deze naam droeg, spoedig zou sterven. Hij heeft echter de leeftijd van zestig jaar bereikt, hij was namelijk geboren in 1489 {lees: 1484} omstreeks het feest van de heilige Mattheus [21 september] en overleden in het jaar 1544 in de maand maart.) Hij liet zeven kinderen na uit Ida Hanya en later uit een zekere Wobbel een zoon Folckert, proost van Bethune, en een dochter [Maria]. Hij trouwde in het jaar 1503.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| A-Vh. [Maria en Folckert Aytta]. Folckert [Aytta] dan verwekte, nadat zijn echtgenote [Ida Hanya] was overleden, tijdens zijn weduwnaarschap bij de concubine Wobbel twee kinderen: Maria die alleen een dochter Ida [Aytta] naliet, en een zoon mr. Folckert, proost van Bethune en kanunnik van Sint Bavo te Gent. Maria en Folkaert, natuurlijke kinderen van "wylen Folckaert Aytta van Zuychem, by hem geprocreërt aen den lichaem van eenen vrauw persoon genaempt Vobbel, beyde doen vry ende ongebonden wesende" worden in 1553 gelegitimeerd.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| G-Ia. Broer Bonninga, de grootvader van moederszijde van Ida van Hanya. De grootvader aan moederszijde van Ida van Hanya, de vrouw van Folckert [Aytta], was Broer Bonninga. Als moeder had hij N.N. Albada, dochter van Hille Albada.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| G-IIe. Rints Bonninga, de vrouw van Wigle Hanya. Broer Bonninga liet twee getrouwde dochters na, namelijk Rints, getrouwd met Wigle Hanya (nr. E-IIc), en zo de moeder van Ida Hanya.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Tzyets Reynarda, de grootmoeder van moederszijde van Ida Hanya. Ida's grootmoeder van moederszijde was Tzyets Reynarda, de vrouw van Broer Bonninga en een dochter van Oege Reynarda, die haar als enige uit een eerder huwelijk gewon.
(bron: Genealogie Ayttana).
-->| Wopke Eekhoff schreef in 1846 over dit huis ondermeer: "De Hertog van Saksen bezat in der tijd hier in de nabijheid nog een aanzienlijk gebouw, dat wij, regt over Andringahuis, aan de overzijde der Oudegracht, op de Weaze aantreffen. Oorspronkelijk was het door het adellijk geslacht MONTZIMA gesticht, en Hertog GEORG bewoonde het, of was er althans eigenaar van, toen hij het in den jare 1515, uit vorstelijke milddadigheid, schonk aan FOLKERT AYTTA en zijne vrouw YDT HANIA, nadat de door hen bewoonde hoeve Barrahuis, onder Wirdum, in den strijd tegen de Gelderschen gedeeltelijk verbrand was geworden. Na hun overlijden is dit huis, hetwelk sedert ook Ayttahuis wordt genoemd, ten deel gevallen aan hunnen tweeden zoon, den grooten geleerde en staatsman VIGLIUS VAN AYTTA VAN SWICHEM, die thans de hooge waardigheden van President van den Geheimen Raad der Nederlanden te Brussel en Zegelbewaarder des Keizers bekleedt, en onlangs tot Ridder van het Gulden Vlies verheven is.
(bron: stinseninfriesland.nl/MontzimahuisLeeuwarden).
-->| De heer VAN HALMAEL schreef daarover in de Friesche Volks-Almanak voor 1843: "Op dat hertoglijk huis waren Folkert en IJdt sedert in staat, herbergzaamheid en gastvrijheid, twee hoofddeugden, zoo van hen als van de Friezen in het algemeen, aan velen ruimschoots uit te oefenen, en in het bijzonder, aan menig een hunner, almede door de rampen des oorlogs ongelukkig geworden bloedverwanten. Op hetzelve borgen zich Lieuwe van Tjepma, met Eeck zijne huisvrouw en zuster van IJdt, met zijn kroost, en Broer (van Tjepma - JL), der laatstgemelden broeder, en beide mannen werden er het offer van naargeestigheid, welke hen langzaam ten grave sleepte. Op dat huis schonk ook IJdt haren Folckert nog drie telgen: twee dochters, Mints en Saep, en een zoon Gerbrant, en eindigde zij hare dagen in het jaar 1540.".
(bron: Nieuwe Friesche Volksalmanak 1843, blz 53)
.


Mattheus Son [f-d;e-s]
Mattheus Son [f-d;e-s], gedoopt op zaterdag 26-04-1800 te Maurik, overleden op maandag 11-12-1865 te Groningen.

