Seike Pol [a-3p]
Seike Pol [a-3p]
Seike Pol [a-3p], geboren op zondag 28-11-1819 te Leek, overleden op maandag 09-03-1874 te Hoogersmilde.

Seike Pol [a-3p].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar geboorteacte van 03-12-1819 te Leek.
Beroep.
-->| Mutsenmaakster (1849), Zonder (1849).
Geboorte.
-->| 03-12-1819: 127: In het jaar Een duizend acht honderd negentien den derden December s'avonds om zes uuren is voor ons Schout, Officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek, gecompareerd Doede Johannes Pol oud negen en vijftig jaren, Herbergier, wonende op de Leek, welke ons heeft verklaard dat op den acht en twintigsten November deezes jaars s'nademiddags om drie uuren in het Huis N° 46 te Leek uit hem Declarant en deszelfs Huisvrouw Jetske Mennes Martinie oud drie en veertig jaren, zonder beroep, is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht aan hetzelve den voornaam van Seike gevende. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Jan Hindrik Copinga oud drie en zeventig jaren, zonder beroep, en Wiebe Hindriks Bos oud een en veertig jaren, Schoenmaker, beide wonende op de Leek; Zoo is hiervan deze Acte geformeerd en na voorlezinge door den deposant benevens de getuigen en ons vertekend.
Huwelijk.
-->| 02-05-1849: 22: Op heden den tweeden der maand Mei Achttienhonderd negenveertig, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Leek, in het Huis der gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Hendrik Muntstra, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren te Midwolde, wonende te Lettelbert, beide Gemeente Leek, minderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en van Geeske Jans Bos, ehelieden, van beroep Landbouwers wonende te Lettelbert opgemeld. ter eene - en Seike Pol, oud negentwintig jaren, van beroep Mutsenmaakster, geboren en wonende te Leek, meerderjarige dochter van wijlen Doede Johannes Pol en van wijlen Jetske Mennes Martinie, in leven ehelieden, beide overleden, ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd: Vooreerst. de akte waaruit blijkt dat de beide afkondigingen, zonder stuiting, alhier hebben plaats gehad op zondagen den vijftienden en den tweeëntwintigsten April Achttienhonderd negenveertig, telkens des middags te twaalf uren. Ten Tweeden. de akten van geboorten van de verloofden. Ten Derden. de akten van overlijden der ouders van de bruid, - en Ten Vierden, het certificaat LL waaruit geblijkt, dat de Bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan, afgegeven door den Heer Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Groningen. En zijn de ouders van den Bruidegom hierbij..hierbij tegenwoordig, die verklaarden hunne toestemming tot dit Huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het Openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijk Staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, Zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Antonij Smit, oud veertig jaren, van beroep opzigter, wonende te Leek, Roelf Koekoek oud negentwintig jaren, van beroep veerschipper, wonende te Leek, Klaas Jacobs Stuit, oud negentwintig jaren, van beroep Vleeschhouwer, wonende te Leek, en van Jakob Heerdt, oud negentwintig jaren, van beroep Kastelein, wonende te Leek. En is hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing, door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
Overlijden.
-->| 10-03-1874: N° 18: Op heden, den tienden Maart achttien honderd vier en zeventig, verscheen voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Smilde, provincie Drenthe, Martinus Hofman, oud zesendertig jaar, van beroep landbouwer, wonende te Hoogersmilde, en Wolter Bosscha, oud veertig jaar, van beroep arbeider, wonende te Hoogersmilde, de eerste buurman, de tweede buurman van den na te noemen overleden, die verklaarden, dat Seike Pol gehuwd met Hindrik Muntstra wonende te Hoogersmilde, gemeente Smilde, van beroep zonder, dochter van Doede Johannes Pol en van Jetske Minne Mathinie, beiden overleden, uit welke zij geboren is in de gemeente Leek, den achtentwintigste November eenduizend acht honderd en negentien, den negenden dezer maand Maart, des middags te een uren, ten haren huize nummer negenhonderd en vijf, wijk D, in de gemeente Smilde, in den ouderdom van vier en vijftig jaren is overleden. En hebben de declaranten deze acte, na voorlezing, nevens mij onderteekend
.

trouwt op woensdag 02-05-1849 te Leek, (ontbonden door overlijden op maandag 09-03-1874 te Hoogersmilde)
met

Hendrik Muntstra [e-3p], geboren op vrijdag 09-05-1828 te Midwolde, overleden op zondag 12-10-1902 te Stedum, trouwt (2) op woensdag 03-01-1877 te Dwingeloo, (gescheiden op maandag 17-12-1877 te Assen) met Luitje Brink [g-3p], geboren op zaterdag 19-10-1839 te Diever, dienstmeid (1877), overleden op woensdag 17-09-1913 te Diever.

