Jacob Reintjes Diepstra [f-d]
Jacob Reintjes Diepstra [f-d]
Jacob Reintjes Diepstra [f-d], geboren op donderdag 21-03-1793 te Grootegast, overleden op zondag 18-12-1864 te Donkerbroek.

Jacob Reintjes Diepstra [f-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit zijn doopacte van 21-03-1793 te Grootegast.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1824), Veehouder (1864).
Geboorte.
-->| 21-04-1793: den 21 april gedoopt een zoon van Reintje Jakobs en Antje Tjeerts E.L. te Gr. gast (geboren den 21 maart) gen. Jakob.
Huwelijk.
-->| 20-05-1824: N° 4: In het Jaar een duizend achthondert en vierentwentig den twentigsten Meij des namiddags om drie uur zijn voor mij Arent Fops Staal Schout van de Gemeente Oldekerk, Kwartier en Provincie Groningen gecompareerd Jacob Reintjes Diepstra oud een en dertig Jaren van beroep Boereknigt, woninde te Oldekerk binnen deze gemeente geboren te Grotegast, ingevolge hier nevens zijnde Doop Extract, den eenentwentigsten Maart van het jaar eenduizend zevenhondert en drie en negentig, Meerderjarige zoon van wijlen Reintje Jacobs in leven van Beroep Landbouwer, gewoond hebbende te Marum, en aldaar overleden, Blijkens nevensgaande Extract, den zesentwintigsten Julij van het Jaar een duizend achthondert en vier, en van Antje Tjeerts Kollenborg van beroep Landbouwersche, woninde te Oldekerk binnen deze Gemeente, en hierbij tegenwoordig tot voltrekken van het Huwelijk haar toestemming heeft gegeven. En dat opgemelde Jacob Reintjes Diepstra aan zijne verpligtingen ten opzigte de Nationale Militie heeft voldaan ingevolge hier nevens zijnde Exemplaar van den Heer Gouverneur dezer Provincie in dato den drieentwentigsten April dezes jaars ter Eenen zijde, en Bregtje Hendriks Kuipers oud Agtentwentig Jaren, van Beroep dienstmeid woninde te Niekerk binnen deze Gemeente, Geboren te Surhuisterveen in de Provincie Vriesland. Blijkens nevensgaande Acte van bekendheid den zevende Februari zeventienhondert zesennegentig. Meerderjarige Dochter van wijlen Hendrik Pieters Kuipers, gewoond hebbende te Grotegast en aldaar overleden blijkens Extract den eenentwentigsten November van het jaar eenduizend achthondert en vierentwentig, en van Sietske Johannes, zonder beroep, aldaar woonagtig, en hier tegenwoordig bij dezen tot voltrekking van het huwelijk hare toestemming heeft gegeven. Ter andere zijde. Welke van verzogt hebben te Procederen tot voltrekken van het Huwelijk Tusschen hun lieden voorgenomen en waar van de Proclamatien van opgemelde Personen zijn geschied voor de hoofdingang van het huis der gemeente alhier op de twee agtereenvolgende zondagen zijnde de Negende en den zestiende Meij deze Jaars.. Jaars telkens des voormiddags om Elf Uuren en daar nu geene oppositie tegen gedagte Huwelijk aan mij Schout is bekend gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek en na voorlezing van alle stukken tot dezen betrekkelijk en van het zesde Hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld over het Huwelijk gevraagd, zoo aan den toekomende Echtgenoot als Egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als Man en als Vrouw, waar op nadat elk hunner een afzonderlijk gevestigd antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is gelijk geschied bij dezen uit naam der wet dat de Comparanten Jacob Reintjes Diepstra en Bregtje Hendriks Kuipers door het Huwelijk verenigd zijn van al het welke wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Willem Jacobs Koster oud vijftig Jaren van beroep Herbergier, Tjeert Freerks Knapping oud zesendertig Jaren van Beroep Schoenmakersknegt, Nicolaas Gazendam oud zesenzestig jaren, Veldwagter dezer Gemeente alle drie woonagtig te Niekerk en Jan Pieters Meringa oud Achtenveertig Jaren assessor dezer gemeente, woninde te Oldekerk alle vier getuigen ten dezen verzogt en hebben deze acte na duidelijke voorlezing met de Comparanten nevens mij Schout vertekend in het Gemeentehuis te Niekerk op dag Maand en Jaar als boven - Uitgezonderd de Bruids moeder welke Declareerde niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 19-12-1864: N° 169: In het jaar een duizend acht honderd vier en zestig, den Negentienden dag der maand December zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken stand der Gemeente Oostellingwerf, Provincie Friesland, verschenen in het Gemeentehuis te Makkinga Jan Foppes Duursma, oud vijfendertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Donkerbroek en Jan Rinks de Boer oud Eenenveertig jaren van beroep arbeider wonende te Bakkeveen welke ons hebben verklaart dat Jacob Rintjes Diepstra, oud Eenenzeventig jaar geboren te Grootegast wonende te Donkerbroek, veehouder, gehuwd met bregtje Hendriks Kuipers, zonder beroep aldaar, namen der ouders onbekend, nalatende zijne vrouw twee zoons en drie dochters, op den achttienden dag der maand December dezes jaars, des morgens ten Zes ure te Donkerbroek in het huis numero vijfentwintig is overleden. En hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen die dezelve nevens ons hebben geteekend.
Gebeurtenissen.
-->| 11-09-1838: Jacob Reintjes Diepstra was arbeider en boerenknecht en woonde in het huis "Het Witte Hek" aan de oostzijde van het Hoendiep te Briltil, onder Zuidhorn. Hij speelde een belangrijke rol in de Afscheidingsbeweging. Op 11 september 1838 werd in zijn huis een godsdienstoefening gehouden, die onder leiding stond van ds. H. de Cock uit Ulrum. Op donderdag 25 april 1839 werd de Afgescheiden Gemeente van Zuidhorn opgericht, waarschijnlijk in het huis van Jacob Reintjes Diepstra. Ouderling werd de 61-jarige ongehuwde schoenmaker Bouke Jurjens Woldijk en diaken werd de 35-jarige winkelier Jan Roelfs Geut. Er was in Zuidhorn echter nog geen eigen kerkgebouw, zodat de kerkgangers 3 kilometer moesten reizen naar Enumatil. Pas in 1874 werd Zuidhorn een zelfstandige kerkelijke gemeente.
(bron: Dr. J. Wesseling - De Afscheiding Van 1834 In Groningerland. Deel Iii. De Classis Groningen Van De Afgescheiden Kerken, De Vuurbaak bv. Groningen, 1978).
-->| 11-09-1838: Op 11 september 1838 preekte ds. H. de Cock (1801-1842) in het dorpje Briltil tussen de Groningse dorpen Enumatil en Zuidhorn in het Westerkwartier. Hij was daar eerder geweest. Hij preekte dan in ''t Witte Hek', aan het Hoendiep in Briltil, dat in die tijd direct ten westen van Zuidhorn lag, en er nu vrijwel in opgenomen is. Op die 11e september 1838 zaten zestig mensen onder zijn gehoor, waarmee het een 'ongeoorloofde godsdienstige samenkomst' was, want op grond van een oude Napoleontische wet had de overheid bepaald dat bij die bijeenkomsten zonder speciaal verleende toestemming niet meer dan twintig mensen aanwezig mochten zijn. Overtreding van die regel kon bestraft worden met inkwartiering, gevangenneming en boetes, om maar niet te spreken welke gevaren men van de niet-Afgescheiden (meestal) hervormde medebewoners van het dorp te duchten had. De Gouverneur van Groningen had over De Cock al eens geschreven als 'het verhitte brein en den geweldigen geest van den gesuspendeerden predikant De Cock, die geen burgerlijke wetten, overheden nog justitie meer ontziet, en als openlijke scheurmaker en prediker van tegenstand tegen de wet en de kerkelijke verordeningen een hoogst gevaarlijk mensch in de maatschappij is geworden (…)'.
Hoewel buiten 't Witte Hek de wacht gehouden werd deed de burgemeester, zélf ook aanwezig, een inval in die woning, waarvan Jacob Reintjes Diepstra de bewoner was. Ogenblikkelijk hadden de in het huis aanwezige luisteraars zich verspreid: men vluchtte de tuin in, rende naar de voor het huis liggende trekweg, of men sprong in een roeiboot en voer het Hoendiep op.
De burgemeester berichtte over de inval aan de Gouverneur van de provincie Groningen: 'Ter gemelde behuizing gekomen bevond ik aldaar een persoon als een Predikant gekleed, zeggende te zijn ds. De Cock, maar in den behuizing op dat ogenblik géén twintigtal menschen. De bewoner [Diepstra] gaf mij te kennen visite te hebben, doch het grootste gedeelte was op het land, op den trekweg en in den tuin verspreid. Op mijn verzoek, of men niet wilde binnenkomen, teneinde ik eens van hen konde ontwaren, wat toch eindelijk het doel hunner bijeenkomst zou zijn, werd zulks door ds. De Cock, die altijd op mijne vragen het woord opvatte, beantwoord, zorgende steeds dat men het verboden aantal menschen niet bij elkaar kreeg. De heer De Cock voegde mij toe, dat ik kwam om hen in het verdriet te brengen, dat zij geen kwaad deden en dergelijke meer, doch al hetgeen ik verder van hem vernam, waren Schriftuurplaatsen en een eigenlijke wartaal. Na een wijl toevens zag ik wel dat men daarvoor zorgde, om niet duidelijk in contraventie der wet te handelen en heb alzoo geen proces-verbaal kunnen opmaken'.
Maar de burgemeester had ondertussen wel begrepen dat er voorafgaande aan de inval een godsdienstoefening geweest was en had ook bemerkt dat de kamer was ingericht voor minstens zestig toehoorders. Maar hij had geen bewijs en zette zich aan de schrijftafel om de gouverneur op de hoogte te stellen.
Vóór die tijd waren óók in het nabijgelegen Zuidhorn al vaker huisgodsdienstoefeningen gehouden. Bauke Jurjens Woldijk, daar woonachtig, vroeg op de Afgescheiden classis van 19 april 1839 of in zijn woonplaats niet een Christelijke Afgescheidene Gemeente gesticht kon worden. De classis ging daar maar wat graag mee akkoord, en zo kwam ds. De Cock op 25 april 1839 nogmaals naar Briltil, naar het huis van Diepstra. Bouke Jurjens Woldijk, een 61-jarige schoenmaker en Jan Roelfs Geut, 35 jaar en winkelier van professie, werden daar respectievelijk als ouderling en diaken in het ambt bevestigd; ook Geut woonde in Zuidhorn. De gemeente telde toen zeventien leden.
Omdat Briltil onder Zuidhorn ressorteerde kan gezegd worden dat de gemeente dáár geïnstitueerd werd. Vandaar de naam Zuidhorn-Enumatil. Maar nadat die gemeente in Enumatil, vier kilometer ten zuiden van Zuidhorn, in 1847 een eigen kerkgebouwtje aan de Dorpsstraat in gebruik nam, veranderde de naam van die gemeente in Enumatil. Het jaar daarvóór hadden de Afgescheidenen te Lettelbert, Enumatil en Zuidhorn namelijk al besloten in Enumatil een eigen kerkje te gaan bouwen. Natuurlijk moest daarvoor toestemming gevraagd worden aan de Koning, net als voor de stichting van een zelfstandige Christelijke Afgescheiden gemeente. De koninklijke toestemming kon alleen verleend worden onder de gebruikelijke voorwaarden: zo mocht men de naam 'Gereformeerde Kerk' niet gebruiken en moest men de eigen armen verzorgen. De burgemeester vond dat maar niks. Hoe kon een kleine Christelijke Afgescheidene Gemeente, slechts bestaande uit arme, behoeftige mensen de eigen armen onderhouden, een eigen kerkgebouw overeind houden en een eigen predikant betalen? Voor de zekerheid stuurde hij samen met het verzoekschrift van de Afgescheidenen ook zijn eigen beoordeling van het verzoek mee: hij wees daarin op het gevaar dat die Afgescheiden gemeente geestverwanten uit de omgeving zou aantrekken, vermoedelijk even arm en behoeftig, waardoor die armen uiteindelijk tóch een beroep zouden moeten doen op de gemeente!.
(bron: G.K. Kok)
.

