Luitje Brink [g-3p]
Luitje Brink [g-3p]
Luitje Brink [g-3p], geboren op zaterdag 19-10-1839 te Diever, dienstmeid (1877), overleden op woensdag 17-09-1913 te Diever.

trouwt (1) op woensdag 03-01-1877 te Dwingeloo, (gescheiden op maandag 17-12-1877 te Assen)
met

Hendrik Muntstra [e-3p], geboren op vrijdag 09-05-1828 te Midwolde, overleden op zondag 12-10-1902 te Stedum, trouwt (1) op woensdag 02-05-1849 te Leek, (ontbonden door overlijden op maandag 09-03-1874 te Hoogersmilde) met Seike Pol [a-3p], dochter van Doede Johannes Pol [a-3;e-p;g-1] en Jetske Mennes Martini [a-p;e-3;g-1], geboren op zondag 28-11-1819 te Leek, overleden op maandag 09-03-1874 te Hoogersmilde.

Hendrik Muntstra [e-3p].
Naam.
--» Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Seike van 10-03-1874 te Smilde.
Beroep.
--» Zonder (1849), Winkelier (1849-1854), Tapper (1858), Landbouwer (1871), Schipper (1902).
Geboorte.
--» 13-05-1828: 53. In het jaar eenduizend acht honderd acht en twentig den dertienden Mei des nademiddags om Zes uur, is voor ons Burgemeester Officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek gecompareerd Sijbe Kornelis Muntstra oud acht en veertig Jaren Landbouwer wonende te Midwolde, welke ons heeft verklaard dat op den negenden Mei achttienhonderd acht en twentig des avonds om negen uuren, uit hem declarant en deszelfs Huisvrouw Geeske Jans Bos oud achtendertig jaren zonder beroep is geboren een kind van het Manlijk geslacht, aan het zelve de voornaam van Hendrik gevende. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Alle Alberts IJpma oud Zeven en dertig jaren Landbouwer wonende te Midwolde en Christoffer Aalmoes oud een en dertig Jaren Veldwachter wonende op de Leek. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en na voorlezing door den declarant benevens de getuigen en ons verteekend.
Huwelijk.
--» 02-05-1849: 22: Op heden den tweeden der maand Mei Achttienhonderd negenveertig, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Leek, in het Huis der gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Hendrik Muntstra, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren te Midwolde, wonende te Lettelbert, beide Gemeente Leek, minderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en van Geeske Jans Bos, ehelieden, van beroep Landbouwers wonende te Lettelbert opgemeld. ter eene - en Seike Pol, oud negentwintig jaren, van beroep Mutsenmaakster, geboren en wonende te Leek, meerderjarige dochter van wijlen Doede Johannes Pol en van wijlen Jetske Mennes Martinie, in leven ehelieden, beide overleden, ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd: Vooreerst. de akte waaruit blijkt dat de beide afkondigingen, zonder stuiting, alhier hebben plaats gehad op zondagen den vijftienden en den tweeëntwintigsten April Achttienhonderd negenveertig, telkens des middags te twaalf uren. Ten Tweeden. de akten van geboorten van de verloofden. Ten Derden. de akten van overlijden der ouders van de bruid, - en Ten Vierden, het certificaat LL waaruit geblijkt, dat de Bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan, afgegeven door den Heer Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Groningen. En zijn de ouders van den Bruidegom hierbij.hierbij tegenwoordig, die verklaarden hunne toestemming tot dit Huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het Openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijk Staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, Zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Antonij Smit, oud veertig jaren, van beroep opzigter, wonende te Leek, Roelf Koekoek oud negentwintig jaren, van beroep veerschipper, wonende te Leek, Klaas Jacobs Stuit, oud negentwintig jaren, van beroep Vleeschhouwer, wonende te Leek, en van Jakob Heerdt, oud negentwintig jaren, van beroep Kastelein, wonende te Leek. En is hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing, door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