Hendrik Muntstra [e-3p].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Seike van 10-03-1874 te Smilde.
Beroep.
-->| Zonder (1849), Winkelier (1849-1854), Tapper (1858), Landbouwer (1871), Schipper (1902).
Geboorte.
-->| 13-05-1828: 53. In het jaar eenduizend acht honderd acht en twentig den dertienden Mei des nademiddags om Zes uur, is voor ons Burgemeester Officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek gecompareerd Sijbe Kornelis Muntstra oud acht en veertig Jaren Landbouwer wonende te Midwolde, welke ons heeft verklaard dat op den negenden Mei achttienhonderd acht en twentig des avonds om negen uuren, uit hem declarant en deszelfs Huisvrouw Geeske Jans Bos oud achtendertig jaren zonder beroep is geboren een kind van het Manlijk geslacht, aan het zelve de voornaam van Hendrik gevende. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Alle Alberts IJpma oud Zeven en dertig jaren Landbouwer wonende te Midwolde en Christoffer Aalmoes oud een en dertig Jaren Veldwachter wonende op de Leek. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en na voorlezing door den declarant benevens de getuigen en ons verteekend.
Huwelijk.
-->| 02-05-1849: 22: Op heden den tweeden der maand Mei Achttienhonderd negenveertig, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Leek, in het Huis der gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Hendrik Muntstra, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren te Midwolde, wonende te Lettelbert, beide Gemeente Leek, minderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en van Geeske Jans Bos, ehelieden, van beroep Landbouwers wonende te Lettelbert opgemeld. ter eene - en Seike Pol, oud negentwintig jaren, van beroep Mutsenmaakster, geboren en wonende te Leek, meerderjarige dochter van wijlen Doede Johannes Pol en van wijlen Jetske Mennes Martinie, in leven ehelieden, beide overleden, ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd: Vooreerst. de akte waaruit blijkt dat de beide afkondigingen, zonder stuiting, alhier hebben plaats gehad op zondagen den vijftienden en den tweeëntwintigsten April Achttienhonderd negenveertig, telkens des middags te twaalf uren. Ten Tweeden. de akten van geboorten van de verloofden. Ten Derden. de akten van overlijden der ouders van de bruid, - en Ten Vierden, het certificaat LL waaruit geblijkt, dat de Bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan, afgegeven door den Heer Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Groningen. En zijn de ouders van den Bruidegom hierbij..hierbij tegenwoordig, die verklaarden hunne toestemming tot dit Huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het Openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijk Staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, Zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Antonij Smit, oud veertig jaren, van beroep opzigter, wonende te Leek, Roelf Koekoek oud negentwintig jaren, van beroep veerschipper, wonende te Leek, Klaas Jacobs Stuit, oud negentwintig jaren, van beroep Vleeschhouwer, wonende te Leek, en van Jakob Heerdt, oud negentwintig jaren, van beroep Kastelein, wonende te Leek. En is hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing, door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
-->| 03-01-1877: N° een: Op heden, den derden Januarij achttien honderd zeven en zeventig, zijn voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Dwingeloo, provincie Drenthe, ten gemeentehuize aldaar verschenen: Hendrik Muntstra, oud achtenveertig jaar, weduwenaar van Seike Pol, landbouwer van beroep, geboren te Leek, Provincie Groningen, en wonende te Dwingeloo, meerderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en Geesje Jans Bos, beide overleden, ter eener, en Luitje Brink, oud zevendertig jaar, geboren te Diever en wonende te Dwingeloo, dienstmaagd van beroep, meerderjarige dochter van Hendrik Jans Brink en Meintje Berends Moes, echtelieden, arbeiders van beroep wonende in de gemeente Dwingeloo, jongedochter ter andere zijde. verzoekende, over te gaan tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk, waarvan de afkondigingen alhier zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den vieren Twintigsten en den eenen dertigsten December jongstleden. En hebben de genoemde personen mij tot dat einde ter hand gesteld: 1°. hunne geboorteacten; 2° de overlijdensacte van bruidegoms vroegere echtgenote. waarna zij mij, op mijne aan hen gerigte vraag, ieder afzonderlijk, in het openbaar hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk zullen vervullen al de pligten, die de wet aan den huwelijken staat oplegt, waarop ik in naam der wet hebben verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden, in tegenwoordigheid van: 1°. Harm Riesse, oud drie en veertig jaren, bakker van beroep; 2°. Jacob Zwiers, oud vijfendertig jaar, smid van beroep; 3°. Roelof Staal oud dertig jaar, hoofdonderwijzer van beroep; en 4°. Johannes Kuipers, oud vijfentwintig jaar, hoofdonderwijzer van beroep; allen wonende te Dwingeloo, als verzochte getuigen en naburen. En is hiervan door mij deze acte opgemaakt en, na voorlezing, met comparanten en de getuigen geteekend.
-->| 17-04-1878: N° 9: Op heden, den zeventienden April achttienhonderd acht en zeventig, zijn voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen, provincie Drenthe, ten gemeentehuize aldaar verschenen: Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloerveld, gemeente Dwingeloo, overleggende een grosse van het vonnis gewezen door de Arrondissements Regtbank te Assen den zeventienden December achttienhonderd zevenenzeventig, behoorlijk geregistreerd, waarbij bij verstek is uitgesproken de echtscheiding tusschen de eischeres Comparante en den gedaagde Hendrik Muntstra thans wonende te Assen, arbeider van beroep, van het huwelijk (tusschen) gesloten te Dwingeloo den derden Januari achttien honderd zevenenzeventig, zulks op grond van overspel; Waarvan door mij inschrijving is gedaan ten verzoek van de Comparante eischeres voormeld, die tevens aan mij nevens het gemelde vonnis heeft overgelegd het Certificaat van den Griffier van voormelde Regtbank, behoorlijk geregistreerd, waaruit blijkt dat geen verzet ter griffie is aangeteekend, noch bij de Regtbank is aanhangig gemaakt of door eenig ander middel is opgekomen, welke stukken aan deze acte is vastgehecht. En is hiervan door mij deze acte opgemaakt, en, na voorlezing, met de Comparante geteekend. (de doorhaling van drieennegentig gedrukte woorden en een Cijfer goedgekeurd).
In naam des Konings! De Arrondissementsregtbank te Assen heeft op het hierna ingevoegde verzoekschrift en de daarna uitgebragte dagvaarding gewezen het navolgende vonnis: Aan de Arrondissementregtbank te Assen geeft met verschuldigden eerbied te kennen Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloërveld, Gemeente Dwingelo, gratis geadmitteerd bij beschikking des Arrondissementregtbank te Assen van den vierentwintigsten Julij 1800 zeven en zeventig; Dat zij den derden Januarij 1800 zeven en zeventig is gehuwd met Hendrik Muntstra toen mede wonende in het Leggeloerveld, doch thans te Assen, althans aldaar verblijf houdende, dat al spoedig na het huwelijk haar echtgenoot begonnen is haar te mishandelen, zoodanig, dat haar leven daardoor meermalen in gevaar is gebragt, zooals onder anderen ook op den zesden Maart 1800 zeven en zeventig, toe hij haar zoodanig heeft geschopt en geslagen, dat zij alleen op haar geschreeuw door de buren is ontzet; Dat zij voorts de nachten van twintig, een en .. en twintig, twee en twintig en drie en twintig Maart 1800 zeven en zeventig met zijn twintigjarige dochter uit vroeger huwelijk in de echtelijke woning even als man en vrouw hetzelfde bed heeft beslapen. Dat zij op grond dier levensgevaarlijke mishandelingen en van dat overspel eene vordering tot echtscheiding tegen genoemden haren echtgenoot wenscht in te stellen en ter zijner tijd zal concluderen, dat Het de Regtbank moge behagen het huwelijk tusschen haar en Hendrik Muntstra bestaande, door echtscheiding ontbonden te verklaren. Assen den 4 September 1877 voor de rekwestrante geteekend A. Vos.
De Arrondissementsregtbank te Assen in de zaak van Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloërveld, gemeente Dwingelo, toegelaten om kostenloos te procederen bij beschikking dezer Regtbank van den vierentwintigsten Julij 1800 zeven en zeventig, requestrante bij verzoekschrift van den vierden September 1800 zeven en zeventig en eischeres bij exploit van dagvaarding van den achten twintigsten September 1800 zeven en zeventig den eersten October daaraanvolgende te Assen in .. in debet geregistreerd, hebbende tot procureur mr. Albert Vos. Tegen Hendrik Munstra, arbeider, wonende, althans verblijf houdende te Assen, gerequestreerde en gedaagde bij gemeld verzoekschrift en exploit, niet verschenen; Gehoord de conclusie der eischeres, daartoe strekkende, dat het de Regtbank moge behagen ten profijte van het verleend verstek, het huwelijk tusschen de eischeresse Luitje Brink en den gedaagde Hendrik Munstra bestaande, door echtscheiding ontbonden te verklaren. Gelet op het ter teregtzitting dezer regtbank van den derden December jongstleden gehouden getuigenverhoor; Gehoord de conclusie van den Officier van Justitie jonkheer mr de Savornin Lohman, strekkende tot ontzegging van den eische, als niet bewezen. Gezien het aangehaalde verzoekschrift de grosse van de daarop door den President dezer Regtbank verleende bschikking van den achttienden September 1800 zeven en zeventig; een extract uit het register van huwelijken in de Gemeente Dwingelo over het jaar 1800 een en zeventig; het voormelde exploit van dagvaarding; de grosse van het op. op den twee en twintigsten October jongstleden door deze Regtbank gewezen interlocutoir vonnis, den twaalfden November daaraanvolgende te Assen geregistreerd, en de verdere stukken van het geding. Overwegende ten aanzien van de daadzaken; dat de eischeres, na daartoe, op het door haar ingediende verzoekschrift, van den President dezes Regtbank; bij de voormelde beschikking, het vereischte verlof te hebben verkregen, den gedaagde bij het aangehaalde exploit voor deze regtbank heeft doen dagvaarden met den eisch tot ontbonden verklaring van het tusschen haar en den gedaagde bestaande huwelijk, op de navolgende, met het verzoekschrift overeenkomende gronden: "dat zij den derden Januarij 1800 zeven en zeventig is gehuwd met Hendrik Muntstra, den gedaagde, toen mede wonende in het Leggeloërveld; dat al spoedig na het huwelijk de gedaagde begonnen is haar te mishandelen, zoodanig dat haar leven daardoor menigmaal in gevaar is gebragt, zooals onder anderen ook op den zesden Maart 1800 zeven en zeventig, toen de gedaagde haar zoodang heeft geschopt ..geschopt en geslagen, dat zij alleen op haar geschreeuw door de buren is ontzet; dat de gedaagde voorts de nachten van twintig, eenentwintig, tweeentwintig en drieentwintig Maart 1800 zeven en zeventig met zijne twintigjarige dochter uit vroeger huwelijk in de echtelijke woning even als man en vrouw hetzelfde bed heeft beslapen, en dat zij op grond dier levensgevaarlijke mishandelingen en van dat overspel het huwelijk tusschen haar en de gedaagde bestaande wenscht ontbonden te zien; dat nadat tegen de gedaagde verstek was verleend, door de eischeres overeenkomstig de dagvaarding is geconcludeerd; dat daarop bij voormeld interlocutoir vonnis ambtshalve aan de eischeres is opgelegd om de bij de dagvaarding gestelde daadzaken door getuigen te bewijzen en dien ten gevolge ter teregtzitting van den derden December jongstleden dienaangaande onder eede zijn gehoord drie getuigen. Overwegende ten aanzien van het regtspunt; dat het bestaan van het huwelijk tusschen den gedaagde en de eischeres door het overgelegde extract uit het register van huwelijken is bewezen; dat .. dat het gehouden getuigenverhoor geen bewijs heeft opgeleverd van de gestelde levensgevaarlijke mishandeling, doch het feit van overspel voldoende heeft gestaafd, dat immers door den getuige Derk Scheper is verklaard: dat hij, in de maand Maart, jongstleden (tegen den nacht - goedgekeurd) den gedaagde, in de door dezen diens vrouw en diens dochter uit een vroeger huwelijk bewoonde kamer, waarin zich slechts twee bedsteden bevonden, de een voor den gedaagde en zijne vrouw, de andere voor bedoelde dochter, heeft hooren gaan in dezelfde bestede, in welke hij vooraf de dochter had behooren gaan, en waargenomen heeft, dat gedaagde bij haar op het bed bleef liggen en dat hij wel meermalen bespeurd heeft dat zij bij elkander te bed legen; welke verklaring is bevestigd door die van de getuigen Wibbegien Sipkes, weduwe scheper, dat zij meermalen gehoord heeft, dat de gedaagde in de bedstede beslapen wordende door bedoelde zijn voordochter, terwijl de andere in die woning nog aanwezige bedstede diende tot slaapplaats voor den gedaagde en de eischeres, des nachts bij deze zijne voordochter op het bed kwam en daar liggen bleef. dat .. dat deze alzoo bewezene daadzaken het feit van overspel, gepleegd door den gedaagde genoegzaam aanduiden, en dat overspel grond oplevert tot het vragen van echtscheiding; Regt doende in naam des Konings en bij verstek! En voorts tevens definitief beschikkende op het ingediende verzoekschrift; Verklaart het huwelijk tusschen de eischeres Luitje Brink en den gedaagde Hendrik Munstra, in de huwelijksacte Muntstra genaamd, door echtscheiding ontbonden, en veroordeelt den gedaagde in de kosten van het geding. Aldus geoordeeld en gewezen door de Arrondissements Regtbank te Assen bij mr. Busmann, president, Hengst en Roessingh, regters, en door den president uitgesproken ter gewone openbare teregtzitting der regtbank voor de behandeling van burgelijke zaken van maandag den zeventienden December 1800 zeven en zeventig, in tegenwoordigheid van genoemde regters, van jonkheer mr. de Savornin Lohman, Officier van Justitie, en van mr. Bertling, griffier. En is dit vonnis door den President en den Griffier onderteekend.
Overlijden.
-->| 12-10-1902: N° 26: Den twaalfden der maand October negentien honderd twee, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Stedum, Geert Tamminga, oud eenenzestig jaren, van beroep daglooner, wonende te Stedum, en Hendrik Vegter, oud tweeendertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Sint Annen, die aangifte deden, dat den twaalfden der maand October dezes jaars, des voormiddags te acht uur, te Stedum, in deze gemeente, is overleden: Hindrik Muntstra, oud vierenzeventig jaren, van beroep schipper, geboren te Lettelbert, wonende te Groningen, weduwnaar van Sijke Dadelpol, zoon van Sieben Muntstra en van Geessien Bos, beide overleden. Hiervan heb ik deze akte opgemaakt en na voorlezing met de aangevers geteekend.
-->| 15-10-1902: Nummer 1014: In het jaar duizend negenhonderd en twee, den vijftienden October (zijn) is door ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen (verschenen) ontvangen het navolgende afschrift: "Ambtshalve opgemaakt in voldoening van art.50 van het Burgerlijk Wetboek. Vrij van zegel ingevolge Koninklijk Besluit van den 30en December 1844 no. 66. Burgelijke Stand, Provincie Groningen, Arrondissement Groningen, Gemeente Stedum. Uittreksel uit een register van Overledenen. Uit een register van overledenen blijkt: dat op den twalafden October des jaars negentienhonderdtwee te Stedum in deze gemeente is overleden: Hindrik Muntstra, oud vierenzeventig jaren, van beroep schipper, geboren te Lettelbert, wonende te Groningen, weduwnaar van Sijke Dadelpol, zoon van Sieben Muntstra en van Geessien Bos, beide overleden. Voor eensluidend uittreksel Stedum den 13en October 1902. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Stedum (geteekend) M.T. Marringa. Voor eensluidend afschrift: De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen. (De doorhaling van het woord "zijn" in den tweeden regel en van het woord "verschenen" in den derden regel, alsmede de doorhaling van drieentwintig gedrukte regels in nevenstaande acte goedgekeurd)
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Siebe*1849 Leek †1871 Leegkerk 21
Sara Doede*1852 Leek †1936 Smilde 83
Geessien*1854 Leek †1927 Assen 72
Jetske*1858 Leek †1945 Leeuwarden 87


