trouwt (1) op zondag 28-08-1803 te Engelbert, (ontbonden door overlijden op zondag 08-05-1808 te Engelbert)
met
Sweitze Gerrits [e-w], gedoopt op zondag 14-03-1773 te Noorddijk, overleden op zondag 08-05-1808 te Engelbert, trouwt (1) op maandag 18-04-1796 te Engelbert, (ontbonden door overlijden op zondag 10-05-1801 te Engelbert) met Dievertjen Luitjes [f-w], dochter van Luitje Oomkes [v-w] en Trijntje Freerks [v-w], geboren op woensdag 23-01-1771 te Engelbert, overleden op zondag 10-05-1801 te Engelbert.
Sweitze Gerrits [e-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn weduwe Trijntjen van 13-06-1812 te Noorddijk.
Geboorte.
-->| 14-03-1773: d. 14 Meert. Sweitz zoon van Gerrit Oomkes en Anna Sweitzes.
-->| Op 18-04-1796 huwt hij te Engelbert en als ik vooralsnog aanneem dat hij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is hij geboren tussen 18-04-1756 en 18-04-1780. Hij is afkomstig uit Engelbert. Hij is het enige kind met de naam Sweitze met als naam van de vader Gerrit die in die periode in de provincie Groningen gedoopt wordt.
Huwelijk.
-->| 1796: Sweitse Gerrits van Scharmer en Divertjen Luitjes van Engelbert.
-->| 1796: na voorafgaande kondiging zijn in den Egt verbonden in den Jaren 1796 Sweitse Gerrits van Scharmer en Divertje Luitjes van Engelbert.
-->| 02-03-1796: den 2 Maart het huwelijk aangegeven van Sweitse Gerrijts van Noordijk en Devertje Luitjes van Engelbert.
-->| 18-04-1796: Den 18 April na drie gewoone kerkkundigingen een attestatie naar Middelbert afgegeven aan Sweitse Gerrijts van Noordijk en Dievertje Luitjes van Engelbert.
Overlijden.
-->| 08-05-1808: Den 8sten Mei overl. Swaitze Gerrits.
-->| 13-05-1808: Den 13 mei 1808 | 8sten Mei 1808 | Engelbert | Swaitze Gerrits | 35 jaren | gehuwd | met kinderen | uit 2 huwelijken | - |.
-->| Zijn overlijdensdatum komt uit de huwelijksbijlage van zijn zoon Gerrit van 20-06-1824 te Ten Boer.
Gebeurtenissen.
-->| 13-08-1803: Zweitze Gerrits te Engelbert.
(bron: Groninger Archieven, 730 Gerechten in Selwerd en Sappemeer, 1592 - 1811, 3 Inventaris van het archief van de jurisdictie van het Gorecht en Sappemeer, 1803 - 1811, 3.1 Rechtspraak, 3.1.1 Civiel, 3.1.1.1 Seriële stukken, 3.1.1.1.4 Voogdijzaken, 1858-1979 Inventarissen van boedels, 1803 - 1810, 1863).
trouwt (2) op zaterdag 13-06-1812 te Noorddijk, (ontbonden door overlijden op zondag 15-06-1823 te Foxhol)
met
Cornelis Stevens Tamminga [e-w], geboren op zaterdag 18-01-1783 te Engelbert, overleden op zondag 15-06-1823 te Foxhol.
Cornelis Stevens Tamminga [e-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Trijntje van 01-04-1824 te Hoogezand.
Beroep.
-->| Boerenzoon (1812), Arbeider (1823).
Geboorte.
-->| 26-01-1783: Gedoopten 1783. Den 26 Januarij gedoopt een Zoon van Steven Tammes en Hindrikjen Cornelis, genaamd: Cornelis, geboren den 18 derzelver maand.
Huwelijk.