Mattheus Son [f-d;e-s].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit zijn huwelijksacte van 06-12-1828 te Leek.
Beroep.
-->| Scharenslijper (1828-1865).
Geboorte.
-->| 26-04-1800: 26 aprilis. Baptizatus est Matheus filius illegitimus mater Maria Matse vagabunda propetrajectum siebat nomen patrus. suscepit Hendrina van Oijen.
Huwelijk.
-->| 06-12-1828: No. 28: In het jaar eenduizend acht honderd acht en twintig Zaturdag den zesden December des nademiddags om vijf uuren, zijn voor ons Burgemeester officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek gecompareerd Mattheus Son jongman oud acht en twintig Jaren schaarslijper geboren te Maurik provincie Gelderland, wonende op de Zevenhuizen Gemeente Leek, meerderjarige zoon van Maria Matse Inlandsche Kramersche wonende te Tolbert, hier bij tegenwoordig en deszelfs toestemming gevende, de Comparant heeft aan Zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie voldaan, blijkens certificaat van den Gouverneur der provincie Groningen, hier annex, en Elisabet Roelfs van der Veen Jongedochter oud dertig Jaren Inlandsche Kramersche, geboren op de Nietap Gemeente Roden provincie Drenthe, wonende op de Zevenhuizen Gemeente Leek, meerderjarige dochter van Roelf Staats van der Veen overleden, waarvan de doodacte hier annex en van Renske Wijgers arbeidster wonende op de Zevenhuizen, hierbij tegenwoordig en deszelfs toestemming gevende. Welk ons verzogt hebben het door hun voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de Hoofdingang van ons Huis der Gemeente zijn geschied op den zestienden en drie en twintigsten November achttienhonderd acht en twintig, telkens des voormiddags om elf uuren. Geene verhindering tegen dit Huwlijk. Huwlijk ter onzer kennis zijnde gebragt hebben wij aan hun verzoek voldaan, na voorlezing van de bij dezen geannexeerde stukken, als mede van het 6e hoofdstuk van den titel van het Burgerlijk wetboek tot opschrift hebbende van het Huwlijk ieder der aanstaande Echtgenoten afgevraagd of zij elkanderen wederkerig tot Man en tot Vrouw wilden nemen? waarop door elk derzelven afzonderlijk een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaren wij in naam der wet dat Mattheus Son en Elisabet Roelfs van der Veen, door het Huwlijk verbonden zijn. Van hetwelk wij acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jacob Klasens Stuut oud vijfendertig jaren, vleeschhouwer Jan Maatjes Smid oud drie en dertig jaren Hoefsmid, Christoffer Aalmoes oud twee en dertig jaren, veldwachter en Johannes Doedes Pol oud vier en twintig jaren Bakkersknegt wonende vier gemelde getuigen op de Leek en bestaande aan de contractanten in geen graad van maagschap. En heeft de Ega deze acte na voorlezing benevens de getuigen en ons verteekend verklarende de overige comparanten niet te kennen schrijven.
-->| 14-08-1842: No. 11: Op heden den veertienden der maand Augustus Achttienhonderd twee en veertig, zijn voor ons ondergeteekende Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken stand te Leek, in het huis der gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan. Matheus Son, oud twee en veertig jaren, van beroep scharenslijper, wonende te Zevenhuizen, gemeente Leek, geboren te Maurik, Provincie Gelderland, weduwenaar van wijlen Elisabeth Roelfs van der Veen overleden, meerderjarige zoon van Maria Matse zonder beroep wonende te Tolbert, gemeente Leek - ter eene zijde, en Trijntje Cazemier, Jongedochter, oud eenentwintig Jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Zevenhuizen, gemeente Leek, minderjarige dochter van wijlen Siert Jurjens Cazemier, overleden, en van Jitske Kornelis Pakes, van beroep arbeidster, wonende te Zevenhuizen, bovengenoemd; - ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, vooreerst: de akten waaruit blijkt dat de beide afkondigingen zonder stuiting alhier hebben plaats gehad op zondag den vierentwintigsten en op Zondag den eenendertigsten der maand Julij Achttienhonderd tweeenveertig, telkens des voormiddags te Elf uren. ten tweeden, de geboorte- of doopacten der verloofden, ten derden: de akte van overlijden van des Bruidegoms eerste echtgenoote Elisabeth Roelfs van der Veen, alsmede de akte van overlijden van de vader der Bruid. En is de moeder van de Bruid hierbij tegenwoordig, die verklaarde hare toestemming tot dit huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten.nooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. En hebben de voorschreven gehuwden terstond daarop verklaard, dat uit hun op den negenden der maand April Achttienhonderd en veertig een zoon geboren is, aan de welke de voornaam van Jitse gegeven is, en de welke op de geboorteregisters dezer gemeente ingeschreven is op den Negenden der maand April deszelfden Jaars, ingevolge hierbij geannexeerde akte van geboorte, welk kind zij voor hunne erkenden en bij deze akte legitimeerden. In tegenwoordigheid van Jakob Koetsier, oud twee en dertig Jaren van beroep tuinnier, wonende te Leek, Jan Buikema, oud zesendertig Jaren, van beroep veldwachter, wonende te Leek. Alef Jans ter Veld oud achtenveertig Jaren, van beroep kastelein wonende te Leek en van Tonko Tonkens, oud vierendertig jaren, van beroep klerk, wonende te Leek. En hebben wij hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, met uitzondering van Trijntje Cazemier en Jitske Kornelis Pakes, die verklaarden niet te kunnen schrijven noch hunne namen te teekenen.
Overlijden.
-->| 12-12-1865: Nummer 1158. In het jaar duizend achthonderd en vijfenzestig, den twaalfden der maand December, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en provincie Groningen, verschenen: Albertus Redder oud zevenenveertig jaren, leedaanzegger, en Jan Meijer oud zesenveertig jaren schoonmaker, beide alhier wonende geen nabestaanden van den overledene, welke ons hebben verklaard dat op den elfden dezer maand des namiddags te vijf uur binnen deze gemeente is overleden Mattheus Doris Son vijfenzestig jaren, scharenslijper geboren te De Marsch gemeente Lienden en laatst gewoond hebbende op de Kranenpoortenwal Letter T nummer honderdeenennegentig, eerst weduwnaar van Elizabeth Roelfs van der Veen laatst van Catharina Sierts Cazemier, zoon van wijlen Johannes Son en van wijlen Maria Agnes Matree verder rensegnementen onbekend. Van welke verklaring deze akte is opgemaakt, in de dubbelen van het overlijdensregister ingeschreven, en na gedane voorlezing, geteekend door ons en de getuigen
.

trouwt (1) op zaterdag 06-12-1828 te Leek, (ontbonden door overlijden op donderdag 13-12-1838 te Zevenhuizen (Gr))
met

Elisabeth Roelfs van der Veen [e-d;g-s], geboren op donderdag 15-11-1798 te Nietap, overleden op donderdag 13-12-1838 te Zevenhuizen (Gr).