Hendrik Muntstra [e-3p]
Hendrik Muntstra [e-3p], geboren op vrijdag 09-05-1828 te Midwolde, overleden op zondag 12-10-1902 te Stedum.

Hendrik Muntstra [e-3p].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Seike van 10-03-1874 te Smilde.
Beroep.
-->| Zonder (1849), Winkelier (1849-1854), Tapper (1858), Landbouwer (1871), Schipper (1902).
Geboorte.
-->| 13-05-1828: 53. In het jaar eenduizend acht honderd acht en twentig den dertienden Mei des nademiddags om Zes uur, is voor ons Burgemeester Officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek gecompareerd Sijbe Kornelis Muntstra oud acht en veertig Jaren Landbouwer wonende te Midwolde, welke ons heeft verklaard dat op den negenden Mei achttienhonderd acht en twentig des avonds om negen uuren, uit hem declarant en deszelfs Huisvrouw Geeske Jans Bos oud achtendertig jaren zonder beroep is geboren een kind van het Manlijk geslacht, aan het zelve de voornaam van Hendrik gevende. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Alle Alberts IJpma oud Zeven en dertig jaren Landbouwer wonende te Midwolde en Christoffer Aalmoes oud een en dertig Jaren Veldwachter wonende op de Leek. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en na voorlezing door den declarant benevens de getuigen en ons verteekend.
Huwelijk.
-->| 02-05-1849: 22: Op heden den tweeden der maand Mei Achttienhonderd negenveertig, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Leek, in het Huis der gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Hendrik Muntstra, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren te Midwolde, wonende te Lettelbert, beide Gemeente Leek, minderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en van Geeske Jans Bos, ehelieden, van beroep Landbouwers wonende te Lettelbert opgemeld. ter eene - en Seike Pol, oud negentwintig jaren, van beroep Mutsenmaakster, geboren en wonende te Leek, meerderjarige dochter van wijlen Doede Johannes Pol en van wijlen Jetske Mennes Martinie, in leven ehelieden, beide overleden, ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd: Vooreerst. de akte waaruit blijkt dat de beide afkondigingen, zonder stuiting, alhier hebben plaats gehad op zondagen den vijftienden en den tweeëntwintigsten April Achttienhonderd negenveertig, telkens des middags te twaalf uren. Ten Tweeden. de akten van geboorten van de verloofden. Ten Derden. de akten van overlijden der ouders van de bruid, - en Ten Vierden, het certificaat LL waaruit geblijkt, dat de Bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan, afgegeven door den Heer Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Groningen. En zijn de ouders van den Bruidegom hierbij.hierbij tegenwoordig, die verklaarden hunne toestemming tot dit Huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het Openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijk Staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, Zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Antonij Smit, oud veertig jaren, van beroep opzigter, wonende te Leek, Roelf Koekoek oud negentwintig jaren, van beroep veerschipper, wonende te Leek, Klaas Jacobs Stuit, oud negentwintig jaren, van beroep Vleeschhouwer, wonende te Leek, en van Jakob Heerdt, oud negentwintig jaren, van beroep Kastelein, wonende te Leek. En is hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing, door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
-->| 03-01-1877: N° een: Op heden, den derden Januarij achttien honderd zeven en zeventig, zijn voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Dwingeloo, provincie Drenthe, ten gemeentehuize aldaar verschenen: Hendrik Muntstra, oud achtenveertig jaar, weduwenaar van Seike Pol, landbouwer van beroep, geboren te Leek, Provincie Groningen, en wonende te Dwingeloo, meerderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en Geesje Jans Bos, beide overleden, ter eener, en Luitje Brink, oud zevendertig jaar, geboren te Diever en wonende te Dwingeloo, dienstmaagd van beroep, meerderjarige dochter van Hendrik Jans Brink en Meintje Berends Moes, echtelieden, arbeiders van beroep wonende in de gemeente Dwingeloo, jongedochter ter andere zijde. verzoekende, over te gaan tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk, waarvan de afkondigingen alhier zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den vieren Twintigsten en den eenen dertigsten December jongstleden. En hebben de genoemde personen mij tot dat einde ter hand gesteld: 1°. hunne geboorteacten; 2° de overlijdensacte van bruidegoms vroegere echtgenote. waarna zij mij, op mijne aan hen gerigte vraag, ieder afzonderlijk, in het openbaar hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk zullen vervullen al de pligten, die de wet aan den huwelijken staat oplegt, waarop ik in naam der wet hebben verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden, in tegenwoordigheid van: 1°. Harm Riesse, oud drie en veertig jaren, bakker van beroep; 2°. Jacob Zwiers, oud vijfendertig jaar, smid van beroep; 3°. Roelof Staal oud dertig jaar, hoofdonderwijzer van beroep; en 4°. Johannes Kuipers, oud vijfentwintig jaar, hoofdonderwijzer van beroep; allen wonende te Dwingeloo, als verzochte getuigen en naburen. En is hiervan door mij deze acte opgemaakt en, na voorlezing, met comparanten en de getuigen geteekend.
-->| 17-04-1878: N° 9: Op heden, den zeventienden April achttienhonderd acht en zeventig, zijn voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Assen, provincie Drenthe, ten gemeentehuize aldaar verschenen: Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloerveld, gemeente Dwingeloo, overleggende een grosse van het vonnis gewezen door de Arrondissements Regtbank te Assen den zeventienden December achttienhonderd zevenenzeventig, behoorlijk geregistreerd, waarbij bij verstek is uitgesproken de echtscheiding tusschen de eischeres Comparante en den gedaagde Hendrik Muntstra thans wonende te Assen, arbeider van beroep, van het huwelijk (tusschen) gesloten te Dwingeloo den derden Januari achttien honderd zevenenzeventig, zulks op grond van overspel; Waarvan door mij inschrijving is gedaan ten verzoek van de Comparante eischeres voormeld, die tevens aan mij nevens het gemelde vonnis heeft overgelegd het Certificaat van den Griffier van voormelde Regtbank, behoorlijk geregistreerd, waaruit blijkt dat geen verzet ter griffie is aangeteekend, noch bij de Regtbank is aanhangig gemaakt of door eenig ander middel is opgekomen, welke stukken aan deze acte is vastgehecht. En is hiervan door mij deze acte opgemaakt, en, na voorlezing, met de Comparante geteekend. (de doorhaling van drieennegentig gedrukte woorden en een Cijfer goedgekeurd).
In naam des Konings! De Arrondissementsregtbank te Assen heeft op het hierna ingevoegde verzoekschrift en de daarna uitgebragte dagvaarding gewezen het navolgende vonnis: Aan de Arrondissementregtbank te Assen geeft met verschuldigden eerbied te kennen Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloërveld, Gemeente Dwingelo, gratis geadmitteerd bij beschikking des Arrondissementregtbank te Assen van den vierentwintigsten Julij 1800 zeven en zeventig; Dat zij den derden Januarij 1800 zeven en zeventig is gehuwd met Hendrik Muntstra toen mede wonende in het Leggeloerveld, doch thans te Assen, althans aldaar verblijf houdende, dat al spoedig na het huwelijk haar echtgenoot begonnen is haar te mishandelen, zoodanig, dat haar leven daardoor meermalen in gevaar is gebragt, zooals onder anderen ook op den zesden Maart 1800 zeven en zeventig, toe hij haar zoodanig heeft geschopt en geslagen, dat zij alleen op haar geschreeuw door de buren is ontzet; Dat zij voorts de nachten van twintig, een en . en twintig, twee en twintig en drie en twintig Maart 1800 zeven en zeventig met zijn twintigjarige dochter uit vroeger huwelijk in de echtelijke woning even als man en vrouw hetzelfde bed heeft beslapen. Dat zij op grond dier levensgevaarlijke mishandelingen en van dat overspel eene vordering tot echtscheiding tegen genoemden haren echtgenoot wenscht in te stellen en ter zijner tijd zal concluderen, dat Het de Regtbank moge behagen het huwelijk tusschen haar en Hendrik Muntstra bestaande, door echtscheiding ontbonden te verklaren. Assen den 4 September 1877 voor de rekwestrante geteekend A. Vos.