trouwt op donderdag 20-05-1824 te Niekerk (Gg), (ontbonden door overlijden op zondag 18-12-1864 te Donkerbroek)
met

Bregtje Hendriks Kuipers [e-d], geboren op zondag 07-02-1796 te Surhuisterveen, Doopsgezind, overleden op donderdag 27-03-1873 te Donkerbroek.

Bregtje Hendriks Kuipers [e-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Jacob van 19-12-1864 te Makkinga.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1824), Zonder (1864-1873).
Geboorte.
-->| Haar geboortedatum komt uit haar huwelijksacte van 20-05-1824 te Niekerk (Gg).
Huwelijk.
-->| 20-05-1824: N° 4: In het Jaar een duizend achthondert en vierentwentig den twentigsten Meij des namiddags om drie uur zijn voor mij Arent Fops Staal Schout van de Gemeente Oldekerk, Kwartier en Provincie Groningen gecompareerd Jacob Reintjes Diepstra oud een en dertig Jaren van beroep Boereknigt, woninde te Oldekerk binnen deze gemeente geboren te Grotegast, ingevolge hier nevens zijnde Doop Extract, den eenentwentigsten Maart van het jaar eenduizend zevenhondert en drie en negentig, Meerderjarige zoon van wijlen Reintje Jacobs in leven van Beroep Landbouwer, gewoond hebbende te Marum, en aldaar overleden, Blijkens nevensgaande Extract, den zesentwintigsten Julij van het Jaar een duizend achthondert en vier, en van Antje Tjeerts Kollenborg van beroep Landbouwersche, woninde te Oldekerk binnen deze Gemeente, en hierbij tegenwoordig tot voltrekken van het Huwelijk haar toestemming heeft gegeven. En dat opgemelde Jacob Reintjes Diepstra aan zijne verpligtingen ten opzigte de Nationale Militie heeft voldaan ingevolge hier nevens zijnde Exemplaar van den Heer Gouverneur dezer Provincie in dato den drieentwentigsten April dezes jaars ter Eenen zijde, en Bregtje Hendriks Kuipers oud Agtentwentig Jaren, van Beroep dienstmeid woninde te Niekerk binnen deze Gemeente, Geboren te Surhuisterveen in de Provincie Vriesland. Blijkens nevensgaande Acte van bekendheid den zevende Februari zeventienhondert zesennegentig. Meerderjarige Dochter van wijlen Hendrik Pieters Kuipers, gewoond hebbende te Grotegast en aldaar overleden blijkens Extract den eenentwentigsten November van het jaar eenduizend achthondert en vierentwentig, en van Sietske Johannes, zonder beroep, aldaar woonagtig, en hier tegenwoordig bij dezen tot voltrekking van het huwelijk hare toestemming heeft gegeven. Ter andere zijde. Welke van verzogt hebben te Procederen tot voltrekken van het Huwelijk Tusschen hun lieden voorgenomen en waar van de Proclamatien van opgemelde Personen zijn geschied voor de hoofdingang van het huis der gemeente alhier op de twee agtereenvolgende zondagen zijnde de Negende en den zestiende Meij deze Jaars.. Jaars telkens des voormiddags om Elf Uuren en daar nu geene oppositie tegen gedagte Huwelijk aan mij Schout is bekend gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek en na voorlezing van alle stukken tot dezen betrekkelijk en van het zesde Hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld over het Huwelijk gevraagd, zoo aan den toekomende Echtgenoot als Egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als Man en als Vrouw, waar op nadat elk hunner een afzonderlijk gevestigd antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is gelijk geschied bij dezen uit naam der wet dat de Comparanten Jacob Reintjes Diepstra en Bregtje Hendriks Kuipers door het Huwelijk verenigd zijn van al het welke wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Willem Jacobs Koster oud vijftig Jaren van beroep Herbergier, Tjeert Freerks Knapping oud zesendertig Jaren van Beroep Schoenmakersknegt, Nicolaas Gazendam oud zesenzestig jaren, Veldwagter dezer Gemeente alle drie woonagtig te Niekerk en Jan Pieters Meringa oud Achtenveertig Jaren assessor dezer gemeente, woninde te Oldekerk alle vier getuigen ten dezen verzogt en hebben deze acte na duidelijke voorlezing met de Comparanten nevens mij Schout vertekend in het Gemeentehuis te Niekerk op dag Maand en Jaar als boven - Uitgezonderd de Bruids moeder welke Declareerde niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 28-03-1873: N° 37: In het jaar Een duizend acht honderd drie en zeventig, den Achtentwintigsten dag der maand Maart zijn voor ons AMBTENAAR van den BURGERLIJKEN STAND der gemeente OOSTSTELLINGWERF, Provincie Friesland, verschenen in het Gemeentehuis te Makkinga: Wietze Jakobs de Vries, oud achtenveertig jaren, van beroep Koopman, wonende te Donkerbroek, en Johannes Leonardus Conradi, oud zevenenvijftig jaren, van beroep zonder, wonende te Bakkeveen, welke ons hebben verklaard, dat: Bregtje Hendriks Kuipers, oud zes en zeventig jaren, zonder beroep, geboren te Surhuisterveen wonende te Donkerbroek, weduwe van Jacob Rintjes Diepstra, namen der ouders onbekend, beiden overleden, op den zevenentwintigsten dag der maand Maart dezes jaars, des morgens ten zes ure, te Donkerbroek is overleden in het huis nummer honderd zeventien. En hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen, zijnde deze geene verwanten van de overledene, die dezelve nevens ons hebben geteekend
.