Elisabeth Roelfs van der Veen [e-d;g-s].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Mattheus van 12-12-1865 te Groningen.
Beroep.
-->| Inlandse kraamster (1828), Zonder (1838).
Geboorte.
-->| 25-11-1798: Elisabet | Dochter | Roelf Harts en Renske Wijgers | Nietap | 15 November | 25 Nov: op de Leek.
Huwelijk.
-->| 06-12-1828: No. 28: In het jaar eenduizend acht honderd acht en twintig Zaturdag den zesden December des nademiddags om vijf uuren, zijn voor ons Burgemeester officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek gecompareerd Mattheus Son jongman oud acht en twintig Jaren schaarslijper geboren te Maurik provincie Gelderland, wonende op de Zevenhuizen Gemeente Leek, meerderjarige zoon van Maria Matse Inlandsche Kramersche wonende te Tolbert, hier bij tegenwoordig en deszelfs toestemming gevende, de Comparant heeft aan Zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie voldaan, blijkens certificaat van den Gouverneur der provincie Groningen, hier annex, en Elisabet Roelfs van der Veen Jongedochter oud dertig Jaren Inlandsche Kramersche, geboren op de Nietap Gemeente Roden provincie Drenthe, wonende op de Zevenhuizen Gemeente Leek, meerderjarige dochter van Roelf Staats van der Veen overleden, waarvan de doodacte hier annex en van Renske Wijgers arbeidster wonende op de Zevenhuizen, hierbij tegenwoordig en deszelfs toestemming gevende. Welk ons verzogt hebben het door hun voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de Hoofdingang van ons Huis der Gemeente zijn geschied op den zestienden en drie en twintigsten November achttienhonderd acht en twintig, telkens des voormiddags om elf uuren. Geene verhindering tegen dit Huwlijk. Huwlijk ter onzer kennis zijnde gebragt hebben wij aan hun verzoek voldaan, na voorlezing van de bij dezen geannexeerde stukken, als mede van het 6e hoofdstuk van den titel van het Burgerlijk wetboek tot opschrift hebbende van het Huwlijk ieder der aanstaande Echtgenoten afgevraagd of zij elkanderen wederkerig tot Man en tot Vrouw wilden nemen? waarop door elk derzelven afzonderlijk een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaren wij in naam der wet dat Mattheus Son en Elisabet Roelfs van der Veen, door het Huwlijk verbonden zijn. Van hetwelk wij acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jacob Klasens Stuut oud vijfendertig jaren, vleeschhouwer Jan Maatjes Smid oud drie en dertig jaren Hoefsmid, Christoffer Aalmoes oud twee en dertig jaren, veldwachter en Johannes Doedes Pol oud vier en twintig jaren Bakkersknegt wonende vier gemelde getuigen op de Leek en bestaande aan de contractanten in geen graad van maagschap. En heeft de Ega deze acte na voorlezing benevens de getuigen en ons verteekend verklarende de overige comparanten niet te kennen schrijven.
Overlijden.
-->| 15-12-1838: Nr. 78: In het jaar duizend achthonderd Acht en dertig, den vijftienden der maand December, des nademiddags te vier uur, zijn voor ons Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leek, Arrondissement Groningen, Provincie Groningen, verschenen Roelf Gerkes Middel, oud achtendertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Zevenhuizen, als gebuur van de overledene, en Harm Jans Hummel, oud veertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Zevenhuizen, als gebuur van de overledene, welke ons hebben verklaard: dat op den dertienden der maand December, des jaars duizend acht honderd Acht en dertig, des avonds te Elf uur, binnen deze gemeente is overleden (Lieske Venema - de woorden Lieske Venema gerooijeerd en daarvoor gesteld Elisabeth Roelfs van der Veen) oud achtendertig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Zevenhuizen, vrouw van Mattheus Son, van beroep scharenslijper, wonende te Zevenhuizen. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt en ingeschreven op de beide dubbelen van het overlijdensregister dezer gemeente; en is deze akte, nadat dezelve aan de aangevers was voorgelezen, door de beide Comparanten en ons verteekend
.

trouwt (2) op zondag 14-08-1842 te Leek, (ontbonden door overlijden op donderdag 20-12-1855 te Groningen)
met

Trijntje Cazemier [e-d;a-s], dochter van Sierd Jurjens Kazemier van den Berg [f-s] (arbeider (1820-1827)) en Jitske Kornelis Pakes [e-s] (zonder (1820)), geboren op zaterdag 26-08-1820 te Zevenhuizen (Gr), overleden op donderdag 20-12-1855 te Groningen.