De Arrondissementsregtbank te Assen in de zaak van Luitje Brink, zonder beroep, wonende in het Leggeloërveld, gemeente Dwingelo, toegelaten om kostenloos te procederen bij beschikking dezer Regtbank van den vierentwintigsten Julij 1800 zeven en zeventig, requestrante bij verzoekschrift van den vierden September 1800 zeven en zeventig en eischeres bij exploit van dagvaarding van den achten twintigsten September 1800 zeven en zeventig den eersten October daaraanvolgende te Assen in . in debet geregistreerd, hebbende tot procureur mr. Albert Vos. Tegen Hendrik Munstra, arbeider, wonende, althans verblijf houdende te Assen, gerequestreerde en gedaagde bij gemeld verzoekschrift en exploit, niet verschenen; Gehoord de conclusie der eischeres, daartoe strekkende, dat het de Regtbank moge behagen ten profijte van het verleend verstek, het huwelijk tusschen de eischeresse Luitje Brink en den gedaagde Hendrik Munstra bestaande, door echtscheiding ontbonden te verklaren. Gelet op het ter teregtzitting dezer regtbank van den derden December jongstleden gehouden getuigenverhoor; Gehoord de conclusie van den Officier van Justitie jonkheer mr de Savornin Lohman, strekkende tot ontzegging van den eische, als niet bewezen. Gezien het aangehaalde verzoekschrift de grosse van de daarop door den President dezer Regtbank verleende bschikking van den achttienden September 1800 zeven en zeventig; een extract uit het register van huwelijken in de Gemeente Dwingelo over het jaar 1800 een en zeventig; het voormelde exploit van dagvaarding; de grosse van het op. op den twee en twintigsten October jongstleden door deze Regtbank gewezen interlocutoir vonnis, den twaalfden November daaraanvolgende te Assen geregistreerd, en de verdere stukken van het geding. Overwegende ten aanzien van de daadzaken; dat de eischeres, na daartoe, op het door haar ingediende verzoekschrift, van den President dezes Regtbank; bij de voormelde beschikking, het vereischte verlof te hebben verkregen, den gedaagde bij het aangehaalde exploit voor deze regtbank heeft doen dagvaarden met den eisch tot ontbonden verklaring van het tusschen haar en den gedaagde bestaande huwelijk, op de navolgende, met het verzoekschrift overeenkomende gronden: "dat zij den derden Januarij 1800 zeven en zeventig is gehuwd met Hendrik Muntstra, den gedaagde, toen mede wonende in het Leggeloërveld; dat al spoedig na het huwelijk de gedaagde begonnen is haar te mishandelen, zoodanig dat haar leven daardoor menigmaal in gevaar is gebragt, zooals onder anderen ook op den zesden Maart 1800 zeven en zeventig, toen de gedaagde haar zoodang heeft geschopt .geschopt en geslagen, dat zij alleen op haar geschreeuw door de buren is ontzet; dat de gedaagde voorts de nachten van twintig, eenentwintig, tweeentwintig en drieentwintig Maart 1800 zeven en zeventig met zijne twintigjarige dochter uit vroeger huwelijk in de echtelijke woning even als man en vrouw hetzelfde bed heeft beslapen, en dat zij op grond dier levensgevaarlijke mishandelingen en van dat overspel het huwelijk tusschen haar en de gedaagde bestaande wenscht ontbonden te zien; dat nadat tegen de gedaagde verstek was verleend, door de eischeres overeenkomstig de dagvaarding is geconcludeerd; dat daarop bij voormeld interlocutoir vonnis ambtshalve aan de eischeres is opgelegd om de bij de dagvaarding gestelde daadzaken door getuigen te bewijzen en dien ten gevolge ter teregtzitting van den derden December jongstleden dienaangaande onder eede zijn gehoord drie getuigen. Overwegende ten aanzien van het regtspunt; dat het bestaan van het huwelijk tusschen den gedaagde en de eischeres door het overgelegde extract uit het register van huwelijken is bewezen; dat . dat het gehouden getuigenverhoor geen bewijs heeft opgeleverd van de gestelde levensgevaarlijke mishandeling, doch het feit van overspel voldoende heeft gestaafd, dat immers door den getuige Derk Scheper is verklaard: dat hij, in de maand Maart, jongstleden (tegen den nacht - goedgekeurd) den gedaagde, in de door dezen diens vrouw en diens dochter uit een vroeger huwelijk bewoonde kamer, waarin zich slechts twee bedsteden bevonden, de een voor den gedaagde en zijne vrouw, de andere voor bedoelde dochter, heeft hooren gaan in dezelfde bestede, in welke hij vooraf de dochter had behooren gaan, en waargenomen heeft, dat gedaagde bij haar op het bed bleef liggen en dat hij wel meermalen bespeurd heeft dat zij bij elkander te bed legen; welke verklaring is bevestigd door die van de getuigen Wibbegien Sipkes, weduwe scheper, dat zij meermalen gehoord heeft, dat de gedaagde in de bedstede beslapen wordende door bedoelde zijn voordochter, terwijl de andere in die woning nog aanwezige bedstede diende tot slaapplaats voor den gedaagde en de eischeres, des nachts bij deze zijne voordochter op het bed kwam en daar liggen bleef. dat . dat deze alzoo bewezene daadzaken het feit van overspel, gepleegd door den gedaagde genoegzaam aanduiden, en dat overspel grond oplevert tot het vragen van echtscheiding; Regt doende in naam des Konings en bij verstek! En voorts tevens definitief beschikkende op het ingediende verzoekschrift; Verklaart het huwelijk tusschen de eischeres Luitje Brink en den gedaagde Hendrik Munstra, in de huwelijksacte Muntstra genaamd, door echtscheiding ontbonden, en veroordeelt den gedaagde in de kosten van het geding. Aldus geoordeeld en gewezen door de Arrondissements Regtbank te Assen bij mr. Busmann, president, Hengst en Roessingh, regters, en door den president uitgesproken ter gewone openbare teregtzitting der regtbank voor de behandeling van burgelijke zaken van maandag den zeventienden December 1800 zeven en zeventig, in tegenwoordigheid van genoemde regters, van jonkheer mr. de Savornin Lohman, Officier van Justitie, en van mr. Bertling, griffier. En is dit vonnis door den President en den Griffier onderteekend.
Overlijden.
-->| 12-10-1902: N° 26: Den twaalfden der maand October negentien honderd twee, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Stedum, Geert Tamminga, oud eenenzestig jaren, van beroep daglooner, wonende te Stedum, en Hendrik Vegter, oud tweeendertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Sint Annen, die aangifte deden, dat den twaalfden der maand October dezes jaars, des voormiddags te acht uur, te Stedum, in deze gemeente, is overleden: Hindrik Muntstra, oud vierenzeventig jaren, van beroep schipper, geboren te Lettelbert, wonende te Groningen, weduwnaar van Sijke Dadelpol, zoon van Sieben Muntstra en van Geessien Bos, beide overleden. Hiervan heb ik deze akte opgemaakt en na voorlezing met de aangevers geteekend.
-->| 15-10-1902: Nummer 1014: In het jaar duizend negenhonderd en twee, den vijftienden October (zijn) is door ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen (verschenen) ontvangen het navolgende afschrift: "Ambtshalve opgemaakt in voldoening van art.50 van het Burgerlijk Wetboek. Vrij van zegel ingevolge Koninklijk Besluit van den 30en December 1844 no. 66. Burgelijke Stand, Provincie Groningen, Arrondissement Groningen, Gemeente Stedum. Uittreksel uit een register van Overledenen. Uit een register van overledenen blijkt: dat op den twalafden October des jaars negentienhonderdtwee te Stedum in deze gemeente is overleden: Hindrik Muntstra, oud vierenzeventig jaren, van beroep schipper, geboren te Lettelbert, wonende te Groningen, weduwnaar van Sijke Dadelpol, zoon van Sieben Muntstra en van Geessien Bos, beide overleden. Voor eensluidend uittreksel Stedum den 13en October 1902. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Stedum (geteekend) M.T. Marringa. Voor eensluidend afschrift: De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen. (De doorhaling van het woord "zijn" in den tweeden regel en van het woord "verschenen" in den derden regel, alsmede de doorhaling van drieentwintig gedrukte regels in nevenstaande acte goedgekeurd)
.

trouwt (1) op woensdag 02-05-1849 te Leek, (ontbonden door overlijden op maandag 09-03-1874 te Hoogersmilde)
met

Seike Pol [a-3p], dochter van Doede Johannes Pol [a-3;e-p;g-1] en Jetske Mennes Martini [a-p;e-3;g-1], geboren op zondag 28-11-1819 te Leek, overleden op maandag 09-03-1874 te Hoogersmilde.