Grietje Freerks Oldinga [e-d]
Grietje Freerks Oldinga [e-d], geboren op zaterdag 22-09-1810 te Zuidhorn, overleden op vrijdag 19-12-1890 te Vogel Center [Usa].

Grietje Freerks Oldinga [e-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Tjeert van 17-11-1869 te Oldehove.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1837), Zonder (1869).
Geboorte.
-->| 22-09-1810: den 21 v: Wijnm: Is gedoopt Grietje, dochter van Freerk Wiltjes en Mienje Jan geboren den 22 van Herfsm: l.l.) - Grietje.
Huwelijk.
-->| 02-06-1837: N° 12: Op heden vrijdag den tweeden Junij achttienhonderd zeven en dertig, des avonds te vijf uren, in het huis der Gemeente te Zuidhorn, zijn voor mij Burgemeester der Gemeente Zuidhorn, Ambtenaar van den burgerlijken stand, Kwartier en Provincie Groningen, gecompareerd: Tjeert Reintjes Diepstra, oud acht en dertig jaren, Boereknecht, geboren te Marum, wonende te Noordhorn, binnen deze Gemeente, meerderjarige zoon van wijlen Reintje Jakobs, in leven Landbouwer onder Marum, en wijlen Antje Tjeerts Kollenborg, overleden te Oldekerk, zijnde deszelfs grootouders, zoo van vaders als moederszijde, ingevolgde mondelinge verklaring van den comparant, onder presentatie van eede, mede reeds vóór de invoering der registers van den burgerlijken stand overleden, ter eenre, en Grietje Freerks Oldinga, oud zes en twintig jaren, Dienstmaagd, geboren te Zuidhorn, wonende mede onder Noordhorn, meerderjarige dochter van wijlen Freerk Wiltjes Oldinga, in leven Arbeider op den Ham, en van Merije Jans, Arbeidster, nog aldaar wonende, waarvan de moeder hierbij tegenwoordig en gevende hare toestemming tot dit tusschen hunlieden voorgenomen huwelijk, ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben te procederen tot voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den hoofdingang van het huis der Gemeente alhier, te weten: de eerste op zondag den eenentwintigsten Mei achttienhonderd zeven en dertig en de tweede op zondag den achtentwintigsten Mei daaraanvolgende, telkens op den middag te twaalf uren. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Burgemeester en Ambtenaar van den burgerlijken stand dezer Gemeente bekend is gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezing van alle stukken tot dezen be.. betrekkelijk en van het zesde hoofddeel van den vijfden titel, het eerste boek, van het burgerlijk wetboek, getiteld: "van het huwelijk", gevraagd, zoo aan den toekomende echtgenoot als egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als Man en als Vrouw; waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Tjeert Reintjes Diepstra en Grietje Freerks Oldinga door het huwelijk zijn vereenigd. Van al het welk deze huwelijksacte is opgemaakt, in tegenwoordigheid van Gerrit Jans Zijlstra, oud eenenveertig jaren, Broodbakker, Frederik Friesenhaan, oud acht en dertig jaren, van beroep Schoenmaker, Roelf Hindriks Kremer, oud negen en twintig jaren, Smid, en Berent Jacobus Eikelaar, oud achtenzestig jaren, Veldwachter, wonende alle vier te Zuidhorn, onverwante hiertoe verzochte getuigen, - die, na gedane voorlezing, deze acte, nevens de comparanten en mij, hebben onderteekend, uitgezonderd de moeder van de comparante ter andere zijde, welke verklaarde niet te kunnen schrijven of teekenen.
Overlijden.
-->| Haar overlijdensdatum komt van findagrave.com.
Gebeurtenissen.
-->| 21-02-1870: | Oldenga, Grietje Freerks | dagloonster | Jaren 60 | Christ. Geref. | . (welgestelden) | Ja (mingegoeden) | . (behoeftigen) | Neen (hoofdelijk omslag aangeslagen) | . (vrouwen) | . (kinderen) | . (dienstboden) | om de middelen van bestaan te verbeteren | Michigan | . (bijzonderheden) |.
-->| Zij emigreert op 21-02-1870 naar Michigan (USA).
(bron: Ancestry.com. U.S. and Canada, Passenger and Immigration Lists Index, 1500s-1900s [database on-line]. Provo, UT, USA: Ancestry.com Operations, Inc, 2010)
.

trouwt op vrijdag 02-06-1837 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op maandag 15-11-1869 te Niehove)
met

Tjeert Reintjes Diepstra [f-d], zoon van Reintje Jacobs [v-d] en Antje Tjeerts Kollenborg [v-d], gedoopt op zondag 24-06-1798 te Marum, overleden op maandag 15-11-1869 te Niehove.