--» 03-01-1877: N° een: Op heden, den derden Januarij achttien honderd zeven en zeventig, zijn voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Dwingeloo, provincie Drenthe, ten gemeentehuize aldaar verschenen: Hendrik Muntstra, oud achtenveertig jaar, weduwenaar van Seike Pol, landbouwer van beroep, geboren te Leek, Provincie Groningen, en wonende te Dwingeloo, meerderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en Geesje Jans Bos, beide overleden, ter eener, en Luitje Brink, oud zevendertig jaar, geboren te Diever en wonende te Dwingeloo, dienstmaagd van beroep, meerderjarige dochter van Hendrik Jans Brink en Meintje Berends Moes, echtelieden, arbeiders van beroep wonende in de gemeente Dwingeloo, jongedochter ter andere zijde. verzoekende, over te gaan tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk, waarvan de afkondigingen alhier zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den vieren Twintigsten en den eenen dertigsten December jongstleden. En hebben de genoemde personen mij tot dat einde ter hand gesteld: 1°. hunne geboorteacten; 2° de overlijdensacte van bruidegoms vroegere echtgenote. waarna zij mij, op mijne aan hen gerigte vraag, ieder afzonderlijk, in het openbaar hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk zullen vervullen al de pligten, die de wet aan den huwelijken staat oplegt, waarop ik in naam der wet hebben verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden, in tegenwoordigheid van: 1°. Harm Riesse, oud drie en veertig jaren, bakker van beroep; 2°. Jacob Zwiers, oud vijfendertig jaar, smid van beroep; 3°. Roelof Staal oud dertig jaar, hoofdonderwijzer van beroep; en 4°. Johannes Kuipers, oud vijfentwintig jaar, hoofdonderwijzer van beroep; allen wonende te Dwingeloo, als verzochte getuigen en naburen. En is hiervan door mij deze acte opgemaakt en, na voorlezing, met comparanten en de getuigen geteekend.
--» 17-04-1878: N° 9: Op heden, den zeventienden April achttienhonderd acht en zeventig, zijn voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen, provincie Drenthe, ten gemeentehuize aldaar verschenen: Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloerveld, gemeente Dwingeloo, overleggende een grosse van het vonnis gewezen door de Arrondissements Regtbank te Assen den zeventienden December achttienhonderd zevenenzeventig, behoorlijk geregistreerd, waarbij bij verstek is uitgesproken de echtscheiding tusschen de eischeres Comparante en den gedaagde Hendrik Muntstra thans wonende te Assen, arbeider van beroep, van het huwelijk (tusschen) gesloten te Dwingeloo den derden Januari achttien honderd zevenenzeventig, zulks op grond van overspel; Waarvan door mij inschrijving is gedaan ten verzoek van de Comparante eischeres voormeld, die tevens aan mij nevens het gemelde vonnis heeft overgelegd het Certificaat van den Griffier van voormelde Regtbank, behoorlijk geregistreerd, waaruit blijkt dat geen verzet ter griffie is aangeteekend, noch bij de Regtbank is aanhangig gemaakt of door eenig ander middel is opgekomen, welke stukken aan deze acte is vastgehecht. En is hiervan door mij deze acte opgemaakt, en, na voorlezing, met de Comparante geteekend. (de doorhaling van drieennegentig gedrukte woorden en een Cijfer goedgekeurd).
In naam des Konings! De Arrondissementsregtbank te Assen heeft op het hierna ingevoegde verzoekschrift en de daarna uitgebragte dagvaarding gewezen het navolgende vonnis: Aan de Arrondissementregtbank te Assen geeft met verschuldigden eerbied te kennen Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloërveld, Gemeente Dwingelo, gratis geadmitteerd bij beschikking des Arrondissementregtbank te Assen van den vierentwintigsten Julij 1800 zeven en zeventig; Dat zij den derden Januarij 1800 zeven en zeventig is gehuwd met Hendrik Muntstra toen mede wonende in het Leggeloerveld, doch thans te Assen, althans aldaar verblijf houdende, dat al spoedig na het huwelijk haar echtgenoot begonnen is haar te mishandelen, zoodanig, dat haar leven daardoor meermalen in gevaar is gebragt, zooals onder anderen ook op den zesden Maart 1800 zeven en zeventig, toe hij haar zoodanig heeft geschopt en geslagen, dat zij alleen op haar geschreeuw door de buren is ontzet; Dat zij voorts de nachten van twintig, een en . en twintig, twee en twintig en drie en twintig Maart 1800 zeven en zeventig met zijn twintigjarige dochter uit vroeger huwelijk in de echtelijke woning even als man en vrouw hetzelfde bed heeft beslapen. Dat zij op grond dier levensgevaarlijke mishandelingen en van dat overspel eene vordering tot echtscheiding tegen genoemden haren echtgenoot wenscht in te stellen en ter zijner tijd zal concluderen, dat Het de Regtbank moge behagen het huwelijk tusschen haar en Hendrik Muntstra bestaande, door echtscheiding ontbonden te verklaren. Assen den 4 September 1877 voor de rekwestrante geteekend A. Vos.