-->| 13-06-1812: No. 5: In het Jaar agtien hondert en twaalf den dertienden Junij zijn voor ons Adjunct Maire en officier van den Burgerlijken Staat der Gemeente Noordijk Canton Hogezant departement van de Wester Eems gecompareerd, Cornelis Stevens Tamminga oud Negentwintig Jaren van beroep Boerezoon geboren en woonachtig te Engelbert, Meerderjarige zoon van Steven Tammes van beroep landman den Tienden November agtien hondert agt volgens aantekening in de Registers van overlijden te Engelbert overleden, en Hinderkien Kornelis Ehel; hierbij tegenwoordig en haar toestemming gevende, En Trientje Luitjes, Zedert den agsten Maij agtien hondert agt, wedw. Sweitze Gerriets, oud drie en dertig Jaar van beroep Boerin geboren en woonachtig te Engelbert; meerderjarige dochter van Luitjen Oomkes Oomkes, van beroep landman woonachtig te Engelbert, hier bij tegenwoordig en zijn toestemming gevende, en wijlen Treintje Freerks Pots, Ehl. welke ons verzocht hebben het door hun voorgenomen Huiwelijk te voltrekken, waar van de afkondigingen voor de Hoofddeur van het huis der Gemeente te Noordijk is geschied de Eerste op Zondag den vier en twintigsten en de tweede op Zondag den Een en dertigsten Maij agtien hondert en twaalf, telkens des smiddags te twaalf uren geene verhindering tegen het gemelde Huiwelijk ter onzer kennis zijnde gebragt hebben wij aan hun verzoek voldaan na voorlezing van alle voorengemelde stukken als mede van het 6 Hoofstuk van den Titel van het Burgerlijk wetboek tot opschrift hebbende van het Huiwelijk ieder der aanstaande Echtgenoten afgevraagd of zij Elkander wederkerig tot man en tot vrouw wilden aanneemen waar op door Elk der zelfden een toestemment.. ment antwoord is gegeven, verklaaren wij in naam der wet dat Cornelis Stevens Tamminga, en Trientjen Luitjens , door het Huiwelijk verbonden zijn, in tegenwoordigheid van Oomkes Luitjens Oomkes, oud Negendertig Jaar van beroep boereknegt woonachtig te Engelbert zijnde volle Broeder der Bruid en Jelle Jacobs Oomkes oud vier en veertig jaar van beroep landman woonachtig te Engelbert, zijnde volle Neef van de Bruid, en Roelf Klaasen Nieborg, oud veertig Jaar van beroep Tapper woonachtig te Engelbert, niet bevrind; en Jan Warners Nieborg oud zesentwintig Jaar van beroep een landman woonachtig onder de gemeente van Haren niet bevrind. Welke die acte na dat ook deze was voorgelezen, nevens ons en de Contractanten hebben vertekend.
Overlijden.
-->| 16-06-1823: 57: In het Jaar éénduizend achthondert drieëntwintig den zestienden Junij, des middags om Twaalf uur, zijn voor mij Schout officier van den Burgerlijken Staat in de gemeente Hogezand, Kwartier en Provincie Groningen, gecompareerd Albert Riempts Olthoff oud éénenveertig jaren, Broodbakker en Geert Jans Joostens oud éénenveertig jaren, Zaagmolenaarsknegt van beroep, beiden woonende te Foxhol en naburen van natenoemene overledene. Verklarende dat op den vijftienden dezer lopende Junij des middags om Twaalf uur, in het Huis getekend N° 4 Lett B te Foxhol binnen deze gemeente overleden is Kornelis Stevens Tamminga, oud veertig Jaren, arbeider van beroep wonende te Foxhol voornoemd, geboren te Engelbert, gemeente Noorddijk, zijnde man van Trijntje Luitjes Oomkes, arbeidster en mede te Foxhol voornoemd woonachtig. Waarop Deposanten deze acte met mij getekend hebben, na dat hun dezelve is voorgelezen, op dag maand en Jaar als boven.
Gebeurtenissen.
-->| 1811: Tammenga. Hinderkien Kornelis wed. Tammenga te Engelbert, zij tekent als Hinderkyn Cornelis Tamminga. Zoon: Kornelis Stevens 28 jr. Dochters: Hillegien Stevens 25 jr. Elizabet Stevens 21 jr. Grietje Stevens 20 jr. Tryntje Stevens 8 jr.
(bron: Naamsaanneming Noorddijk 1812).
>
trouwt op zondag 28-10-1798 te Westerbroek, (ontbonden door overlijden op woensdag 23-07-1845 te Scharmer)
met
Wobbechien Hendriks Uitvlugt [e-w], gedoopt op zondag 01-09-1771 te Westerbroek, overleden op zondag 30-08-1846 te Scharmer.
Wobbechien Hendriks Uitvlugt [e-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Freerk van 24-07-1845 te Slochteren.
Beroep.
-->| Landbouwster (1846).
Geboorte.
-->| 01-09-1771: Den 1 September het dogtertje van Hinderik Cornelis en Aaltje Jans genaamt Wobbegijn.
Huwelijk.
-->| 06-10-1798: Den 6 Octob: Freerk Luitjes J: M: te Engelbert. en Wobbegijn Hinderks J: D: alhier. Deeze zijn gecopuleert den 28 October.