Trijntje Cazemier [e-d;a-s].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar geboorteacte van 29-08-1820 te Leek.
Beroep.
->| Zonder (1842-1855).
Geboorte.
-->| 29-08-1820: 82: In het Jaar eenduizend achthondert en twintig den negen en twintigsten augustus s nademiddags om drie uuren is voor ons Schout Officier van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Leek gecompareerd Siert Jurjens Cazemier oud dertig Jaren arbeider wonende op Sevenhuisen. Welke ons heeft verklaard dat op den ses en twintigsten augustus achtienhondert en twintig s avonds om zes uuren uit hem Declarant en desselfs huisvrouwe Jitske Kornelis Pakes oud negenentwintig Jaren Zonder beroep is geboren een kind van het vrouwlijk geslacht aan hetzelve de voornaam van Trijntje gevende. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Hendrik Gerrits Buil oud vijfenvijftig Jaren veenbaas en Jacob Lammerts Bakker oud sevenendertig Jaren arbeider beide woonachtig op de Sevenhuizen. Zoo is hiervan deze akte geformeerd en na voorlezinge door de getuigen en ons vertekend, de Declarant verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 14-08-1842: No. 11: Op heden den veertienden der maand Augustus Achttienhonderd twee en veertig, zijn voor ons ondergeteekende Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken stand te Leek, in het huis der gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan. Matheus Son, oud twee en veertig jaren, van beroep scharenslijper, wonende te Zevenhuizen, gemeente Leek, geboren te Maurik, Provincie Gelderland, weduwenaar van wijlen Elisabeth Roelfs van der Veen overleden, meerderjarige zoon van Maria Matse zonder beroep wonende te Tolbert, gemeente Leek - ter eene zijde, en Trijntje Cazemier, Jongedochter, oud eenentwintig Jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Zevenhuizen, gemeente Leek, minderjarige dochter van wijlen Siert Jurjens Cazemier, overleden, en van Jitske Kornelis Pakes, van beroep arbeidster, wonende te Zevenhuizen, bovengenoemd; - ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, vooreerst: de akten waaruit blijkt dat de beide afkondigingen zonder stuiting alhier hebben plaats gehad op zondag den vierentwintigsten en op Zondag den eenendertigsten der maand Julij Achttienhonderd tweeenveertig, telkens des voormiddags te Elf uren. ten tweeden, de geboorte- of doopacten der verloofden, ten derden: de akte van overlijden van des Bruidegoms eerste echtgenoote Elisabeth Roelfs van der Veen, alsmede de akte van overlijden van de vader der Bruid. En is de moeder van de Bruid hierbij tegenwoordig, die verklaarde hare toestemming tot dit huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten..nooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. En hebben de voorschreven gehuwden terstond daarop verklaard, dat uit hun op den negenden der maand April Achttienhonderd en veertig een zoon geboren is, aan de welke de voornaam van Jitse gegeven is, en de welke op de geboorteregisters dezer gemeente ingeschreven is op den Negenden der maand April deszelfden Jaars, ingevolge hierbij geannexeerde akte van geboorte, welk kind zij voor hunne erkenden en bij deze akte legitimeerden. In tegenwoordigheid van Jakob Koetsier, oud twee en dertig Jaren van beroep tuinnier, wonende te Leek, Jan Buikema, oud zesendertig Jaren, van beroep veldwachter, wonende te Leek. Alef Jans ter Veld oud achtenveertig Jaren, van beroep kastelein wonende te Leek en van Tonko Tonkens, oud vierendertig jaren, van beroep klerk, wonende te Leek. En hebben wij hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, met uitzondering van Trijntje Cazemier en Jitske Kornelis Pakes, die verklaarden niet te kunnen schrijven noch hunne namen te teekenen.
Overlijden.
-->| 22-12-1855: 1146: In het jaar duizend achthonderd en vijfenvijftig, den tweeentwintigsten der maand December, zijn voor ons Wethouder Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen Arnoldus Brinkman, oud drie en dertig jaren, en Herman Heinrich Feltkamp, oud drie en vijftig jaren beide van beroep wener, alhier wonende, geen nabestaanden van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den twintigsten dezer maand, des avonds te vijf uur, binnen deze Gemeente is overleden Catharina Sierts Cazemir, zesendertig jaren oud, zonder beroep, geboren te Zevenhuizen, gemeente Leek..Leek, en laatst gewoond hebbende op de Wal bij de Kranenpoort letter F nummer honderd en eenennegentig. Vrouw van Matthias Theodorus Son, dochter van wijlen Siert Cazemir, in leven van beroep arbeider en van Jitske Pakes, zonder beroep, wonende te Zevenhuizen voornoemd. Van welke aangifte en verklaring deze akte is opgemaakt en ingeschreven op de beide dubbelen van het overlijdens-register dezer Gemeente; en is deze akte nadat dezelve was voorgelezen door de getuigen nevens ons geteekend
.


Johannes Son [v-d]
Johannes Son [v-d], geboren midden 04-1772 vermoedelijk te Maurik, overleden midden 07-1807 vermoedelijk te Herpen.

Johannes Son [v-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn zoon Mattheus van 12-12-1865 te Groningen.
Beroep.
Geboorte.
-->| Op 26-04-1800 wordt zijn zoon Mattheus gedoopt te Maurik, en als ik vooralsnog aanneem dat hij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is hij geboren tussen 26-04-1760 en 26-04-1784. Hij is waarschijnlijk afkomstig uit Maurik.
Huwelijk.
-->| Johannes is waarschijnlijk niet gehuwd geweest met Maria. Bij de doop van zijn zoon Mattheus is hij een "filius illegitimus", en bij de doop van zijn zoon Hindrik staat de naam van de vader ook niet genoemd "fil ..".
Overlijden.
-->| Op 16-02-1803 wordt zijn zoon Hindrik gedoopt te Herpen, en op 17-12-1811 trouwt zijn partner Marie te Oude Pekela.
Gebeurtenissen.
-->| Maria Agnes MATRAY (ged 24-12-1777 te Herstal, Belgie, ovl 17-4-1861 te Ommen, dochter van Mathieu Matray en Anna Libert, van beroep koopmanske / scharenslijpster / koloniste) is op 17-12-1811 te Oude Pekela met Jacobus Everts Stuivenwold getrouwd. Met hem heeft ze zo’n 6 kinderen heeft gehad. NB. Al is Maria Agnes in Belgie geboren, vanaf 1784 zijn haar (half) broers en zusters in Noord Brabant geboren. Voor dit huwelijk heeft Maria Agnes nog 2 zonen gehad met ene Johannes SON.
(bron: Sylvia, stamboomvragenforum)
.

samenwonend circa 1799 vermoedelijk te Maurik, (ontbonden door overlijden midden 07-1807 vermoedelijk te Herpen)
met

Marie Agnes Matraij [v-d], dochter van Matthieu Matrai [v-d] (koopman) en Anna Marie Libert [v-d], geboren op woensdag 24-12-1777 te Herstal [Bel], overleden op woensdag 17-04-1861 te Ommerschans, trouwt (2) op dinsdag 17-12-1811 te Oude Pekela, (ontbonden door overlijden op woensdag 27-07-1859 te Stroobos) met Jacobus Everts Stuivenwold [s-d], geboren op woensdag 22-11-1786 te Ommelanderwijk, schaarslijper (1811-1859), overleden op woensdag 27-07-1859 te Stroobos.