De Arrondissementsregtbank te Assen in de zaak van Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloërveld, gemeente Dwingelo, toegelaten om kostenloos te procederen bij beschikking dezer Regtbank van den vierentwintigsten Julij 1800 zeven en zeventig, requestrante bij verzoekschrift van den vierden September 1800 zeven en zeventig en eischeres bij exploit van dagvaarding van den achten twintigsten September 1800 zeven en zeventig den eersten October daaraanvolgende te Assen in . in debet geregistreerd, hebbende tot procureur mr. Albert Vos. Tegen Hendrik Munstra, arbeider, wonende, althans verblijf houdende te Assen, gerequestreerde en gedaagde bij gemeld verzoekschrift en exploit, niet verschenen; Gehoord de conclusie der eischeres, daartoe strekkende, dat het de Regtbank moge behagen ten profijte van het verleend verstek, het huwelijk tusschen de eischeresse Luitje Brink en den gedaagde Hendrik Munstra bestaande, door echtscheiding ontbonden te verklaren. Gelet op het ter teregtzitting dezer regtbank van den derden December jongstleden gehouden getuigenverhoor; Gehoord de conclusie van den Officier van Justitie jonkheer mr de Savornin Lohman, strekkende tot ontzegging van den eische, als niet bewezen. Gezien het aangehaalde verzoekschrift de grosse van de daarop door den President dezer Regtbank verleende bschikking van den achttienden September 1800 zeven en zeventig; een extract uit het register van huwelijken in de Gemeente Dwingelo over het jaar 1800 een en zeventig; het voormelde exploit van dagvaarding; de grosse van het op. op den twee en twintigsten October jongstleden door deze Regtbank gewezen interlocutoir vonnis, den twaalfden November daaraanvolgende te Assen geregistreerd, en de verdere stukken van het geding. Overwegende ten aanzien van de daadzaken; dat de eischeres, na daartoe, op het door haar ingediende verzoekschrift, van den President dezes Regtbank; bij de voormelde beschikking, het vereischte verlof te hebben verkregen, den gedaagde bij het aangehaalde exploit voor deze regtbank heeft doen dagvaarden met den eisch tot ontbonden verklaring van het tusschen haar en den gedaagde bestaande huwelijk, op de navolgende, met het verzoekschrift overeenkomende gronden: "dat zij den derden Januarij 1800 zeven en zeventig is gehuwd met Hendrik Muntstra, den gedaagde, toen mede wonende in het Leggeloërveld; dat al spoedig na het huwelijk de gedaagde begonnen is haar te mishandelen, zoodanig dat haar leven daardoor menigmaal in gevaar is gebragt, zooals onder anderen ook op den zesden Maart 1800 zeven en zeventig, toen de gedaagde haar zoodang heeft geschopt .geschopt en geslagen, dat zij alleen op haar geschreeuw door de buren is ontzet; dat de gedaagde voorts de nachten van twintig, eenentwintig, tweeentwintig en drieentwintig Maart 1800 zeven en zeventig met zijne twintigjarige dochter uit vroeger huwelijk in de echtelijke woning even als man en vrouw hetzelfde bed heeft beslapen, en dat zij op grond dier levensgevaarlijke mishandelingen en van dat overspel het huwelijk tusschen haar en de gedaagde bestaande wenscht ontbonden te zien; dat nadat tegen de gedaagde verstek was verleend, door de eischeres overeenkomstig de dagvaarding is geconcludeerd; dat daarop bij voormeld interlocutoir vonnis ambtshalve aan de eischeres is opgelegd om de bij de dagvaarding gestelde daadzaken door getuigen te bewijzen en dien ten gevolge ter teregtzitting van den derden December jongstleden dienaangaande onder eede zijn gehoord drie getuigen. Overwegende ten aanzien van het regtspunt; dat het bestaan van het huwelijk tusschen den gedaagde en de eischeres door het overgelegde extract uit het register van huwelijken is bewezen; dat . dat