Tjeert Reintjes Diepstra [f-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit zijn doopacte van 22-06-1798 te Marum.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1837), Dagloner (1869).
Geboorte.
-->| 24-06-1798: 24 Juni gedoopt Zoon van Reintje Jacobs & Antje Tjeerts Ehlieden te Mar in Malij gen. Tjeert.
Huwelijk.
-->| 02-06-1837: N° 12: Op heden vrijdag den tweeden Junij achttienhonderd zeven en dertig, des avonds te vijf uren, in het huis der Gemeente te Zuidhorn, zijn voor mij Burgemeester der Gemeente Zuidhorn, Ambtenaar van den burgerlijken stand, Kwartier en Provincie Groningen, gecompareerd: Tjeert Reintjes Diepstra, oud acht en dertig jaren, Boereknecht, geboren te Marum, wonende te Noordhorn, binnen deze Gemeente, meerderjarige zoon van wijlen Reintje Jakobs, in leven Landbouwer onder Marum, en wijlen Antje Tjeerts Kollenborg, overleden te Oldekerk, zijnde deszelfs grootouders, zoo van vaders als moederszijde, ingevolgde mondelinge verklaring van den comparant, onder presentatie van eede, mede reeds vóór de invoering der registers van den burgerlijken stand overleden, ter eenre, en Grietje Freerks Oldinga, oud zes en twintig jaren, Dienstmaagd, geboren te Zuidhorn, wonende mede onder Noordhorn, meerderjarige dochter van wijlen Freerk Wiltjes Oldinga, in leven Arbeider op den Ham, en van Merije Jans, Arbeidster, nog aldaar wonende, waarvan de moeder hierbij tegenwoordig en gevende hare toestemming tot dit tusschen hunlieden voorgenomen huwelijk, ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben te procederen tot voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den hoofdingang van het huis der Gemeente alhier, te weten: de eerste op zondag den eenentwintigsten Mei achttienhonderd zeven en dertig en de tweede op zondag den achtentwintigsten Mei daaraanvolgende, telkens op den middag te twaalf uren. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Burgemeester en Ambtenaar van den burgerlijken stand dezer Gemeente bekend is gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezing van alle stukken tot dezen be.. betrekkelijk en van het zesde hoofddeel van den vijfden titel, het eerste boek, van het burgerlijk wetboek, getiteld: "van het huwelijk", gevraagd, zoo aan den toekomende echtgenoot als egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als Man en als Vrouw; waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Tjeert Reintjes Diepstra en Grietje Freerks Oldinga door het huwelijk zijn vereenigd. Van al het welk deze huwelijksacte is opgemaakt, in tegenwoordigheid van Gerrit Jans Zijlstra, oud eenenveertig jaren, Broodbakker, Frederik Friesenhaan, oud acht en dertig jaren, van beroep Schoenmaker, Roelf Hindriks Kremer, oud negen en twintig jaren, Smid, en Berent Jacobus Eikelaar, oud achtenzestig jaren, Veldwachter, wonende alle vier te Zuidhorn, onverwante hiertoe verzochte getuigen, - die, na gedane voorlezing, deze acte, nevens de comparanten en mij, hebben onderteekend, uitgezonderd de moeder van de comparante ter andere zijde, welke verklaarde niet te kunnen schrijven of teekenen.
Overlijden.
-->| 17-11-1869: N° 49: In het jaar duizend achthonderd negen en zestig, den zeventienden der maand November, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Oldehove, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen Warmolt Kuiper, oud zevenendertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te Niehove, nabuur van den overledene, en Tjipke Mulder, oud tweeendertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Niehove, nabuur van den overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den vijftienden der maand November, des jaars duizend achthonderd negen en zestig, des morgens te elf uur, binnen deze gemeente, en wel te Niehove, is overleden Tjeert Diepstra, oud twee en zeventig jaren, van beroep daglooner, laatst gewoond hebbende te Niehove, geboren te Marum, zoon van Reintje Diepstra en Antje Kollenburger, in leven echtelieden beide overleden, echtgenoot van Grietje Oldinga zonder beroep wonende te Niehove. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend
.


Anna Reintjes Diepstra [f-d]
Anna Reintjes Diepstra [f-d], geboren op vrijdag 30-05-1794 te Grootegast, overleden op zondag 24-08-1856 te Grootegast.

Anna Reintjes Diepstra [f-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar doopacte van 15-06-1794 te Grootegast..
Beroep.
-->| Zonder (1856)..
Geboorte.
-->| 15-06-1794: den 15 Junii te Grotegast gedoopt een dogter van Reintje Jakobs en Antje Tjeerts E.L. (geboren den 30 Maij) genaamd Anna..
Overlijden.
-->| 25-08-1856: 42: In het jaar duizend achthonderd zes en vijftig, den vijfentwintigsten der maand Augustus, zijn voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Grootegast, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen Jan Kornelis van der Veer, oud achtenvijftig jaren, van beroep Bakker, wonende te Grootegast, geene familie van de overledene, en Wiebren Alberts Ploeg, oud vijfenveertig jaren, van beroep Koopman, wonende te Grootegast, geene familie van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den vierentwintigsten der maand Augustus, des jaars duizend achthonderd zes en vijftig, des avonds te elf uur, binnen deze gemeente, en wel te Grootegast, is overleden Anna Reintjes Diepstra, oud twee en zestig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Grootegast en aldaar geboren, ongehuwde dochter van Reintje Jacobs Diepstra en Antje Tjeerts Kollenberg beide overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend ten dage voorschreven
.


Harm Roelofs Staal [e-d]
Harm Roelofs Staal [e-d], gedoopt op zondag 15-01-1804 te Niezijl, overleden op maandag 12-06-1871 te Noordhorn.