-->| 28-10-1798: Den 28 October na drie gewoone kerkkundigingen, eene attestatie afgegeeven naar Westerbroek aan Freerk Luitjes en Wobbegien Hindriks. De Bruidegom woonachtig te Engelbert, en de bruid te Westerbroek.
Overlijden.
-->| 31-08-1846: Nr. 53: In het jaar duizend achthonderd zes en veertig, den een en dertigsten der maand Augustus, zijn voor ons Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Slochteren, Arrondissement Groningen, Provincie Groningen, verschenen: Helmer Molema Visser, oud drie en twintig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Scharmer, geen bloedverwant van de overledene, en Harm Lubberts Kolhek, oud veertig jaren, van beroep Daglooner, wonende te Scharmer, geen bloedverwant van de overledene, welke ons hebben verklaardL dat op den dertigsten der maand Augustus, des jaars duizend achthonderd zes en veertig, des nachts te een uur, binnen deze gemeente, en wel te Scharmer, is overleden Wobbechien Hindriks Uitvlugt, oud vijfenzeventig jaren, van beroep Landbouwersche, laatst gewoond hebbende te Scharmer, geboren te Hoogezand, weduwe van Freerk Luitjes Oomkes, en dochter van Hindrik Cornelis en Aaltje Jans in leven landbouwers te Westerbroek Gemeente Hoogezand en beide aldaar overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt en ingeschreven op de beide dubbelen van het overlijdensregister dezer gemeente; en is deze akte, nadat dezelve aan de aangevers was voorgelezen, door dezelve nevens ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand geteekend.
Gebeurtenissen.
-->| 28-05-1807: Huwelijkscontract tussen Jan Hindriks en Grietje Cornelis Luining. Aan bruidegomszijde: Cornelis Hindriks (volle broer), Frouwke Hindriks (volle zus), Geert Jans Benink (aangetrouwde broeder), Wobbegien Hindriks (volle zus), Frerik Luitjes (aangetrouwde broeder), Stoffer Harms Nijland (aangetrouwde neef). Aan bruidszijde: Cornelis Luining (volle vader), Hindrikjen Pieters (moeder), Aaltje Luining (volle zus), Jacob van Brugge (aangetrouwde broeder), Jantje Luining (volle zus), Albert Luining (volle broeder), Jacob Luining (halve broeder), Grietje Sikkes (aangetrouwde halfzus), Jacob A. Luining (volle oom), Gerrit Christiaans Timmer (aangetrouwde neef), Aaltje Swithers (volle nicht), Meiske J. Luining (volle nicht).
(bron: Alle Groningers, Afschriften van akten, 1803-1811, archiefnummer 730, inventarisnummer 2059, aktenummer 730, Jurisdictie van het Gorecht en Sappemeer, 1803-1811).
>
trouwt op zondag 02-06-1799 te Engelbert, (ontbonden door overlijden op vrijdag 21-03-1823 te Zuidhorn)
met
Roelf Meinders Smit [e-w], geboren circa 09-1766 -->| Hij overlijdt op zesenvijftigjarige leeftijd te Zuidhorn en is dus geboren tussen 22-03-1766 en 21-03-1767. Hij is afkomstig uit Essen. Er wordt in die periode geen kind met de naam Roelf met als naam van de vader Meindert gedoopt in de provincie Groningen te Essen, arbeider (1823), overleden op vrijdag 21-03-1823 te Zuidhorn.
>
trouwt (1) op maandag 31-01-1831 te Adorp, (ontbonden door overlijden op vrijdag 28-10-1831 te Wierum)
met
Trijntje Jans Pol [a-2], dochter van Jan Douwes Poll [f-p] en Elizabeth Jacobus Poll [e-p], gedoopt op zondag 15-08-1790 te Niekerk (Gg), overleden op vrijdag 28-10-1831 te Wierum, trouwt (1) op zondag 14-05-1809 te Lettelbert, (ontbonden door overlijden op zondag 01-06-1828 te Wierum) met Jan Pieters Ploeg [e-2], geboren op zondag 18-07-1779 te Enumatil, overleden op zondag 01-06-1828 te Wierum.
Trijntje Jans Pol [a-2].
Naam.
-->| Haar naam komt uit haar doopacte van 15-08-1790 te Niekerk (Gg).
Beroep.
-->| Zonder (1828), Landbouwster (1831), Landbouwersvrouw (1831).
Geboorte.
-->| 15-08-1790: Den 15 Aug: Trijntje Dogtertje van Jan Douwes en Lieske Jacobus van Niekerk.