Marie Agnes Matraij [v-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar zoon Hindrik van 12-06-1824 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Koopvrouw (1811-1824), Inlandse kraamster (1828), Zonder (1842), Arbeidster (1842), Koloniste (1861).
Geboorte.
-->| 24-12-1777: Extrait d'un Registre de letat civil de la Caroises de herstal, aux actes de Naipanees anno 1777. Deposé aux archives de la Mairie Conformeurent a La loi. Lan mille sept Cente soixante Diusijste, Le vingt quatre Decembre, fute Baptisee Marie Agnes fille de Mathieu Matraij, et Dánne Libert son epouse iei marie L: Michel Matraij M. Marie agnes Sturnaij.
-->| Haar geboortedatum komt uit haar huwelijksacte van 17-12-1811 te Oude Pekela.
Huwelijk.
-->| 1799: Maria is waarschijnlijk niet gehuwd geweest met Johannes Son. Bij de doop van haar zoon Mattheus is hij een "filius illegitimus", en bij de doop van haar zoon Hindrik staat de naam van de vader ook niet genoemd "fil ..".
-->| 17-12-1811: 7: In het Jaar één duizend acht honderd en Elf op Dingsdag den Zeventienden December zijn voor mij Maire P.J.Huisinga Officier van den Burgerlijken Staat binnen de Gemeente Oude Pekel A Arrondissement Winschoten, Departement van de Wester Eems, gecompareerd: Jacobus Everts Stuivenwold, Schaarslijper van beroep wonende te Veendam oud vijfentwintig jaren, geboren op de Ommelanden Wijk onder Veendam den twee en twintigsten November Eenduizend Zevenhondert zes en Taggentig, Meerderjarige zoon van Evert Jacobs |overleden| schaarslijper van beroep geweest en hebbende gewoont te Veendam En van Gesina Stuivenwold koopmanske van beroep wonende te Ommelanderwijk onder Veendam. En Maria Agnes Martrai Koopmanske van beroep wonende ter Oude Pekel A oud vier en dertig jaren geboren te Herstal den vier en twintigsten December Eenduizent zeven hondert zeven en zeventig Meerderjarige dochter van wijlen Mathieu Martrai en d'Anna Libert beiden overleden, en gewoont hebbende te Herstal Koopman van beroep geweest en zijnde de Moeder van den Bruidegom Gezina Stuivenwold hierbij tegenwoordig en gevende hare toestemming tot dit Huwelijk. Welke van mij gevorderd hebben te procederen tot voltrekking des huwelijks tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de Publicatien zijn gedaan voor de Hoofdingang van het Huis der Gemeente alhier, te weten de eerste op Zondag den vier en twintigsten November des Jaars Achtienhonderd en Elf des..des Middags te twalf uuren, en de tweede op Zondag den Eersten December des Jaars achtien honderd en Elf des voormiddags te twalf uuren. En aan mij verder vertoond zijnde een Extract uit het register van Huwelijksproclamatien van de Gemeente Veendam blijkens welke ook aldaar de Huwelijksproclamatie is geschied zonder eenige tegenspraak op zondag den Eersten December voor de eerstemaal en op Zondag den Agsten December voor de tweede malen. Daar nu geene oppositie tegens gedagt huwlijk aan mij Maire P.J. Huisinga bekend is gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezing van alle stukken tot dezen betrekkelijk en van het zesde Hoofddeel van den Titel van het Burgerlijk Wetboek, getiteld: "over het Huwelijk", gevraagd zoo aan den toekomende Echtgenoot als Egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als Man en als Vrouw; waarop, na dat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de Wet, dat de Comparanten Jacobus Everts Stuivenwold en Maria Agnes Martrai door het Huwelijk vereenigd zijn. Waarvan acte heb gedresseerd, in tegenwoordigheid van Willem Heikens oud Een en dertig jaren, verver van beroep, wonende te Oude Pekel A en van Hinderk Kamp oud Een en Sestig jaren, timmerman van beroep, wonende te Oude Pekel A en van Tijzen Gozen oud twee en twintig jaren, Glasemaker van beroep, wonende te Veendam en van Berend Drijfhamer oud drie en dertig jaren, verver van beroep, wonende te Oude Pekel A, welke, na voorlezing, dezen met mij en Contracterende partijen hebben getekend, behalven de Bruidegom & Bruid en bruidegoms moeder welke verklaarden niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 18-04-1861: Nommer 48: Op heden den achttienden April achttienhonderd een en zestig, verschenen voor ons Alexander Luwel Bouwmeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente stad Ommen David Bierwolf oud vier en veertig jaren en Hermanus ten Geuzendam, oud een en veertig jaren, beide opzigters in het gesticht Ommerschans, wonende in deze gemeente dewelke ons hebben aangegeven, dat Maria Agnes Martrai oud drie en tachtig jaren, koloniste, weduwe van Jacob Everts Stuivenwold, dochter van Matthieu Martrai en van Anna Libert, beiden overleden, geboren te Herstal in Belgie, en wonende te Zuidhorn op den zeventienden dezer des avonds te acht ure, in het huis staande in den Ommerschans nummer achttien overleden is. Van welke aangave wij deze akte hebben opgemaakt, die, na gedane voorlezing is geteekend, door ons en gemelde comparanten.
-->| 18-05-1861: N° 40 Provincie Overijssel Gemeente Stad Ommen. Extract uit het register van overlijdens acten in de stad Ommen A° 1861: N° 48: Uit hetzelve blijkt dat op den zeventienden April achttienhonderd een en zestig, des avonds te acht ure, te Ommerschans is overleden: Maria Agnes Martrai, oud drie en tachtig jaren, koloniste, weduwe van Jacob Everts Stuivenwold, dochter van Matthieu Martrai en van Anna Libert, beide overleden, geboren te Herstal in Belgie en wonende te Zuidhorn. Beaccodeert met voorzeid Register, voor zoo verre geextraheerd. De ambtenaar van den burgerlijken stand der stad Ommen / geteekend / A.L. Bouwmeester. Gezien bij ons President der Arrondissements regtbank te Deventer tot wettiging der handteekening van den stuk A.L. Bouwmeester, Ambtenaar van den burgerlijken stand der stad Ommen, Deventer 8 mei 1861. /geteekend/ de Witt Stomer
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Mattheus~1800 Maurik †1865 Groningen 65
Hindrik Dorus~1803 Herpen †1868 Zuidhorn 65