Harm Roelofs Staal [e-d].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Janke van 28-02-1839 te Niekerk (Gg).
Beroep.
-->| Boerenzoon (1828), Klaptrekker (1840), Watermolenaar (1849-1871).
Geboorte.
-->| 15-01-1804: Den 15 Jan. Roelof Harms en Aaltje Hindriks - Harm.
Huwelijk.
-->| 24-05-1828: N° 8: In het jaar eenduizend achthonderd en achtentwintig op zaturdag den vierentwintigsten Mei des namiddags te drie uren zijn voor ons Burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oldekerk Provincie Groningen gecompareerd Harm Roelofs Staal jongman, oud vierentwintig jaren, van beroep Boerezoon wonende te Niezijl in de Gemeente Grijpskerk. Meerderjarige zoon van wijlen Roelf Harms in leven van beroep landbouwer en overleden te Niezijl in de Gemeente Grijpskerk en van Aaltje Hendriks van beroep landbouwersche aldaar woonachtig Bruidegom ter eener - En Janke Reintjes Diepstra jongedochter oud achtentwintig jaren van beroep Boeredochter wonende te Oldekerk binnen deze Gemeente Meerderjarige dochter van wijlen Reintje Jacobs in leven van beroep landbouwer en overleden te Marum en Antje Tjeerts van beroep landbouwersche wonende te Oldekerk binnen deze gemeente Bruid ter andere zijde - ten einde een wettig huwelijk aan te gaan. Voorts zijn mede gecompareerd de moeder van de Bruidegom en de moeder van de Bruid en hebben deze beide ons verklaard hunne volkomene toestemming tot bovengemelde huwelijk te geven, waarna aan mij zijn overgegeven. 1° een doopcedul waaruit blijkt dat Harm Roelofs Staal gedoopt is in den jare achttienhonderd en vier den vijftienden januari te Niezijl in de gemeente Grijpskerk. 2° een certificaat van voldoening aan de Nationale Militie door de Heer Gouverneur dezer Provincie afgegeven den tweeden Mei achttienhonderd en achtentwintig. 3° een extract van overlijden waaruit blijkt dat Roelof Harms overleden is in den jare achttienhonderd en zes den veertienden januari te Niezijl in de gemeente Grijpskerk. 4° Een certificaat van Huwelijksproclamatie ter domicilium van den Bruidegom, afgegeven door den Heer Burgemeester der Gemeente (Oldekerk) Grijpskerk, waaruit blijkt dat de Huwelijksafkondigingen aldaar zijn geschied op zondagen den elfden en den achttienden Mei dezes jaars telkens des voormiddags te elf uren, zonder dat daartegen oppositien zijn ingekomen. 5° een doopcedul van Janke Reintjes Diepstra waaruit blijkt dat zij is gedoopt in den jare achttienhonderd den negenden Maart te Marum. 6° een extract van overlijden waaruit blijkt dat Reintje Jacobs is begraven in den jare achttienhonderd en vier den zes en twintigsten Julij te Marum. Voorts hebben de comparanten ons verzocht te procederen tot voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, waarvan de publicatien zijn gedaan alhier voor de hoofdingang van het huis der Gemeente op de twee achtereenvolgende zondagen zijnde den . den elfden en den achttienden Mei dezes jaars telkens des middags te twaalf uren. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan ons Burgemeester der Gemeente Oldekerk zijn bekend gemaakt heb ik ter voldoening aan bovengemeld verzoek na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk en speciaal van het zesde hoofddeel van den vijfden titel van het Burgerlijk wetboek over de regten en pligten van Echtgenoten onderling - aan de toekomende echtgenoten gevraagd of zij zich wederkerig als man en als vrouw willen aannemen - waarop door elk hunner een afzonderlijk bevestigend antwoord zijnde gegeven door ons is verklaard gelijk geschiedt bij dezen uit naam der wet dat de comparanten Harm Roelofs Staal en Janke Reintjes Diepstra door het huwelijk zijn vereenigd. van welk een en ander wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hindrik Roelofs Staal oud zesentwintig jaren van beroep boereknecht wonende te Niezijl Gemeente Grijpskerk broeder van den bruidegom, Hendrik Reintjes Diepstra oud vijfentwintig jaren, van beroep boerezoon, wonende te Oldekerk binnen deze gemeente broeder van den bruid, Willem Jacobs Korter oud vijfenvijftig jaren, van beroep Herbergier, Jan Pieters Meringa oud twee en vijftig jaren, Gemeente Ontvanger wonende de derde getuige te Niekerk en de vierde te Oldekerk binnen deze Gemeente als getuigen ten dezen verzocht. En hebben de comparanten na duidelijke voorlezinge en goedkeuring van de omhaling van het woord Oldekerk in de zeventwintigsten regel van t begin van de acte, deze acte nevens ons getekend in het gemeentehuis te Niekerk op dag maand en jaar als voren, uitgezonderd de bruid, welke verklaarde niet te kunnen schrijven.
-->| 24-07-1840: N° 9: Op heden vrijdag den vier en twintigsten Julij achttienhonderd en veertig, zijn voor ons Burgemeester der Gemeente Zuidhorn, Ambtenaar van den burgerlijken stand, in het Gemeentehuis alhier, verschenen: Harm Roelofs Staal, oud zes en dertig jaren, Klaptrekker, geboren onder Niezijl, laatst gewoond hebbende onder Niekerk, gemeente Oldekerk, wonende thans onder Noordhorn, binnen deze gemeente, weduwenaar van Janke Reintjes Diepstra, meerderjarige zoon van wijlen Roelf Harms Staal in leven Landbouwer onder Niezijl, en van Aaltje Hindriks, Landbouwersche aldaar, ter eene zijde, en Jantje Simens Driezen, oud negen en twintig jaren, Dienstmeid, geboren onder Sebaldeburen, laatst gewoond hebbende onder Niekerk, wonende thans mede onder Noordhorn, meerderjarige dochter van Simen Hindriks Driezen, Schoenmaker, en Antje Egberts, ehelieden, wonende onder Sebaldeburen, beiden tegenwoordig en gevende hunne toestemming tot dit tusschen hunlieden voorgenomen huwelijk, ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de beide afkondigingen alhier zonder verhindering zijn afgeloopen, te weten: de eerste op zondag den vijfden Julij dezes jaars en de tweede op zondag den twaalfden Julij daaraanvolgende, telkens op den middag te twaalf uren, en tot dat einde aan mij hebben overgelegd: hunne doop of geboorte acten, de acte wegens het overlijden van de vorige echtgenoote des bruidegoms, het certificaat dat de bruidegom aan zijne verpligtingen ten aanzien van de Nationale Militie heeft voldaan en het certificaat waaruit blijkt, dat de beide afkondig. gingen al mede zonder stuiting hebben plaats gehad te Oldekerk op zondagen den vijfden en den twaalfden Julij deszelfden jaar, telkens des middags te twaalf uren. Dien ten gevolge heb ik aan de partijen bruidegom en bruid in het openbaar gevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschiedt bij dezen, in naam der wet, dat zij lieden door het huwelijk zijn vereenigd. Van al het welk deze huwelijks acte is opgemaakt, in tegenwoordigheid van Fredrik Friesenhaan, oud twee en veertig jaren, Schoenmaker, Roelf Hindriks Kremer, oud drie en dertig jaren, Smid, Johannes van der Noord, oud vijfentwintig jaren, Schoenmaker, en Johannes van Endich Holkamp, oud zes en dertig jaren, Veldwachter, wonende alle vier te Zuidhorn, onverwante en hiertoe verzochte getuigen, die, na voorlezing, deze acte nevens de comparanten en mij, hebben onderteekend, uitgezonderd de ouders van de comparante ter andere zijde, welke verklaarden niet te kunnen schrijven.
-->| 20-01-1849: N° 1: Op heden den negentwintigsten Januarij achttienhonderd negenenveertig, zijn voor ons ondergeteekende Burgemeester, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Oldekerk, arrondissement en provincie Groningen, in het huis der gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan Harm Staal, oud (vierenveertig - in plaats van vierenveertig te lezen vijfenveertig - goedgekeurd) jaren, van beroep watermolenaar, wonende te Noordhorn, gemeente Zuidhorn, weduwenaar van Jantje Simens Driezen, zoon van Roelof Harms en Aaltje Hendriks, beiden overleden, ter eener, en Tjietske Strijkema, oud negentwintig jaren, zonder beroep, wonende te niekerk, binnen deze gemeente, weduwe van Berend Doedes Zuidema, dochter van Jan Meinders Strijkema, overleden en van Janna Pieters Klunder, zonder beroep, wonende te niekerk, ter andere zijde, en hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, Vooreerst, de acten waaruit blijkt dat de beide afkondigingen zonder stuiting hebben plaats gehad, alhier en te Zuidhorn, op den zevenden en den veertienden januarij achttienhonderd negen en veertig, ten tweeden hunne geboorte acten, en ten derden de acten van overlijden, zoo van de vorige echtgenote van den bruidegom als van de vorige echtgenoot van de bruid en van den vader van den Bruid, de moeder van de bruid hier tegenwoordig heeft ons verklaard in dit huwelijk toe te stemmen, waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met ja beantwoord zijnde, hebben wij uit naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden, in tegenwoordigheid van Klaas Willems Bakker oud zes en vijftig jaren, van beroep Kastelein, Tonnis Willems Postema, oud negendertig jaren van beroep veldwachter, Gerrit Andries Olthoff oud vierentwintig jaren zonder beroep wonende alle drie te niekerk en Pieter Jans Meringa. oud vierendertig jaren, wonende te Oldekerk terwijl er geen graad van bloedverwantschap of aanhuwelijking bestaat tusschen de getuigen en den Bruidegom en Bruid, en is hiervan deze acte door ons opgemaakt welke na voorlezing door de Comparanten de getuigen en ons is geteekend verklarende de moeder niet te kunnen schrijven of teekenen.
Overlijden.
-->| 12-06-1871: No. 30: Op heden den twaalfden Junij achttienhonderd één en zeventig, zijn voor mij Raadslid, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Zuidhorn, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen: Goosen Groenendal, oud drie en dertig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Noordhorn, onverwant van de overledene, en Jillert Zeeftstra, oud veertig jaren, van beroep Arbeider, wonende te Noordhorn, onverwant van de overledene, dewelke verklaarden dat op maandag den twaalfden Junij dezes jaars, des morgens te vier uren, te Noordhorn, binnen deze gemeente, overleden is: Harm Roelfs Staal oud zes en zestig jaren, van beroep Watermolenaar, geboren te Niezijl, laatst gewoond hebbende te Noordhorn, laatst echtgenoot van Tjitkse Strijkema, Arbeidster aldaar, zoon van wijlen Roelf Harms Staal en wijlen Aaltje Hindriks, in leven ehelieden en Landbouwers te Niezijl. En hebben de aangevers deze acte nevens mij, na voorlezing, onderteekend, verklarende echter de tweede comparant wegens gebrekkig onderwijs niet te kunnen schrijven of teekenen
.