Huwelijk.
-->| 23-04-1809: Het Huwelijk van Jan Pieters van Enumatil, en Trientje Jans van Niekerk thans ook wonende te Enumatil is alhier gekondigt den 23 en 30 April en Den 14 Maij, en zijn voort op Den 14 Maij 1809 in den Huwelijken Staat bevestigt.
-->| 31-01-1831: No 1: In het jaar een duizend achthonderd een en dertig den eenendertigsten Januarij, 's middags om twaalf uur zijn voor mij Geert Geerts Zijl, burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand, binnen de gemeente Adorp, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, gecompareerd Daniel Goossens Groenendal, oud dertig jaren, Landbouwer van beroep, wonende te Harssens gemeente Adorp, aldaar geboren op den een en dertigsten Augustus een duizend achthonderd, blijkens doopcedul meerderjarige zoon van Trijntje Rijkens, van beroep landbouwersche, wonende te Harssens, dewelke hierbij tegenwoordig heeft verklaard tot de voltrekking van dit huwelijk hare toestemming te geven en van wijlen Gosen Gosens Groenendal in leven landbouwer te Harssen en aldaar overleden den twee en twintigsten Mei achttienhonderd drie en twintig blijkens acte van overlijden. Hebbende den comparant aan zijne verpligting ten aanzien der nationale Militie voldaan, volgens certificaat van Heer Gouverneur der provincie Groningen van den vijfden Januarij achttienhonderd een en dertig ter eener. En Trijntje Jans Poll, oud veertig jaren, landbouwersche van beroep, wonende te Wierum, gemeente Adorp, geboren te Niekerk gemeente Oldekerk op den vijftienden Augustus een duizend zevenhonderd en negentig, blijkens doopdecul, meerderjarige dochter van Jan Douwes Poll en Lieske Jacobus Poll, egtelieden, landbouwers van beroep wonende te Aduard en beide hierbij tegenwoordig en verklarende tot de voltrekking van dit huwelijke hunne toesemming te geven, zijnde de comparante weduwe van wijlen Jan Pieters Ploeg, in leven landbouwer te Wierum en aldaar overleden op den eersten Junij achttienhonderd acht en twintig, blijkens acte van overlijden ter andere zijde. Welke van mij verzocht hebben te procederen tot voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den Hoofdingang van het huis der gemeente alhier te weten de eerste op zondag den negenden Januarij achttienhonderd een dertig en de tweede op zondag den zestienden Januarij daaraan volgende telkens des middags om twaalf uur, zonder dat daartegen eenigge oppositie is ingekomen. Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij B der gemeente en ambtenaar voornoemd bekent is gemaakt Zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek na voorlezinge van alle stukken tot deze betrekkelijk en van het zesde Hoofddeel van den titel van het Burgerlijk wetboek getiteld "over het Huwelijk" gevraagd zoo aan de toekomende echtgenoot als egade of zij zich weder.wederkerig willen aannemen als man en als vrouw. Waarop na dat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft door mij verklaard is gelijk geschied bij dezen uit naam van de wet dat de comparanten Daniel Goossens Groenendal en Trijntje Jans Poll door het huwelijk vereenigd zijn. Aldus gedaan en gepasseerd in tegenwoordigheid van Goossen Goossens Groenendal, oud acht en twintig jaren, landbouwer van beroep, wonende te Harssens, volle broeder van den comparant, bruidegom; van Meindert Pieters Boss, oud een en dertig jaren, landbouwer van beroep wonende te Adorp, van Kornelis Jans van der Gulden, oud zestig jaren, Timmerman van beroep, wonende te Adorp en van Jan Dijksterhuis, oud vier en veertig jaren, koopman van beroep, wonende te Winsum, zijnde de drie laatsten in geene graad van maagdschap aan een der comparanten geparenteerd, die dezen nevens de comparanten echtgenooten, des comparants moeder en der comparantes vader, na duidelijke voorlezinge met mij hebben onderteekend, na dat hun dezelve was voorgelezen op dag, maand en jaar als boven. Verklarende de moeder van de comparante, bruid, niet te kunnen schrijven of haar naam te teekenen.
Overlijden.