Seike Pol [a-3p].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar geboorteacte van 03-12-1819 te Leek.
Beroep.
-->| Mutsenmaakster (1849), Zonder (1849).
Geboorte.
-->| 03-12-1819: 127: In het jaar Een duizend acht honderd negentien den derden December s'avonds om zes uuren is voor ons Schout, Officier van den burgerlijken stand van de Gemeente Leek, gecompareerd Doede Johannes Pol oud negen en vijftig jaren, Herbergier, wonende op de Leek, welke ons heeft verklaard dat op den acht en twintigsten November deezes jaars s'nademiddags om drie uuren in het Huis N° 46 te Leek uit hem Declarant en deszelfs Huisvrouw Jetske Mennes Martinie oud drie en veertig jaren, zonder beroep, is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht aan hetzelve den voornaam van Seike gevende. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Jan Hindrik Copinga oud drie en zeventig jaren, zonder beroep, en Wiebe Hindriks Bos oud een en veertig jaren, Schoenmaker, beide wonende op de Leek; Zoo is hiervan deze Acte geformeerd en na voorlezinge door den deposant benevens de getuigen en ons vertekend.
Huwelijk.
-->| 02-05-1849: 22: Op heden den tweeden der maand Mei Achttienhonderd negenveertig, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Leek, in het Huis der gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Hendrik Muntstra, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren te Midwolde, wonende te Lettelbert, beide Gemeente Leek, minderjarige zoon van Sijbe Kornelis Muntstra en van Geeske Jans Bos, ehelieden, van beroep Landbouwers wonende te Lettelbert opgemeld. ter eene - en Seike Pol, oud negentwintig jaren, van beroep Mutsenmaakster, geboren en wonende te Leek, meerderjarige dochter van wijlen Doede Johannes Pol en van wijlen Jetske Mennes Martinie, in leven ehelieden, beide overleden, ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd: Vooreerst. de akte waaruit blijkt dat de beide afkondigingen, zonder stuiting, alhier hebben plaats gehad op zondagen den vijftienden en den tweeëntwintigsten April Achttienhonderd negenveertig, telkens des middags te twaalf uren. Ten Tweeden. de akten van geboorten van de verloofden. Ten Derden. de akten van overlijden der ouders van de bruid, - en Ten Vierden, het certificaat LL waaruit geblijkt, dat de Bruidegom aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan, afgegeven door den Heer Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Groningen. En zijn de ouders van den Bruidegom hierbij.hierbij tegenwoordig, die verklaarden hunne toestemming tot dit Huwelijk te verleenen. Waarna wij hun in het Openbaar hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijk Staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja beantwoord zijnde, Zoo hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkanderen zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Antonij Smit, oud veertig jaren, van beroep opzigter, wonende te Leek, Roelf Koekoek oud negentwintig jaren, van beroep veerschipper, wonende te Leek, Klaas Jacobs Stuit, oud negentwintig jaren, van beroep Vleeschhouwer, wonende te Leek, en van Jakob Heerdt, oud negentwintig jaren, van beroep Kastelein, wonende te Leek. En is hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing, door de Comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
Overlijden.
-->| 10-03-1874: N° 18: Op heden, den tienden Maart achttien honderd vier en zeventig, verscheen voor mij ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Smilde, provincie Drenthe, Martinus Hofman, oud zesendertig jaar, van beroep landbouwer, wonende te Hoogersmilde, en Wolter Bosscha, oud veertig jaar, van beroep arbeider, wonende te Hoogersmilde, de eerste buurman, de tweede buurman van den na te noemen overleden, die verklaarden, dat Seike Pol gehuwd met Hindrik Muntstra wonende te Hoogersmilde, gemeente Smilde, van beroep zonder, dochter van Doede Johannes Pol en van Jetske Minne Mathinie, beiden overleden, uit welke zij geboren is in de gemeente Leek, den achtentwintigste November eenduizend acht honderd en negentien, den negenden dezer maand Maart, des middags te een uren, ten haren huize nummer negenhonderd en vijf, wijk D, in de gemeente Smilde, in den ouderdom van vier en vijftig jaren is overleden. En hebben de declaranten deze acte, na voorlezing, nevens mij onderteekend
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Siebe*1849 Leek †1871 Leegkerk 21
Sara Doede*1852 Leek †1936 Smilde 83
Geessien*1854 Leek †1927 Assen 72
Jetske*1858 Leek †1945 Leeuwarden 87

trouwt (2) op woensdag 03-01-1877 te Dwingeloo, (gescheiden op maandag 17-12-1877 te Assen)
met

Luitje Brink [g-3p], geboren op zaterdag 19-10-1839 te Diever, dienstmeid (1877), overleden op woensdag 17-09-1913 te Diever, trouwt (2) op zaterdag 15-10-1887 te Diever, (ontbonden door overlijden op vrijdag 17-02-1911 te Geeuwenbrug) met Karst Tol [g-3p], geboren op zondag 11-01-1835 te Geeuwenbrug, arbeider (1911), overleden op vrijdag 17-02-1911 te Geeuwenbrug.


Aafien Bos [g-w]
Aafien Bos [g-w], geboren op donderdag 26-01-1832 te Solwerd, overleden op zondag 05-08-1866 te Oosterwijtwerd.

Aafien Bos [g-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Klaas van 09-12-1912 te Bierum.
Beroep.
-->| Boerenmeid (1861), Werkvrouw (1865-1866).
Geboorte.
-->| 27-01-1832: N° 7: In het jaar eenduizend achthonderd twee en dertig den zevenentwintigsten Januarij, des avonds om zeven uur, is voor mij Johannes Quintinus Cleveringa, Officier van den Burgerlijken Staat binnen de Gemeente Appingedam, gecompareerd Geert Cornelis Bos, oud drie en dertig jaren, van beroep Scheepsjager, wonende te Solwert, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslacht voorstelde, geboren te Solwert, in het huis geteekend N° 17 te Solwert binnen deze Gemeente, op donderdag den zesentwintigsten Januari dezer jaars, des voormiddags om elf uur, uit hem en uit Zijne wettige Huisvrouw Martje Jans Kuipers, oud vijfentwintig jaren, aan hetwelke hij den voornaam van Aafien heeft gegeven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Freerk Jacobs Visscher, oud drie en veertig jaren van beroep Scheepjager wonende te Solwert en van Tiddo Geertsema Smit, oud vijftig jaren, van beroep Bode, wonende te Appingedam. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hun benevens den deposant en mij geteekend, nadat hun dezelve is voorgelezen op dag, maand en jaar als boven. exemt Geert Cornelis Bos opgemeld, dewelke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 22-06-1861: N° 12: In het jaar duizend achthonderd een en zestig, den tweeentwintigsten der maand Junij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente 't Zandt, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en dertig jaren, geboren te Jukwert, van beroep boerenknecht, wonende te Oosterwijtwerd; meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg, overleden, en van Trijntje Lubberts Bos, werkvrouw, wonende te Oosterwijtwerd, ter eener, en Aafien Bos, oud negenentwintig jaren, geboren te Solwert van beroep boerenmeid, wonende te Oosterwijtwerd, bevorens te Appingedam, meerderjarige dochter van Geert Cornelis Bos, overleden, en van Martje Jans Kuipers, werkvrouw, wonende te Appingedam, hier tegenwoordig en hare toestemming tot dit huwelijk gevende; ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, ten eerste: hunne geboorteacten, en ten tweede; de doodakte van de vader der bruid. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den negenden en den zestienden dezer maand, zoo mede te Appingedam, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Pieter Jans Vegter, oud een en zestig jaren, smid, van Johannes Pieters Homan, oud achtenvijftig jaren, kastelein, van Gerhardus Vonck, oud zesenveertig jaren, zadelmaker, en van Kempe Luitjens Bos, oud drieenzestig jaren, veldwachter, alle wonende te 't Zandt. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, exempt de moeder der bruid, welke verklaard niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 05-08-1866: N° 42: In het jaar duizend achthonderd zes en zestig, den vijfden der maand Augustus, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente 't Zandt, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, verschenen Harm Walles Kool, oud zevenenzestig jaren, van beroep geen, wonende te Oosterwijtwerd, nabuur van de overledene, en Willem Vegter, oud vierendertig jaren, van beroep Kuiper, wonende te Oosterwijtwerd, nabuur van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den vijfden der maand Augustus, des jaars duizend achthonderd zes en zestig, des morgens te vier uur, binnen deze gemeente, en wel te Oosterwijtwerd, is overleden Aafien Bos, oud vierendertig jaren, van beroep werkvrouw, laatst gewoond hebbende te Oosterwijtwerd, geboren te Solwert, dochter van Geert Cornelis Bos, overleden, en van Martje Jans Kuipers, werkvrouw wonende te Appingedam, echtgenoote van Klaas van der Ploeg. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing, door de aangevers en ons is geteekend
.

trouwt op zaterdag 22-06-1861 te 't Zandt, (ontbonden door overlijden op zondag 05-08-1866 te Oosterwijtwerd)
met

Klaas van der Ploeg [g-w], geboren op vrijdag 04-12-1829 te Jukwerd, overleden op zondag 08-12-1912 te Bierum, trouwt (2) op donderdag 27-04-1871 te Bierum, (ontbonden door overlijden op zondag 08-08-1875 te Holwierde) met Tietje Zeedijk [e-w], geboren op dinsdag 15-07-1834 te Holwierde, overleden op zondag 08-08-1875 te Holwierde, trouwt (3) op donderdag 18-01-1877 te Bierum, (ontbonden door overlijden op zaterdag 18-06-1904 te Krewerd) met Harmanna Zeedijk [g-w], geboren op maandag 23-11-1840 te Holwierde, boerenmeid (1866), werkvrouw (1877-1904), overleden op zaterdag 18-06-1904 te Krewerd.