Mattheus Theodorus Son [f-d]
Mattheus Theodorus Son [f-d], geboren op maandag 11-07-1831 te Zuidhorn, overleden op vrijdag 30-08-1918 te Zuidhorn.

Mattheus Theodorus Son [f-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit zijn geboorteacte van 11-07-1831 te Zuidhorn..
Beroep.
-->| Koperslager (1858-1875), Zonder (1918)..
Geboorte.
-->| 11-07-1831: 19: Op heden den dertienden Julij achttienhonderd eenendertig, des avonds te zeven uren, is voor mij Burgemeester, Officier van den burgerlijken stand der gemeente Zuidhorn, Kwartier en Provincie Groningen, gecompareerd: Hindrik Doris Son, oud achtentwintig jaren, Ketelboeter, wonende te Zuidhorn; dewelke verklaarde dat op maandag den elfden Julij dezes jaars, des avonds te elf uren, in de behuizing nummer 66, staande aan den achterweg te Zuidhorn, geboren is een kind van het mannelijk geslacht, hetwelk hij ons voorstelde, verklarende aan hetzelve de voornamen te willen geven van Mattheus Theodorus, en welk kind is geboren uit deszelfs echtgenoote Annechien Jans Woldijk, oud dertig jaren, Arbeidster, wonende mede te Zuidhorn. Welke verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Bouke Jurjens Woldijk oud twee en vijftig jaren, Schoenmaker, en Siger van der Wilp, oud drie en veertig jaren, Arbeider, wonende beide te Zuidhorn. En hebben de comparant en de eerste getuige, verklarende de tweede genoemde niet te kunnen schrijven, deze acte met mij, na voorlezing, geteekend..
Overlijden.
-->| 31-08-1918: No. 28: Heden den eenendertigsten Augustus negentienhonderd en achttien, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Zuidhorn, Bake Datema, oud vijfenzestig jaren, kastelein, wonende te Zuidhorn, en Jelte Dijkstra, oud tweeentwintig jaren, klerk, wonende te Zuidhorn, die aangifte deden, dat den dertigsten Augustus dezes jaars, des namiddags te zes uur, is overleden Mattheus Theodorus Son oud zevenentachtig jaren, zonder beroep, geboren te Zuidhorn, wonende te Zuidhorn, ongehuwde zoon van wijlen de echtelieden Hindrik Doris Son en Annechien Jans Woldijk. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
.


Joanna Anna Son [f-d]
Joanna Anna Son [f-d], geboren op dinsdag 16-07-1844 te Zuidhorn, overleden op zaterdag 29-03-1913 te Groningen.