het gehouden getuigenverhoor geen bewijs heeft opgeleverd van de gestelde levensgevaarlijke mishandeling, doch het feit van overspel voldoende heeft gestaafd, dat immers door den getuige Derk Scheper is verklaard: dat hij, in de maand Maart, jongstleden (tegen den nacht - goedgekeurd) den gedaagde, in de door dezen diens vrouw en diens dochter uit een vroeger huwelijk bewoonde kamer, waarin zich slechts twee bedsteden bevonden, de een voor den gedaagde en zijne vrouw, de andere voor bedoelde dochter, heeft hooren gaan in dezelfde bestede, in welke hij vooraf de dochter had behooren gaan, en waargenomen heeft, dat gedaagde bij haar op het bed bleef liggen en dat hij wel meermalen bespeurd heeft dat zij bij elkander te bed legen; welke verklaring is bevestigd door die van de getuigen Wibbegien Sipkes, weduwe scheper, dat zij meermalen gehoord heeft, dat de gedaagde in de bedstede beslapen wordende door bedoelde zijn voordochter, terwijl de andere in die woning nog aanwezige bedstede diende tot slaapplaats voor den gedaagde en de eischeres, des nachts bij deze zijne voordochter op het bed kwam en daar liggen bleef. dat . dat deze alzoo bewezene daadzaken het feit van overspel, gepleegd door den gedaagde genoegzaam aanduiden, en dat overspel grond oplevert tot het vragen van echtscheiding; Regt doende in naam des Konings en bij verstek! En voorts tevens definitief beschikkende op het ingediende verzoekschrift; Verklaart het huwelijk tusschen de eischeres Luitje Brink en den gedaagde Hendrik Munstra, in de huwelijksacte Muntstra genaamd, door echtscheiding ontbonden, en veroordeelt den gedaagde in de kosten van het geding. Aldus geoordeeld en gewezen door de Arrondissements Regtbank te Assen bij mr. Busmann, president, Hengst en Roessingh, regters, en door den president uitgesproken ter gewone openbare teregtzitting der regtbank voor de behandeling van burgelijke zaken van maandag den zeventienden December 1800 zeven en zeventig, in tegenwoordigheid van genoemde regters, van jonkheer mr. de Savornin Lohman, Officier van Justitie, en van mr. Bertling, griffier. En is dit vonnis door den President en den Griffier onderteekend.
Overlijden.
--» 12-10-1902: N° 26: Den twaalfden der maand October negentien honderd twee, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Stedum, Geert Tamminga, oud eenenzestig jaren, van beroep daglooner, wonende te Stedum, en Hendrik Vegter, oud tweeendertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Sint Annen, die aangifte deden, dat den twaalfden der maand October dezes jaars, des voormiddags te acht uur, te Stedum, in deze gemeente, is overleden: Hindrik Muntstra, oud vierenzeventig jaren, van beroep schipper, geboren te Lettelbert, wonende te Groningen, weduwnaar van Sijke Dadelpol, zoon van Sieben Muntstra en van Geessien Bos, beide overleden. Hiervan heb ik deze akte opgemaakt en na voorlezing met de aangevers geteekend.
--» 15-10-1902: Nummer 1014: In het jaar duizend negenhonderd en twee, den vijftienden October (zijn) is door ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen (verschenen) ontvangen het navolgende afschrift: "Ambtshalve opgemaakt in voldoening van art.50 van het Burgerlijk Wetboek. Vrij van zegel ingevolge Koninklijk Besluit van den 30en December 1844 no. 66. Burgelijke Stand, Provincie Groningen, Arrondissement Groningen, Gemeente Stedum. Uittreksel uit een register van Overledenen. Uit een register van overledenen blijkt: dat op den twalafden October des jaars negentienhonderdtwee te Stedum in deze gemeente is overleden: Hindrik Muntstra, oud vierenzeventig jaren, van beroep schipper, geboren te Lettelbert, wonende te Groningen, weduwnaar van Sijke Dadelpol, zoon van Sieben Muntstra en van Geessien Bos, beide overleden. Voor eensluidend uittreksel Stedum den 13en October 1902. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Stedum (geteekend) M.T. Marringa. Voor eensluidend afschrift: De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen. (De doorhaling van het woord "zijn" in den tweeden regel en van het woord "verschenen" in den derden regel, alsmede de doorhaling van drieentwintig gedrukte regels in nevenstaande acte goedgekeurd)
.