Klaas van der Ploeg [g-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Tietje van 10-08-1875 te Bierum.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1861), Dagloner (1871-1877), Zonder (1912).
Geboorte.
-->| 05-12-1829: N° 77: In het jaar eenduizend achthonderd en negenentwintig den vijfden december des middags om twaalf uur, is voor mij Sibrand Ennes Houwerzijl, Officier van den Burgerlijken Stand binnen de Gemeente Appingedam, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, gecompareerd Jacob Klaassens van der Ploeg, oud twee en dertig jaren, van beroep arbeider wonende te Jukwert, dewelke ons een kind van het mannelijk geslacht voorstelde, geboren te Jukwert in het huis geteekend N° 10 eerste wijk, op vrijdag den Vierden December des jaars achttienhonderd en negenentwintig, des avonds om half zeven uur, uit hem en uit Zijne wettige Huisvrouw Trijntje Lubberts Bos, oud dertig jaren, aan het welk hij den voornaam van Klaas heeft gegeven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Aldert Pieters Vos, oud twee en dertig jaren, Zonder beroep, en van Egbert Jans Zijlema, oud eenenveertig jaren van beroep voerman, beide te Jukwert woonachtig. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hun benevens den deposant en mij geteekend, nadat hun dezelve is voorgelezen op dag, maand en jaar als boven, exemt Jacob Klaassen van der Ploeg, dewelke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 22-06-1861: N° 12: In het jaar duizend achthonderd een en zestig, den tweeentwintigsten der maand Junij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente 't Zandt, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en dertig jaren, geboren te Jukwert, van beroep boerenknecht, wonende te Oosterwijtwerd; meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg, overleden, en van Trijntje Lubberts Bos, werkvrouw, wonende te Oosterwijtwerd, ter eener, en Aafien Bos, oud negenentwintig jaren, geboren te Solwert van beroep boerenmeid, wonende te Oosterwijtwerd, bevorens te Appingedam, meerderjarige dochter van Geert Cornelis Bos, overleden, en van Martje Jans Kuipers, werkvrouw, wonende te Appingedam, hier tegenwoordig en hare toestemming tot dit huwelijk gevende; ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, ten eerste: hunne geboorteacten, en ten tweede; de doodakte van de vader der bruid. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den negenden en den zestienden dezer maand, zoo mede te Appingedam, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Pieter Jans Vegter, oud een en zestig jaren, smid, van Johannes Pieters Homan, oud achtenvijftig jaren, kastelein, van Gerhardus Vonck, oud zesenveertig jaren, zadelmaker, en van Kempe Luitjens Bos, oud drieenzestig jaren, veldwachter, alle wonende te 't Zandt. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, exempt de moeder der bruid, welke verklaard niet te kunnen schrijven.
-->| 27-04-1871: No. 9: In het jaar duizend achthonderd één en zeventig, den zeven en twintigsten der maand April, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en veertig jaren, blijkens geboortecertificaat geboren te Jukwerd, van beroep daglooner, wonende te Oosterwijtwerd, weduwnaar van Aafien Bos, overleden, blijkens overlijdensextract hierbij overgelegd, meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijntje Lubberts Bos beide overleden ter eene, en Tietje Zeedijk, oud zes en dertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Holwierde, van beroep werkvrouw, wonende te Holwierde, weduwe van Jakob Kuilema, overleden blijkens overlijdensextract hierbij overgelegd, meerderjarige dochter van Pieter Writsers Zeedijk overleden en Lupke Jans Riepma van beroep werkvrouw wonende te Holwierde ter andere zijde. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den zestienden en den drie en twintigsten April dezes jaars, alsmede in de gemeente 't Zandt, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Marten Jan Martens oud zes en vijftig jaren, herbergier, van Berend Werkman oud veertig jaren ijzersmid beide wonende te Bierum, van Tjaard van der Laan oud zes en dertig jaren veldwachter wonende te Holwierde en van Ebo Hein oud een en vijftig jaren, verver wonende te Uithuisermeeden. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons in onderteekend.
-->| 18-01-1877: N° 2: In het jaar duizend achthonderd zeven en zeventig, den achttienden der maand Januarij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg oud zevenenveertig jaren blijkens geboorteextract geboren te Jukwerd, van beroep daglooner wonende te Krewerd, weduwnaar van Teetje Zeedijk overleden, blijkens overlijdens extract hierbij overgelegd, meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijnje Lubberts Bos beide overleden, ter eene, en Harmanna Zeedijk oud zesendertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Holwierde van beroep werkvrouw wonende te Krewerd, weduwe van Hendrik Heikema overleden, blijkens overlijdens extract hierbij overgelegd, meerderjarige dochter van Pieter Writzers Zeedijk en Lupke Jans Rijpma, beide overleden, er andere zijde. Zijnde aan genoemde personen vergunning verleend, om met elkander een wettig huwelijk aan te gaan, blijkens het bewijs van zijne Majesteit den Koning, van den zevenentwintigsten December achttienhonderd zes en zeventig, nummer vijftien, hierbij overgelegd. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den zevenden en den veertienden Januarij dezes jaars. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Klinkhamer oud eenenzestig jaren van beroep bode, van Garbrand Meter oud achtenveertig jaren van beroep herbergier van Roelf Bos oud vijf en twintig jaren, van beroep kantoorbediende en van Jan Eppenga oud vier en twintig jaren van beroep korenschipper allen wonende te Bierum. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is geteekend, uitgezonderd de bruid die verklaarde niet te kunnen schrijven, als hebbende zulks niet geleerd.
Overlijden.
-->| 09-12-1912: N° 42: Heden negen December negentienhonderd twaalf verschenen voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum: Remmert Keizer oud achtenvijftig jaren, bakker, wonende alhier en Jan Bos oud zesentwintig jaren, landbouwer, wonende alhier, die mij verklaarden, dat op den achtsten December dezes jaars, des voormiddags te een uur in de gemeente Bierum is overleden: Klaas van der Ploeg oud drieentachtig jaren, zonder beroep, geboren te Appingedam, wonende alhier, weduwnaar van Harmanna Zeedijk, voeger gehuwd geweest met Aafien Bos en Tietje Zeedijk, zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijntje Lubberts Bos, beiden overleden. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
.


Klaas van der Ploeg [g-w]
Klaas van der Ploeg [g-w], geboren op vrijdag 04-12-1829 te Jukwerd, overleden op zondag 08-12-1912 te Bierum.