Joanna Anna Son [f-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar geboorteacte van 17-07-1844 te Zuidhorn.
Beroep.
-->| Zonder (1875), Werkvrouw (1913).
Geboorte.
-->| 17-07-1844: N° 43: Op heden den zeventienden Julij achttienhonderd vier en veertig, is voor mij Burgemeester Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Zuidhorn, verschenen: Hindrik Doris Son oud eenenveertig jaren, ketelboeter, wonende aan het schipperspad te Zuidhorn, nummer vierenzestig, dewelke verklaarde dat op dingsdag den zestienden Julij dezes jaars, des morgens te zes uur, ten zijnen huize, uit deszelfs echtgenoote Annechien Jans Woldijk, oud drie en veertig jaren, zonder beroep, wonende mede te Zuidhorn, geboren is een kind van het vrouwelijk geslacht aan het welk de voornamen zijn gegeven van Joanna Anna. Welke verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Lammert Kornelis Pluister, oud eenenvijftig jaren, Arbeider, en Berent Douwes Alsederda oud veertig jaren, Arbeider, wonende beide te Zuidhorn, als geburen en hiertoe verzochte getuigen. En hebben de comparant en getuigen deze acte met mij, na voorlezing geteekend.
Huwelijk.
-->| 07-02-1875: Nummer 22. In het jaar duizend achthonderd vijf en zeventig, den zevenden der maand Februarij verschenen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, in het gemeentehuis alhier: Johannes Everhardus Koop, geboren te Groningen den eenentwintigsten Junij achttienhonderd tweeendertig oud tweeenveertig jaren, timmerman wonende te Groningen, weduwnaar van Anna Henderikus Son, meerderjarige zoon van wijlen Jan Koop, in leven timmerman en van wijlen Anna Tecla Middendorp, in leven zonder beroep, overleden te Groningen als bruidegom ter eene en Joanna Anna Son geboren te Zuidhorn den zestienden Julij achttienhonderd vierenveertig, oud dertig jaren, zonder beroep wonende te Zuidhorn, meerderjarige dochter van wijlen Hindrik Doris Son in leven koperslager en van wijlen Annechien Jans Woldijk in leven zonder beroep overleden te Zuidhorn, als bruid ter andere zijde. Welke Comparanten aan ons verzochten te willen overgaan tot voltrekking van het Huwelijk tusschen hen voorgenomen onder overlegging der bij de Wet vereischte stukken, zijnde: 1°. Uittreksel uit het register der acten van Huwelijks-Afkondigingen te Groningen en Zuidhorn houdende dat dezelve aldaar hebben plaats gehad en zonder stuiting zijn afgeloopen; 2°. Geboorteacten van bruidegom en bruid; 3° de acte van overlijden van bruidegoms vorige vrouw. 4°. Koninklijk besluit van den tienden Augustus achttienhonderd vierenzeventig nummer achtenzestig, waarbij is goedgevonden en verstaan aan den bruidegom te vergunnen een huwelijk te kunnen aangaan met genoemde bruid zuster zijner overleden vrouw..Ter voldoening aan welk verzoek wij de aanstaande echtgenooten in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; hetwelk door hen uitdrukkelijk bevestigend is beantwoord; waarop wij in naam der wet uitspraak hebben gedaan, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn. In tegenwoordigheid van 1° Nicolaas Koop oud zevendertig jaren timmerman, broeder van den Echtgenoot 2° Johannes Bernardus Walker oud achtentwintig jaren, voerman, zwager van den Echtgenoot, beide wonende te Groningen 3° Mattheus Theodorus Son, oud drieenveertig jaren, koperslager wonende te Zuidhorn, broeder Echtgenoote en 4° Sebe de Vries oud eenenveertig jaren molenaar wonende te de Bril gemeente Zuidhorn, zwager der Echtgenoote. Waarvan deze acte is opgemaakt welke na voorlezing is geteekend door ons de Echtgenooten en de getuigen.
Overlijden.
-->| 31-03-1913: Nummer 410. Heden, den eenendertigsten Maart duizend negen honderd en dertien, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen: Joannes Poort, oud zesenveertig jaren, van beroep leedaanzegger en Taeke Henstra, oud drieendertig jaren, van beroep klerk, beide alhier wonende, die ons hebben verklaard, dat op den negenentwintigsten der maand Maart dezes jaars, des voormiddags te half vier uur, binnen deze gemeente is overleden: Joanna Anna Son, oud achtenzestig jaren, werkvrouw, geboren te Zuidhorn, wonende alhier, weduwe van Johannes Everhardus Koop, dochter van Hindrik Doris Son en van Annechien Jans Woldijk, beide overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is onderteekend
.

trouwt op zondag 07-02-1875 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op vrijdag 13-10-1899 te Groningen)
met

Johannes Everhardus Koop [e-d], geboren op donderdag 21-06-1832 te Groningen, overleden op vrijdag 13-10-1899 te Groningen, trouwt (1) op zondag 23-05-1858 te Groningen, (ontbonden door overlijden op vrijdag 25-04-1873 te Groningen) met Anna Henderikus Son [f-d], dochter van Hindrik Dorus Son [v-d] en Annechien Jans Woldijk [v-d], geboren op vrijdag 08-02-1828 te Zuidhorn, overleden op vrijdag 25-04-1873 te Groningen.