trouwt (1) op zaterdag 24-05-1828 te Oldekerk, (ontbonden door overlijden op woensdag 27-02-1839 te Niekerk (Gg))
met

Janke Reintjes Diepstra [f-d], dochter van Reintje Jacobs [v-d] en Antje Tjeerts Kollenborg [v-d], gedoopt op zondag 09-03-1800 te Marum, overleden op woensdag 27-02-1839 te Niekerk (Gg).

Janke Reintjes Diepstra [f-d].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar doopacte van 09-03-1800 te Marum.
Beroep.
-->| Boerendochter (1828), Zonder (1839).
Geboorte.
-->| 09-03-1800: 9 Maart gedoopt een dogter van Reintjen Jacobs & Anje Tjeerts Ehl te Marum gen: Janke.
Huwelijk.
-->| 24-05-1828: N° 8: In het jaar eenduizend achthonderd en achtentwintig op zaturdag den vierentwintigsten Mei des namiddags te drie uren zijn voor ons Burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oldekerk Provincie Groningen gecompareerd Harm Roelofs Staal jongman, oud vierentwintig jaren, van beroep Boerezoon wonende te Niezijl in de Gemeente Grijpskerk. Meerderjarige zoon van wijlen Roelf Harms in leven van beroep landbouwer en overleden te Niezijl in de Gemeente Grijpskerk en van Aaltje Hendriks van beroep landbouwersche aldaar woonachtig Bruidegom ter eener - En Janke Reintjes Diepstra jongedochter oud achtentwintig jaren van beroep Boeredochter wonende te Oldekerk binnen deze Gemeente Meerderjarige dochter van wijlen Reintje Jacobs in leven van beroep landbouwer en overleden te Marum en Antje Tjeerts van beroep landbouwersche wonende te Oldekerk binnen deze gemeente Bruid ter andere zijde - ten einde een wettig huwelijk aan te gaan. Voorts zijn mede gecompareerd de moeder van de Bruidegom en de moeder van de Bruid en hebben deze beide ons verklaard hunne volkomene toestemming tot bovengemelde huwelijk te geven, waarna aan mij zijn overgegeven. 1° een doopcedul waaruit blijkt dat Harm Roelofs Staal gedoopt is in den jare achttienhonderd en vier den vijftienden januari te Niezijl in de gemeente Grijpskerk. 2° een certificaat van voldoening aan de Nationale Militie door de Heer Gouverneur dezer Provincie afgegeven den tweeden Mei achttienhonderd en achtentwintig. 3° een extract van overlijden waaruit blijkt dat Roelof Harms overleden is in den jare achttienhonderd en zes den veertienden januari te Niezijl in de gemeente Grijpskerk. 4° Een certificaat van Huwelijksproclamatie ter domicilium van den Bruidegom, afgegeven door den Heer Burgemeester der Gemeente (Oldekerk) Grijpskerk, waaruit blijkt dat de Huwelijksafkondigingen aldaar zijn geschied op zondagen den elfden en den achttienden Mei dezes jaars telkens des voormiddags te elf uren, zonder dat daartegen oppositien zijn ingekomen. 5° een doopcedul van Janke Reintjes Diepstra waaruit blijkt dat zij is gedoopt in den jare achttienhonderd den negenden Maart te Marum. 6° een extract van overlijden waaruit blijkt dat Reintje Jacobs is begraven in den jare achttienhonderd en vier den zes en twintigsten Julij te Marum. Voorts hebben de comparanten ons verzocht te procederen tot voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, waarvan de publicatien zijn gedaan alhier voor de hoofdingang van het huis der Gemeente op de twee achtereenvolgende zondagen zijnde den . den elfden en den achttienden Mei dezes jaars telkens des middags te twaalf uren. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan ons Burgemeester der Gemeente Oldekerk zijn bekend gemaakt heb ik ter voldoening aan bovengemeld verzoek na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk en speciaal van het zesde hoofddeel van den vijfden titel van het Burgerlijk wetboek over de regten en pligten van Echtgenoten onderling - aan de toekomende echtgenoten gevraagd of zij zich wederkerig als man en als vrouw willen aannemen - waarop door elk hunner een afzonderlijk bevestigend antwoord zijnde gegeven door ons is verklaard gelijk geschiedt bij dezen uit naam der wet dat de comparanten Harm Roelofs Staal en Janke Reintjes Diepstra door het huwelijk zijn vereenigd. van welk een en ander wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hindrik Roelofs Staal oud zesentwintig jaren van beroep boereknecht wonende te Niezijl Gemeente Grijpskerk broeder van den bruidegom, Hendrik Reintjes Diepstra oud vijfentwintig jaren, van beroep boerezoon, wonende te Oldekerk binnen deze gemeente broeder van den bruid, Willem Jacobs Korter oud vijfenvijftig jaren, van beroep Herbergier, Jan Pieters Meringa oud twee en vijftig jaren, Gemeente Ontvanger wonende de derde getuige te Niekerk en de vierde te Oldekerk binnen deze Gemeente als getuigen ten dezen verzocht. En hebben de comparanten na duidelijke voorlezinge en goedkeuring van de omhaling van het woord Oldekerk in de zeventwintigsten regel van t begin van de acte, deze acte nevens ons getekend in het gemeentehuis te Niekerk op dag maand en jaar als voren, uitgezonderd de bruid, welke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 28-02-1839: N° 4: In het jaar duizend acht honderd negen en dertig, den acht en twintigsten der maand Februarij, zijn voor ons Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Oldekerk, Arrondissement Groningen, Provincie Groningen, verschenen Wobbe Jans Oosterhuis, oud acht en veertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te niekerk, nabuur van de overledene, en Jan Ruurts Veldman, oud dertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te niekerk, nabuur van de overledene, welke ons hebben verklaard: dat op den zeventwintigsten der maand Februarij, des jaars duizend acht honderd negen en dertig, des namiddags te vijf uur, binnen deze gemeente, en wel te niekerk, is overleden Janke Reintjes Diepstra, oud negen en dertig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te niekerk in deze gemeente, geboren te Marum vrouw van Harm Roelofs Staal, landbouwer wonende te niekerk in deze gemeente, dochter van Rientje Jacobs en van Antje Tjeerts, beiden overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt en ingeschreven op de beide dubbelen van het overlijdens-register dezer gemeente; en is deze akte, nadat dezelve aan de aangevers was voorgelezen, door dezelve verteekend nevens ons Burgemeester in het gemeentehuis te niekerk op datum voorschreven
.

trouwt (2) op vrijdag 24-07-1840 te Zuidhorn, (ontbonden door overlijden op zaterdag 09-01-1847 te Noordhorn)
met

Jantje Simens Driezen [g-d], geboren op vrijdag 23-11-1810 te Sebaldeburen, dienstmeid (1840), overleden op zaterdag 09-01-1847 te Noordhorn.

trouwt (3) op maandag 29-01-1849 te Oldekerk, (ontbonden door overlijden op maandag 12-06-1871 te Noordhorn)
met

Tjietske Strijkema [g-d], geboren op woensdag 29-12-1819 te Niekerk (Gg), zonder (1849), arbeidster (1871-1875), overleden op zondag 02-05-1875 te Noordhorn, trouwt (1) op donderdag 06-07-1843 te Oldekerk, (ontbonden door overlijden op woensdag 23-10-1844 te Oostwold) met Berend Doedes Zuidema [g-d], geboren op vrijdag 20-05-1814 te Niekerk (Gg), klapmeester (1844), overleden op woensdag 23-10-1844 te Oostwold.