Klaas van der Ploeg [g-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Tietje van 10-08-1875 te Bierum.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1861), Dagloner (1871-1877), Zonder (1912).
Geboorte.
-->| 05-12-1829: N° 77: In het jaar eenduizend achthonderd en negenentwintig den vijfden december des middags om twaalf uur, is voor mij Sibrand Ennes Houwerzijl, Officier van den Burgerlijken Stand binnen de Gemeente Appingedam, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, gecompareerd Jacob Klaassens van der Ploeg, oud twee en dertig jaren, van beroep arbeider wonende te Jukwert, dewelke ons een kind van het mannelijk geslacht voorstelde, geboren te Jukwert in het huis geteekend N° 10 eerste wijk, op vrijdag den Vierden December des jaars achttienhonderd en negenentwintig, des avonds om half zeven uur, uit hem en uit Zijne wettige Huisvrouw Trijntje Lubberts Bos, oud dertig jaren, aan het welk hij den voornaam van Klaas heeft gegeven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Aldert Pieters Vos, oud twee en dertig jaren, Zonder beroep, en van Egbert Jans Zijlema, oud eenenveertig jaren van beroep voerman, beide te Jukwert woonachtig. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hun benevens den deposant en mij geteekend, nadat hun dezelve is voorgelezen op dag, maand en jaar als boven, exemt Jacob Klaassen van der Ploeg, dewelke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 22-06-1861: N° 12: In het jaar duizend achthonderd een en zestig, den tweeentwintigsten der maand Junij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente 't Zandt, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en dertig jaren, geboren te Jukwert, van beroep boerenknecht, wonende te Oosterwijtwerd; meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg, overleden, en van Trijntje Lubberts Bos, werkvrouw, wonende te Oosterwijtwerd, ter eener, en Aafien Bos, oud negenentwintig jaren, geboren te Solwert van beroep boerenmeid, wonende te Oosterwijtwerd, bevorens te Appingedam, meerderjarige dochter van Geert Cornelis Bos, overleden, en van Martje Jans Kuipers, werkvrouw, wonende te Appingedam, hier tegenwoordig en hare toestemming tot dit huwelijk gevende; ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, ten eerste: hunne geboorteacten, en ten tweede; de doodakte van de vader der bruid. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den negenden en den zestienden dezer maand, zoo mede te Appingedam, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Pieter Jans Vegter, oud een en zestig jaren, smid, van Johannes Pieters Homan, oud achtenvijftig jaren, kastelein, van Gerhardus Vonck, oud zesenveertig jaren, zadelmaker, en van Kempe Luitjens Bos, oud drieenzestig jaren, veldwachter, alle wonende te 't Zandt. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, exempt de moeder der bruid, welke verklaard niet te kunnen schrijven.
-->| 27-04-1871: No. 9: In het jaar duizend achthonderd één en zeventig, den zeven en twintigsten der maand April, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en veertig jaren, blijkens geboortecertificaat geboren te Jukwerd, van beroep daglooner, wonende te Oosterwijtwerd, weduwnaar van Aafien Bos, overleden, blijkens overlijdensextract hierbij overgelegd, meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijntje Lubberts Bos beide overleden ter eene, en Tietje Zeedijk, oud zes en dertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Holwierde, van beroep werkvrouw, wonende te Holwierde, weduwe van Jakob Kuilema, overleden blijkens overlijdensextract hierbij overgelegd, meerderjarige dochter van Pieter Writsers Zeedijk overleden en Lupke Jans Riepma van beroep werkvrouw wonende te Holwierde ter andere zijde. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den zestienden en den drie en twintigsten April dezes jaars, alsmede in de gemeente 't Zandt, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Marten Jan Martens oud zes en vijftig jaren, herbergier, van Berend Werkman oud veertig jaren ijzersmid beide wonende te Bierum, van Tjaard van der Laan oud zes en dertig jaren veldwachter wonende te Holwierde en van Ebo Hein oud een en vijftig jaren, verver wonende te Uithuisermeeden. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons in onderteekend.
-->| 18-01-1877: N° 2: In het jaar duizend achthonderd zeven en zeventig, den achttienden der maand Januarij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg oud zevenenveertig jaren blijkens geboorteextract geboren te Jukwerd, van beroep daglooner wonende te Krewerd, weduwnaar van Teetje Zeedijk overleden, blijkens overlijdens extract hierbij overgelegd, meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijnje Lubberts Bos beide overleden, ter eene, en Harmanna Zeedijk oud zesendertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Holwierde van beroep werkvrouw wonende te Krewerd, weduwe van Hendrik Heikema overleden, blijkens overlijdens extract hierbij overgelegd, meerderjarige dochter van Pieter Writzers Zeedijk en Lupke Jans Rijpma, beide overleden, er andere zijde. Zijnde aan genoemde personen vergunning verleend, om met elkander een wettig huwelijk aan te gaan, blijkens het bewijs van zijne Majesteit den Koning, van den zevenentwintigsten December achttienhonderd zes en zeventig, nummer vijftien, hierbij overgelegd. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den zevenden en den veertienden Januarij dezes jaars. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hendrik Klinkhamer oud eenenzestig jaren van beroep bode, van Garbrand Meter oud achtenveertig jaren van beroep herbergier van Roelf Bos oud vijf en twintig jaren, van beroep kantoorbediende en van Jan Eppenga oud vier en twintig jaren van beroep korenschipper allen wonende te Bierum. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is geteekend, uitgezonderd de bruid die verklaarde niet te kunnen schrijven, als hebbende zulks niet geleerd.
Overlijden.
-->| 09-12-1912: N° 42: Heden negen December negentienhonderd twaalf verschenen voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum: Remmert Keizer oud achtenvijftig jaren, bakker, wonende alhier en Jan Bos oud zesentwintig jaren, landbouwer, wonende alhier, die mij verklaarden, dat op den achtsten December dezes jaars, des voormiddags te een uur in de gemeente Bierum is overleden: Klaas van der Ploeg oud drieentachtig jaren, zonder beroep, geboren te Appingedam, wonende alhier, weduwnaar van Harmanna Zeedijk, voeger gehuwd geweest met Aafien Bos en Tietje Zeedijk, zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijntje Lubberts Bos, beiden overleden. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
.

trouwt (1) op zaterdag 22-06-1861 te 't Zandt, (ontbonden door overlijden op zondag 05-08-1866 te Oosterwijtwerd)
met

Aafien Bos [g-w], geboren op donderdag 26-01-1832 te Solwerd, overleden op zondag 05-08-1866 te Oosterwijtwerd.

Aafien Bos [g-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Klaas van 09-12-1912 te Bierum.
Beroep.
-->| Boerenmeid (1861), Werkvrouw (1865-1866).
Geboorte.
-->| 27-01-1832: N° 7: In het jaar eenduizend achthonderd twee en dertig den zevenentwintigsten Januarij, des avonds om zeven uur, is voor mij Johannes Quintinus Cleveringa, Officier van den Burgerlijken Staat binnen de Gemeente Appingedam, gecompareerd Geert Cornelis Bos, oud drie en dertig jaren, van beroep Scheepsjager, wonende te Solwert, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslacht voorstelde, geboren te Solwert, in het huis geteekend N° 17 te Solwert binnen deze Gemeente, op donderdag den zesentwintigsten Januari dezer jaars, des voormiddags om elf uur, uit hem en uit Zijne wettige Huisvrouw Martje Jans Kuipers, oud vijfentwintig jaren, aan hetwelke hij den voornaam van Aafien heeft gegeven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Freerk Jacobs Visscher, oud drie en veertig jaren van beroep Scheepjager wonende te Solwert en van Tiddo Geertsema Smit, oud vijftig jaren, van beroep Bode, wonende te Appingedam. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hun benevens den deposant en mij geteekend, nadat hun dezelve is voorgelezen op dag, maand en jaar als boven. exemt Geert Cornelis Bos opgemeld, dewelke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 22-06-1861: N° 12: In het jaar duizend achthonderd een en zestig, den tweeentwintigsten der maand Junij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente 't Zandt, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en dertig jaren, geboren te Jukwert, van beroep boerenknecht, wonende te Oosterwijtwerd; meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg, overleden, en van Trijntje Lubberts Bos, werkvrouw, wonende te Oosterwijtwerd, ter eener, en Aafien Bos, oud negenentwintig jaren, geboren te Solwert van beroep boerenmeid, wonende te Oosterwijtwerd, bevorens te Appingedam, meerderjarige dochter van Geert Cornelis Bos, overleden, en van Martje Jans Kuipers, werkvrouw, wonende te Appingedam, hier tegenwoordig en hare toestemming tot dit huwelijk gevende; ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, ten eerste: hunne geboorteacten, en ten tweede; de doodakte van de vader der bruid. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den negenden en den zestienden dezer maand, zoo mede te Appingedam, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Pieter Jans Vegter, oud een en zestig jaren, smid, van Johannes Pieters Homan, oud achtenvijftig jaren, kastelein, van Gerhardus Vonck, oud zesenveertig jaren, zadelmaker, en van Kempe Luitjens Bos, oud drieenzestig jaren, veldwachter, alle wonende te 't Zandt. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, exempt de moeder der bruid, welke verklaard niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 05-08-1866: N° 42: In het jaar duizend achthonderd zes en zestig, den vijfden der maand Augustus, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente 't Zandt, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, verschenen Harm Walles Kool, oud zevenenzestig jaren, van beroep geen, wonende te Oosterwijtwerd, nabuur van de overledene, en Willem Vegter, oud vierendertig jaren, van beroep Kuiper, wonende te Oosterwijtwerd, nabuur van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den vijfden der maand Augustus, des jaars duizend achthonderd zes en zestig, des morgens te vier uur, binnen deze gemeente, en wel te Oosterwijtwerd, is overleden Aafien Bos, oud vierendertig jaren, van beroep werkvrouw, laatst gewoond hebbende te Oosterwijtwerd, geboren te Solwert, dochter van Geert Cornelis Bos, overleden, en van Martje Jans Kuipers, werkvrouw wonende te Appingedam, echtgenoote van Klaas van der Ploeg. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing, door de aangevers en ons is geteekend
.

trouwt (2) op donderdag 27-04-1871 te Bierum, (ontbonden door overlijden op zondag 08-08-1875 te Holwierde)
met

Tietje Zeedijk [e-w], geboren op dinsdag 15-07-1834 te Holwierde, overleden op zondag 08-08-1875 te Holwierde, trouwt (1) op donderdag 05-11-1857 te Bierum, (ontbonden door overlijden op donderdag 17-10-1861 te Holwierde) met Jakob Kuilema [h-w], zoon van Engel Jakobs Kuilema [v-w;g-w], geboren op woensdag 29-09-1824 te Bierum, overleden op donderdag 17-10-1861 te Holwierde.