trouwt (2) op zaterdag 15-10-1887 te Diever, (ontbonden door overlijden op vrijdag 17-02-1911 te Geeuwenbrug)
met

Karst Tol [g-3p], geboren op zondag 11-01-1835 te Geeuwenbrug, arbeider (1911), overleden op vrijdag 17-02-1911 te Geeuwenbrug, trouwt (1) op zaterdag 25-06-1864 te Diever, (ontbonden door overlijden op vrijdag 10-01-1868 te Geeuwenbrug) met Johanna van der Veen [g-3p], geboren op vrijdag 29-03-1839 te Meppel, overleden op woensdag 01-01-1868 te Geeuwenbrug, trouwt (2) op vrijdag 12-03-1869 te Diever, (ontbonden door overlijden op maandag 21-02-1887 te Geeuwenbrug) met Anna Sofia Berlijn [g-3p], geboren op maandag 08-03-1841 te Wapserveen, overleden op maandag 21-02-1887 te Geeuwenbrug.


Willem Cuiper
Willem Cuiper [e-3p], geboren op woensdag 15-04-1857 te Oldeberkoop, landbouwer (1910), overleden op vrijdag 16-09-1910 te Hoogersmilde.

trouwt op zaterdag 24-01-1885 te Smilde, (ontbonden door overlijden op vrijdag 16-09-1910 te Hoogersmilde)
met

Sara Doede Muntstra [a-3p], dochter van Hendrik Muntstra [e-3p] en Seike Pol [a-3p], geboren op woensdag 09-06-1852 te Leek, overleden op zaterdag 14-03-1936 te Smilde, trouwt (1) met Homme Heidema [e-3p].


Albert Biense Kobes
Albert Biense Kobes [e-3p], geboren op donderdag 09-09-1869 te Wouterswoude, overleden op zaterdag 08-03-1941 te Leeuwarden.

trouwt (1) op zaterdag 08-07-1899 te Kollum, (ontbonden door overlijden op vrijdag 01-03-1901 te Damwoude)
met

Geertje de Boer [g-3p], geboren op donderdag 02-10-1862 --» Haar geboortedaum komt uit haar huwelijksacte van 08-07-1899 te Kollum te Oudega, overleden op vrijdag 01-03-1901 te Damwoude.

trouwt (2) op zaterdag 30-05-1903 te Kollum, (ontbonden door overlijden op zaterdag 08-03-1941 te Leeuwarden)
met

Jetske Muntstra [a-3p], dochter van Hendrik Muntstra [e-3p] en Seike Pol [a-3p], geboren op maandag 19-07-1858 te Leek, overleden op zondag 29-07-1945 te Leeuwarden.


Anje Schipper
Anje Schipper [a-2], geboren op zaterdag 21-09-1867 te Aduard, overleden op dinsdag 21-05-1935 te Groningen.

trouwt op woensdag 26-02-1896 te Aduard, (ontbonden door overlijden op donderdag 21-03-1935 te Groningen)
met

Pieter Douma [e-2], geboren op woensdag 04-01-1871 te Visvliet, onderwijzer (1896), overleden op maandag 25-03-1957 te Groningen.


Pieter Douma
Pieter Douma [e-2], geboren op woensdag 04-01-1871 te Visvliet, onderwijzer (1896), overleden op maandag 25-03-1957 te Groningen.

trouwt op woensdag 26-02-1896 te Aduard, (ontbonden door overlijden op donderdag 21-03-1935 te Groningen)
met

Anje Schipper [a-2], dochter van Hendrik Schipper [e-2] (zonder (1857), herbergier (1861-1864, 1868), logementhouder (1864-1867), bierbrouwer (1879)) en Jantje Poll [a-2], geboren op zaterdag 21-09-1867 te Aduard, overleden op dinsdag 21-05-1935 te Groningen.