Anje Pieters Bouwman [g-w]
Anje Pieters Bouwman [g-w], gedoopt op zondag 27-01-1760 te Uithuizermeeden, overleden op donderdag 01-04-1813 te Uithuizermeeden.

Anje Pieters Bouwman [g-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar weduwnaar Jannes van 28-01-1815 te Uithuizermeeden.
Beroep.
-->| Landbouwster (1813).
Geboorte.
-->| 27-01-1760: 27 Januarius gedoopt het dogtertje van Pieter Jacobs en Aeltje Aljes gen. Anje.
Huwelijk.
-->| 08-10-1785: den 8 october ingetekent Jan Claassen met Anje Peters beijde van de Meden, gecopuleert den 30 october.
-->| 11-12-1794: den 11 Decemb: Ingetekent Jannes Albers met Anje Peters weduw van Jan Claasen van de Meden gecopuleert den 11 Januarius 1795.
Overlijden.
-->| 03-04-1813: 13: In het Jaar één duizend acht honderd en Dertien den Derden April des Morgens om tien uur, zijn voor mij Siert Tammes Huizinga Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Uithuistermeden Arrondissement Appingedam, Departement van de Wester Eems, gecompareerd Barnje Klaassen van der Zwaag oud Tweeënveertig Jaren, dagloner van beroep, wonende te Uithuistermeden en Ties Jans Dorsman oud vierensestig Jaren, dagloner van beroep, wonende te Uithuistermeden. Verklarende dat op donderdag den Eersten van de Maand April des Jaars achttien honderd en dertien in het Huis getekend No. 57 te Uithuistermeden binnen deze Gemeente overleden is Anje Pieters Bouwma oud Drieënvijftig Jaren, Landbouwersche van beroep, wonende te Uithuistermeden vrouw van Jans Alders Rijpma. waarop Deposanten deze Acte met mij geteekend hebben, na dat hun dezelve is voorgelezen. uitgezonderd Barnje Klaassen van der Zwaag welke verklaard heeft niet te kunnen schrijven.
Gebeurtenissen.
-->| 11-11-1794: Anje Pieters en haar man Jan Klasen te Uithuizermeeden.
(bron: Groninger Archieven, 734 Gerechten in Hunsingo, 1600 - 1811, Inventaris, 19. Inventaris van het archief van het gerecht van Uithuizermeeden 1690 - 1803, 19.1. Rechtspraak, 712-715 Inventarissen van boedels, met akten waarbij de rechten van pupillen op de nalatenschap van hun ouders worden afgekocht, 1760 - 1803. Afschriften, 714 1778 aug 25 - 1795 nov 11).
-->| 1798: Onderhandse akte van overeenkomst tussen Josina Petronella Alberda en haar meiers Jannes Albers en Anje Pieters, echtelieden, over de verpachting van 7½ grazen binnendijks gelegen te Uithuizermeeden.
(bron: Groninger Archieven, 625 Menkemaborg en Dijksterhuis (2), 1526 - 1900, Inventaris, 1. Stukken die zeker dan wel waarschijnlijk afkomstig zijn van leden der familie Alberda en/of hen betreffen, 1.2. Stukken toegewezen aan de persoonlijke archieven van Alberda's, 1.2.1. Hoofdtak, 1.2.1.4. Xe generatie, 1.2.1.4.1. Josina Petronella Alberda, 36)
.

trouwt (1) op zondag 30-10-1785 te Uithuizermeeden, (ontbonden door overlijden op donderdag 08-05-1794 te Uithuizermeeden)
met

Jan Claassen [g-w], geboren midden 10-1757 -->| Op 30-10-1785 huwt hij te Uithuizermeeden en als ik vooralsnog aanneem dat hij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is hij geboren tussen 30-10-1745 en 30-10-1769. Hij is waarschijnlijk afkomstig uit Uithuizermeeden. Er worden in die periode zeven kinderen met de naam Jan met als naam van de vader Klaas gedoopt te Uithuizermeeden vermoedelijk te Uithuizermeeden, overleden op donderdag 08-05-1794 te Uithuizermeeden.

Jan Claassen [g-w].
-->| 11-11-1794: Anje Pieters en haar man Jan Klasen te Uithuizermeeden.
(bron: Groninger Archieven, 734 Gerechten in Hunsingo, 1600 - 1811, Inventaris, 19. Inventaris van het archief van het gerecht van Uithuizermeeden 1690 - 1803, 19.1. Rechtspraak, 712-715 Inventarissen van boedels, met akten waarbij de rechten van pupillen op de nalatenschap van hun ouders worden afgekocht, 1760 - 1803. Afschriften, 714 1778 aug 25 - 1795 nov 11; https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=5&miaet=1&micode=734&minr=934749&miview=inv2)
.

trouwt (2) op zondag 11-01-1795 te Uithuizermeeden, (ontbonden door overlijden op donderdag 01-04-1813 te Uithuizermeeden)
met

Jannes Alderts Rijpma [g-w], gedoopt op zondag 11-09-1768 te Zeerijp, overleden op zondag 28-04-1844 te Uithuizermeeden, trouwt (2) op zaterdag 28-01-1815 te Uithuizermeeden, (ontbonden door overlijden op vrijdag 11-01-1822 te Uithuizermeeden) met Wibke Berents de Haan [g-w], geboren op zondag 10-02-1788 te Uithuizermeeden, overleden op vrijdag 11-10-1822 te Uithuizermeeden, trouwt (3) op zaterdag 23-08-1823 te Uithuizermeeden, (ontbonden door overlijden op zondag 28-04-1844 te Uithuizermeeden) met Aaltje Klaassens Zigterman [e-w], gedoopt op zondag 10-02-1771 te Spijk, overleden op vrijdag 25-04-1845 te Uithuizermeeden.