Tietje Zeedijk [e-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Jakob van 18-10-1861 te Bierum.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1857), Werkvrouw (1871), Zonder (1875).
Geboorte.
-->| 16-07-1834: A50: In het jaar één duizend achthonderd en vierendertig den zestienden Julij des avonds om zeven uren, is voor mij Burgemeester en als zoodanig Officier van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Bierum Kwartier Appingedam Provincie Groningen gecompareerd Pieter Writsers Zeedijk oud twee en dertig jaren van beroep daglooner wonende te Holwierde welke ons heeft voorgesteld een kind van het vrouwelijke geslacht geboren te Holwierde in het huis geteekend N° 17 op dingsdags den vijftienden Julij des jaars achttienhonderd en vierendertig des avonds om zes uren, uit hem declarant en zijne wettige vrouw Lupke Jans Riepma oud achtentwintig jaren wonende te Holwierde en aan hetwelk hij den voornaam van Tietje heeft gegeven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Renger Nikolaas Sterenberg oud veertig jaren, van beroep Kastelein en van Kornelis Jans Wadners oud zesenveertig jaren, van beroep daglooner beide wonende te Bierum.
Huwelijk.
-->| 05-11-1857: A.22: In het jaar duizend achthonderd zevenenvijftig den vijfden November zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Bierum arrondissement Appingedam, provincie Groningen verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Jakob Kuilma oud drie en dertig jaren, blijkens geboorte extract geboren te Bierum van beroep boerenknecht wonende te Holwierde, meerderjarige onechte zoon van Engel Jakobs Kuilma overleden ter eene en: Tietje Zeedijk oud drie en twintig jaren blijkens geboorte extract geboren te Holwierde van beroep dienstmeid wonende te Holwierde, meerderjarige dochter van Pieter Writzers Zeedijk overleden, blijkens overlijdens extract hierbij overgelegd en van Luijke Jans Riepma van beroep werkvrouw wonende te Holwierde hier tegenwoordig en hare toestemming gevende ter andere zijde. En hebben de beide afkondigingen alhier zonder stuiting plaats gehad op zondagen den achttienden en den vijfentwintigsten October dezes jaars. Waarna wij hen in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Jan Fredriks Lalkens oud achtenvijftig jaren van beroep herbergier, van Egbert Meijer oud achtenveertig jaren van beroep verwer, van Hendrik van Gorkum oud drieendertig jaren van beroep zaakwaarnemer en van Berend Werkman oud zevenentwintig jaren van beroep ijzersmid allen wonende te Bierum. En is hiervan door ons deze acte opgemaakt welke na voorlezing door de getuigen en ons is onderteekend, verklarende de comparanten en de belanghebbende niet te kunnen schrijven, als hebbende zulks niet geleerd.
-->| 27-04-1871: No. 9: In het jaar duizend achthonderd één en zeventig, den zeven en twintigsten der maand April, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Klaas van der Ploeg, oud een en veertig jaren, blijkens geboortecertificaat geboren te Jukwerd, van beroep daglooner, wonende te Oosterwijtwerd, weduwnaar van Aafien Bos, overleden, blijkens overlijdensextract hierbij overgelegd, meerderjarige zoon van Jacob Klaassen van der Ploeg en Trijntje Lubberts Bos beide overleden ter eene, en Tietje Zeedijk, oud zes en dertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Holwierde, van beroep werkvrouw, wonende te Holwierde, weduwe van Jakob Kuilema, overleden blijkens overlijdensextract hierbij overgelegd, meerderjarige dochter van Pieter Writsers Zeedijk overleden en Lupke Jans Riepma van beroep werkvrouw wonende te Holwierde ter andere zijde. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den zestienden en den drie en twintigsten April dezes jaars, alsmede in de gemeente 't Zandt, blijkens certificaat hierbij overgelegd. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Marten Jan Martens oud zes en vijftig jaren, herbergier, van Berend Werkman oud veertig jaren ijzersmid beide wonende te Bierum, van Tjaard van der Laan oud zes en dertig jaren veldwachter wonende te Holwierde en van Ebo Hein oud een en vijftig jaren, verver wonende te Uithuisermeeden. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons in onderteekend.
Overlijden.
-->| 10-08-1875: N° 56: In het jaar duizend achthonderd vijf en zeventig, den tienden der maand Augustus, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, verschenen Harm Doornbos oud drieenveertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te Holwierde, nabuur van de overledene, en Klaas Brontsema, oud vier en veertig jaren van beroep broodbakker, wonende te Holwierde, nabuur van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den achtsten der maand Augustus, des jaars duizend achthonderd vijf en zeventig, des morgens te een uur, binnen deze gemeente, en wel te Holwierde is overleden Tettje Zeedijk oud een en veertig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Holwierde, en aldaar geboren echtgenoote van Klaas van der Ploeg van beroep daglooner, wonende te Holwierde, en dochter van Pieter Writsers Zeedijk overleden en Lupke Jans Riepma, zonder beroep, wonende te Holwierde. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend
.

trouwt (3) op donderdag 18-01-1877 te Bierum, (ontbonden door overlijden op zaterdag 18-06-1904 te Krewerd)
met

Harmanna Zeedijk [g-w], geboren op maandag 23-11-1840 te Holwierde, boerenmeid (1866), werkvrouw (1877-1904), overleden op zaterdag 18-06-1904 te Krewerd, trouwt (1) op vrijdag 26-01-1866 te Bierum, (ontbonden door overlijden op vrijdag 26-02-1875 te Krewerd) met Hindrik Heikema [g-w], geboren op vrijdag 24-10-1834 te Zeerijp, boerenknecht (1866), dagloner (1875), overleden op vrijdag 26-02-1875 te Krewerd.


Aaltje Koster [g-w]
Aaltje Koster [g-w], geboren op maandag 29-03-1830 te Spijk, overleden op maandag 27-03-1899 te Spijk.

Aaltje Koster [g-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Pieter van 04-01-1918 te Groningen.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1869), Zonder (1899).
Geboorte.
-->| 29-03-1830: A.28: In het jaar éénduizend achthonderd en dertig den negenentwintigsten Maart, des avonds om acht uren is voor mij Burgemeester en als zoodanig Officier van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Bierum, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, gecompareerd Jan Udes Koster oud twee en vijftig jaren, van beroep daglooner, wonende te Spijk welke ons heeft voorgesteld een kind van het vrouwlijke geslacht, geboren te Spijk in het huis geteekend N° 69 op Maandag den negenentwintigsten Maart des jaars achttienhonderd en dertig, des morgens om vier uren, uit hem declarant en zijne wettige ehevrouw Trijntje Onnes Klevering oud zevenendertig jaren, wonende te Spijk en aan het welk hij den voornaam van Aaltje heeft gegeven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Louta Jakobs Hommes oud achtendertig jaren van beroep schoenmaker en van Hindrik Simens Weert oud achtenveertig jaren, van beroep daglooner, beide wonende te Spijk. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hen benevens den deposant en mij verteekend nadat hun dezelve is voorgelezen, op dag, maand en jaar als boven, uitgezonderd Jan Udes Koster en Hindrik Simens Weert, welke verklaarden niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 21-05-1869: N° 8: In het jaar duizend achthonderd negen en zestig, den een en twintigsten der maand Mei, zijn voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bierum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, in het gemeentehuis, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan: Pieter Bos oud een en dertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Losdorp van beroep daglooner wonende te Losdorp, weduwnaar van Martje Weerd overleden, blijkens overlijdensextract overgelegd, meerderjarige zoon van Doeke Pieters Bos en van Anna Jans Wilhoorn daglooners, echtelieden wonende te Spijk, ter eenre, en Aaltje Koster oud negen en dertig jaren, blijkens geboorteextract geboren te Spijk, van beroep dienstmeid wonende te Holwierde, meerderjarige dochter van Jan Udes Koster en Trijntje Onnes Klevering, beide overleden ter andere zijde. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den tweede en den negenden Mei dezes jaars. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke de wet aan den Huwelijken Staat verbonden heeft, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Hindrik Klinkhamer oud vier en vijftig jaren, bode, van Marten Jan Martens oud drie en vijftig jaren, herbergier, van Hendrik van Gorkum, oud vijfenveertig jaren, zaakwaarnemer en van Tjark Smits oud dertig jaren, smidsknecht alle wonend te Bierum. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
Overlijden.
-->| 29-03-1899: N° 17: In het jaar duizend achthonderd negen en negentig, den negenentwintigsten der maand Maart, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Bierum, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen Edze van der Laan, oud drieenzestig jaren, van beroep schipper, wonende te Spijk, en Willem van der Ploeg, oud achtenveertig jaren, van beroep rentenier, wonende te Spijk, die ons hebben verklaard, dat op den zevenentwintigsten der maand Maart des jaars duizend achthonderd negen en negentig, des namiddags te elf uur, binnen deze gemeente en wel te Spijk, is overleden: Aaltje Koster oud negenenzestig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Spijk en aldaar geboren echtgenoote van Pieter Doekes Bos, dochter van Jan Udes Koster en Trijntje Onnes Klevering, beide overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend
.

trouwt op vrijdag 21-05-1869 te Bierum, (ontbonden door overlijden op maandag 27-03-1899 te Spijk)
met

Pieter Bos [e-w], geboren op maandag 14-05-1838 te Losdorp, boerenknecht (1863), dagloner (1869), overleden op donderdag 03-01-1918 te Groningen, trouwt (1) op vrijdag 23-01-1863 te Bierum, (ontbonden door overlijden op dinsdag 12-05-1868 te Losdorp) met Martje Weert [f-w], dochter van Hindrik Jans Weert [v-w] en Grietje Remmerts Zuidema [v-w], geboren op donderdag 29-11-1838 te 't Zandt, boerenmeid (1863), werkvrouw (1868), overleden op dinsdag 12-05-1868 te Losdorp.