Johannes Everhardus Koop [e-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Anna van 26-04-1873 te Groningen.
Beroep.
-->| Timmerman (1858-1899).
Geboorte.
-->| 23-06-1832: 403: Op heden den drieentwintigsten Junij achttienhonderd twee en dertig des voormiddags te tien uren is voor ons Hendrik Willem van Giffen, Wethouder der Stad Groningen, Speciaal belast met de functien van Officier van den Burgerlijken Stand verschenen Jan Koop, oud achtendertig jaren, Timmerman en Metselaar, wonende alhier in de Guldenstraat Lett K n° 9, dewelke geadsisteerd door twee getuigen, de eerste Daniel Kroon, oud vijftig jaren, Wever, de tweede Egbert Wagenborg, oud eenendertig jaren, Kuiper, beide alhier woonachtig, heeft verklaard, dat zijn Echtgenoote Anna Tecla Middendorp, oud negenentwintig jaren, zonder beroep op den eenentwintigsten dezer des nachts te half twaalf uur in het bovengemelde huis verlost is van eenen zoon, dewelke genaamd is Johannes Everhardus. Ten gevolge van deze verklaring hebben wij de tegenwoordige acte opgemaakt, die door den vader van het kind getuigen en ons na voorlezing is geteekend.
Huwelijk.
-->| 23-05-1858: 112: In het jaar duizend achthonderd en achtenvijftig, den drie en twintigsten der maand Mei zijn voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijke Stand der Gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, in het huis dezer gemeente verschenen: Johannes Everhardus Koop, geboren te Groningen, bijna zesentwintig jaren oud, van beroep timmerman, wonende te Groningen, meerderjarige zoon van Jan Koop, van beroep timmerman, en van Anna Tecla Middendorp, zonder beroep, wonende te Groningen, thans hier tegenwoordig en hunne toestemming tot de voltrekking van dit Huwelijk gevende; als Bruidegom ter eene, en Anna Henderikus Son, geboren te Zuidhorn, oud dertig jaren, van beroep dienstmeid, wonende te Groningen, meerderjarige dochter van Hindrik Doris Son, van beroep koperslager, en van Annechien Jans Woldijk, zonder beroep, wonende te Zuidhorn, als Bruid ter andere zijde. Welke ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan en daartoe aan ons ter hand stellende: 1°. de akte van geboorte van den Bruidegom, waaruit blijkt dat hij is geboren den een en twintigsten Junij achttienhonderd en twee en dertig te Groningen; 2° de akte van geboorte van de Bruid, waaruit blijkt dat zij is geboren den achtsten Februarij achttienhonderd en achtentwintig te Zuidhorn; 3° Uittreksel uit het register der akten van Huwelijksafkondigingen alhier, dewelke zonder stuiting zijn afgeloopen. Waarna de aanstaande Echtgenooten elk afzonderlijk aan ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot Echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn; zoo hebben wij Ambtenaar voornoemd, in naam der wet verklaard, dat Johannes Everhar.. hardus Koop en Anna Henderikus Son bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn. Voorts hebben wij de aan ons ter hand gestelde stukken, gehecht aan het eene dubbel van dit Huwelijks-register en daarvan dadelijke deze akte opgemaakt en in de beide dubbelen van het Huwelijks register dezer Gemeente ingeschreven. Gedaan in tegenwoordigheid van 1°. Theodorus Son, oud vijfentwintig jaren, van beroep koperslager, wonende te Zuidhorn, broeder van de Echtgenoote, 2° Hermannus Cornelis Boelens, oud achtentwintig jaren, 3° Hubertus van der Nap, oud drieentwintig jaren, beide van beroep timmerman, en 4° Silvester Borerman, oud zevenentwintig jaren, van beroep koperslager, laatstgenoemde drie te Groningen woonachtig, geen bloed- of aanverwanten van de Echtgenooten, als hiertoe door de belanghebbende verzochte getuigen. En is deze akte, na gedane voorlezing, door de Echtgenooten, den vader van den Echtgenoote en de getuigen nevens ons geteekend, verklarende de moeder van de Echtgenoot niet te kunnen schrijven, op dag, maand en jaar als boven.
-->| 07-02-1875: Nummer 22. In het jaar duizend achthonderd vijf en zeventig, den zevenden der maand Februarij verschenen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, in het gemeentehuis alhier: Johannes Everhardus Koop, geboren te Groningen den eenentwintigsten Junij achttienhonderd tweeendertig oud tweeenveertig jaren, timmerman wonende te Groningen, weduwnaar van Anna Henderikus Son, meerderjarige zoon van wijlen Jan Koop, in leven timmerman en van wijlen Anna Tecla Middendorp, in leven zonder beroep, overleden te Groningen als bruidegom ter eene en Joanna Anna Son geboren te Zuidhorn den zestienden Julij achttienhonderd vierenveertig, oud dertig jaren, zonder beroep wonende te Zuidhorn, meerderjarige dochter van wijlen Hindrik Doris Son in leven koperslager en van wijlen Annechien Jans Woldijk in leven zonder beroep overleden te Zuidhorn, als bruid ter andere zijde. Welke Comparanten aan ons verzochten te willen overgaan tot voltrekking van het Huwelijk tusschen hen voorgenomen onder overlegging der bij de Wet vereischte stukken, zijnde: 1°. Uittreksel uit het register der acten van Huwelijks-Afkondigingen te Groningen en Zuidhorn houdende dat dezelve aldaar hebben plaats gehad en zonder stuiting zijn afgeloopen; 2°. Geboorteacten van bruidegom en bruid; 3° de acte van overlijden van bruidegoms vorige vrouw. 4°. Koninklijk besluit van den tienden Augustus achttienhonderd vierenzeventig nummer achtenzestig, waarbij is goedgevonden en verstaan aan den bruidegom te vergunnen een huwelijk te kunnen aangaan met genoemde bruid zuster zijner overleden vrouw..Ter voldoening aan welk verzoek wij de aanstaande echtgenooten in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; hetwelk door hen uitdrukkelijk bevestigend is beantwoord; waarop wij in naam der wet uitspraak hebben gedaan, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn. In tegenwoordigheid van 1° Nicolaas Koop oud zevendertig jaren timmerman, broeder van den Echtgenoot 2° Johannes Bernardus Walker oud achtentwintig jaren, voerman, zwager van den Echtgenoot, beide wonende te Groningen 3° Mattheus Theodorus Son, oud drieenveertig jaren, koperslager wonende te Zuidhorn, broeder Echtgenoote en 4° Sebe de Vries oud eenenveertig jaren molenaar wonende te de Bril gemeente Zuidhorn, zwager der Echtgenoote. Waarvan deze acte is opgemaakt welke na voorlezing is geteekend door ons de Echtgenooten en de getuigen.
Overlijden.
-->| 14-10-1899: Nummer 892. In het jaar duizend achthonderd negenennegentig, den veertienden October zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen: Hinderikus Lambertus Lubbers, oud vijftig jaren leedaanzegger en Johannes Carels Vriemoet, oud negenendertig jaren, adjunct commies, beide alhier wonende, dewelke ons hebben verklaard dat op de dertiende dezer maand des namiddags te drie uur binnen deze gemeente is overleden: Johannes Everhardus Koop oud zevenenzestig jaren, timmerman, geboren en wonende alhier, eerst weduwnaar van Anna Henderikus Son, laatst man van Joanna Anna Son, zoon van wijlen Jan Koop, in leven timmerman, en van wijlen Anna Tecla Middendorp, in leven zonder beroep, overleden alhier. Van welke aangifte en verklaring deze akte is opgemaakt, die na voorlezing is geteekend door ons en de aangevers
.