Jannes Alderts Rijpma [g-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Aaltje van 30-04-1845 te Uithuizermeeden.
Beroep.
-->| Landbouwer (1815-1844).
Geboorte.
-->| 11-09-1768: Sept den 11 .. Jannes Grietje Hebels k. Jannes.
Huwelijk.
-->| 11-12-1794: den 11 Decemb: Ingetekent Jannes Albers met Anje Peters weduw van Jan Claasen van de Meden gecopuleert den 11 Januarius 1795.
-->| 28-01-1815: 2: In het Jaar één duizend acht honderd en vijftien op Zaturdag den Agt en twintigsten Januari des avonds te zes uur, zijn voor mij Willems Christiaans Smit Schout & Officier van den Burgerlijken Staat binnen de Gemeente Uithuistermeeden Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, gecompareerd: Jannes Alderts Rijpma, weduwenaar van Anje Pieters, oud zes en veertig jaren, landbouwer van beroep, woonachtig te Uithuistermeeden, geboren in de Zeerijp, den elfden September des jaars zeventienhonderd agtenzestig, blijkens extract afgegeven door den Schout van 't Zand, meerderjarige zoon van wijlen Aldert Jannes in leven Landbouwer van beroep, en van wijlen Grietje Hebels, beide overleden in de Gemeente van 't Zandt, blijkens extracten afgegeven door den Schout dier Gemeente, ter ener: - En Wibke Berents de Haan oud zes en twintig jaren, zonder beroep, woonachtig te Godlinze, geboren te Uithuistermeden, den Tienden Februari des jaars zeventienhonderd agt en tagtig blijkens extract afgegeven door ons Schout van Uithuistermeden; meerderjarige dochter van Berent Sikkes de Haan Landbouwer van beroep, woonachtig te Uithuistermeeden, en van Trijntje Everts, beide hier tegenwoordig en derzelver toestemming gevende, ter andere zijde. Welke van mij verzogt hebben te procederen tot voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de Publicatien zijn gedaan voor de Hoofdingang van het Huis der Gemeente alhier, te weten de eerste op Zondag den Agtsten Januari des Jaars achtienhonderd en vijftien des middags te twaalf uuren, en de tweede op Zondag den tweeentwintigsten Januari des Jaars achttien honderd en vijftien des middags te twaalf uuren, zijnde deze afkondigingen mede in de gemeente van Bierum gedaan, blijkens Certificaat afgegeven door den Schout aldaar.. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Willem Christiaan Smit bekend is gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezing van alle stukken tot dezen betrekkelijk en van het zesde Hoofddeel van den Titel van het Burgerlijk Wetboek, getiteld: "over het Huwelijk", gevraagd zoo aan den toekomende Echtgenoot als Egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als Man en als Vrouw; waarop, na dat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de Wet, dat de Comparanten Jannes Alderts Rijpma en Wibke Berents de Haan door het Huwelijk vereenigd zijn, waarvan acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Albert Pieters Bouma oud Negenenveertig jaren Landbouwer van beroep; Hindrik Freerks Vegter oud vierendertig jaren; schoenmaker van beroep; Sikke Berents de Haan (volle Broer van de Bruid) oud zesendertig jaren; zonder beroep, en Okke Hindriks Langeland oud veertig jaren, Slagter van beroep; alle woonachtig te Uithuistermeden; dewelke deze acte, nadat ook hun dezelve was voorgelezen, nevens ons en de Comparanten hebben vertekend; uitgezonderd Jannes Alderts Rijpma en Okke Hindriks Langeland, welke verklaarden niet te kunnen schrijven.
-->| 23-08-1823: 10: In het jaar achttienhonderd drie en twintig den drie en twintigsten Augustus des avonds om zeven uren, zijn voor mij Albert Pieters Bouma Schout en Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Uithuistermeeden, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen gecompareerd Jannes Alderts Rijpma oud vier en vijftig jaren landbouwer van beroep, woonende te Uithuistermeeden, weduwenaar van Wibke Berents de Haan overleden te Uithuistermeeden, blijkens extract afgegeven door ons Schout der Gemeente, geboren te Zeerijp den Elfden September des jaars zeventienhonderd achtenzestig, meerderjarige zoon van wijlen Aldert Jannes in leven landbouwer van beroep overleden te 't Zandt, en van wijlen Grietje Hebens Ehelieden overleden te Zeerijp blijkens extracten afgegeven door den Schout der Gemeente 't Zandt, ter eenre, en Aaltje Klaassens oud eenenvijftig jaren, dagloonster van beroep woonende te Spijk weduwe van Jakob Simens de Weert overleden te Spijk, geboren te Spijk den Tienden Februarij des jaars zeventienhonded een en zeventig, meerderjarige dochter van wijlen Klaas Harms in leven dagloner van beroep overleden te Spijk..blijkens extracten afgegeven door den Schout der Gemeente Bierum, en van Abeltje Sikkes dagloonster van beroep woonende te Spijk, hier tegenwoordig en deszelfs toestemming gevende ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben te procederen tot voltrekking van het Huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de Publicatien zijn gedaan voor den Hoofd-ingang van het Huis der Gemeente alhier, te weten de Eerste op Zondag den Tienden Augustus, en de Twede op zondag den zeventienden daaraan volgende des jaars achttienhonderd drie en twintig telkens des middags om twaalf uren, zijnde de gemelde afkondiging mede geschied in de gemeente Bierum blijkens certificaat afgegeven door den Schout aldaar. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij bekend is gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek na voorlezing van alle stukken tot dezen betrekkelijk en van het zesde hoofd-deel van den titel van het Burgerlijk Wetboek, getiteld over het Huwelijk, gevraagd zoo aan den toekomende Echtgenoot als Egade, of zij zich wederkerig wilden aannemen als man en als vrouw? Waarop, nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de wet, dat de Comparanten Jannes Alderts Rijpma en Aaltje Klaassens door het Huwelijk vereenigd zijn. Waarvan akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hindrik Berents Jonker oud negenenveertig jaren Koopman van beroep, aangehuwde broeder van de Echtgenoote, Tidde Klaassen Schenkhuis oud drie en zeventig jaren Herbergier van beroep, Haring Klasen Pekelder oud vierendertig jaren, smit van beroep en Arents Berents Jonker oud vierenveertig jaren, veldwachter van beroep, alle woonende te Uithuistermeeden, en de drie laatstgenoemde geene maagschap van de gehuwden. Voorts verklaarden dezelve na gedane eede, dat het hun zeer wel kennelijk is dat de Grootouders van den Echtgenoot reeds onheuglijke jaren overleden zijn, waarvan geene akten zijn te bekennen. Wijders is deze akte door hun nevens dan de Echtgenoote en mij verteekend, na dat dezelve is voorgelezen op dag, maand en jaar als boven. Verklarende den Echtgenoot als mede de meoder van de Echtgenoote niet te kunnen schrijven.
Overlijden.
-->| 30-04-1844: 25: In het jaar duizend achthonderd vier en veertig, den dertigsten der maand April, zijn voor ons Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Uithuistermeeden, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, verschenen Jan Willems Bos, oud achtenveertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Uithuistermeeden, nabuur van den overledene, en Kornelis Lubberts Werkman, oud negenentwintig jaren, van beroep daglooner, wonende te Uithuistermeeden, nabuur van den overledene, welke ons hebben verklaard: dat op den achtentwintigsten der maand April, des jaars duizend achthonderd vier en veertig, des morgens te negen uur, binnen deze gemeente, en wel te Uithuistermeeden N° 57, is overleden Jannes Alderts Rijpma, oud vijfenzeventig jaren, van beroep landbouwer, laatst gewoond hebbende te Uithuistermeeden, man van Aaltje Klasen Zigterman, Landbouwster wonende te Uithuistermeeden, geboren te 't Zandt zoon van wijlen Aldert Jannes en Grietje Everts in leven Ehelieden en landbouwers van beroep, gewoond en overleden te 't Zandt. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt en ingeschreven op de beide dubbelen van het overlijdensregister dezer gemeente; en is deze akte, nadat dezelve aan de aangevers was voorgelezen, door een hunner en ons geteekend. Verklarende Kornelis Lubberts Werkman niet te kunnen teekenen ter oorzaak de schrijfkunst niet te hebben geleerd.
Gebeurtenissen.
-->| 1798: Onderhandse akte van overeenkomst tussen Josina Petronella Alberda en haar meiers Jannes Albers en Anje Pieters, echtelieden, over de verpachting van 7½ grazen binnendijks gelegen te Uithuizermeeden.
(bron: Groninger Archieven, 625 Menkemaborg en Dijksterhuis (2), 1526 - 1900, Inventaris, 1. Stukken die zeker dan wel waarschijnlijk afkomstig zijn van leden der familie Alberda en/of hen betreffen, 1.2. Stukken toegewezen aan de persoonlijke archieven van Alberda's, 1.2.1. Hoofdtak, 1.2.1.4. Xe generatie, 1.2.1.4.1. Josina Petronella Alberda, 36)
.