-->| 29-10-1831: No 20: In het jaar een duizend achthonderd een en dertig den negentwintigsten October 's middags om twaalf uur, Zijn voor mij Geert Geertes Zijl, burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand binnen de gemeente Adorp, Kwartier Appengedam, provincie Groningen, gecompareerd Jakob Garmts Scholma, oud negenveertig jaren, schoolmeester van beroep en Tiete Daniels Kiestra, oud vier en dertig jaren, landbouwer van beroep, wonende de eerstgemelde te Wierum en de laatstgenoemde te Noorddijk. Naburen van natemeldene overledene. Verklarende dat op vrijdag den achtentwintigsten October achttienhonderd een en dertig 's voordemiddags om tien uur, in het huis geteekend No 8 te Wierum binnen deze gemeente overleden is Trijntje Jans Poll, oud een en veertig jaren, landbouwersvrouw van beroep, wonende te Wierum gebooren te Niekerk, dochter van Jan Douwes Poll, eigenaar, en deszelfs echtgenoote Elizabeth Jakobus Polma, wonende te Aduard, zijnde ehevrouw van Daniel Goossens Groenendal, van beroep landbouwer, wonende te Wierum. Waarop deposanten deze acte na voorlezinge met mij hebben onderteekend, op dag, maand en jaar als boven.
Uit dit huwelijk:
naam | geboren | plaats | overleden | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Trijntje | *1831 | Adorp | †1907 | Groningen | 75 | 2 | 0 |
trouwt (2) op donderdag 21-07-1836 te Adorp, (ontbonden door overlijden op woensdag 30-11-1859 te Harssens)
met
Anje Alberts Roege [g-2], geboren op zondag 31-04-1808 te Noordwolde, overleden op zaterdag 22-12-1888 te Harssens.
Anje Alberts Roege [g-2].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Daniel van 30-11-1859 te Adorp.
Beroep.
-->| Landbouwster (1838-1839, 1842, 1846, 1848-1888), Zonder (1836-1837, 1840-1841, 1843-1845, 1847).
Geboorte.
-->| 08-05-1808: d. 8 Maij. Eene dochter gedoopt van Albert Klaassen & Frouke Bartels, genaamd Anje. geboren d. 31 April.
Huwelijk.
-->| 21-07-1836: N° 5: In het jaar eenduizend achthonderd zesendertig den eenentwintigsten Julij, 'snademiddags om drie uur, zijn voor mij Geert Geerts Zijl, burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand binnen de gemeente Adorp, Kwartier Appingedam, provincie Groningen gecompareerd Daniel Goossens Groenendal oud vijf en dertig jaren, Landbouwer van beroep, wonende te Harssens, gemeente Adorp, den een endertigsten Augustus eenduizend achthonderd blijkens doopcedul, meerderjarige zoon van wijlen Gosen Gosens Groenendal in leven landbouwer van beroep en wijlen Trijntje Daniels Rijkens, in levens deszelfs echtgenoote gewoond hebbende te Harssens en aldaar overleden, de vader den twee en twintig en de moeder den vijfentwintigsten September achttienhonderd vijf en dertig blijkens acten van overlijden; zijnde zijne grootvader aan vaders zijde, wijlen Goossen Alberts Groenendal, overleden te Groningen den elfden Mei eenduizend zeven honderd twee en negentig, blijkens acte en de grootouders aan moeders zijde wijlen Daniel Rijkens en wijlen Grietje Jans, beide overleden in de gemeente Bedum, de grootvader den zestienden Julij achttienhonderd en zes en de grootmoeder den zeventwintigsten April achttienhonderd en zestien blijkens acten van overlijden. Hebbende den comparant onder eede aan mij verklaard niet te weten de plaats waar zijne grootmoeder aan vaders zijde laatst gewoond heeft, noch waar zij overleden is; welke verklaringen door nagenoemde getuigen zijn bevestigd geworden, door mede onder eede gezet te zweren dat schoon zij de aanstaande echtgenoot kennen aan hun niet bekend is waar zijne grootmoeder aan vaderszijde overleden is noch waar zij gewoond heeft. Hebbende de comparant aan zijne verpligting ten aanzien der nationale Militie voldaan, volgens certificaat van den Heer Gouverneur dezer provincie van den vierentwintigsten Juni achttienhonderd zesendertig, ter eene. En Anje Alberts Roege, oud achtentwintig jaren, zonder beroep, wonende te Noordwolde gemeente Bedum, aldaar geboren den eenendertigsten April achttienhonderd en acht blijkens acte, meerderjarige dochter van Frouke Bartels Vos, Landbouwersche van beroep, wonende te Noordwolde dewelke hierbij tegenwoordig heeft verklaard tot de voltrekking van dit huwelijk hare toestemming te geven en van wijlen Albert Klaassens Roege, in leven landbouwer te Noordwolde en aldaar overleden den eenentwintigsten Julij achttienhonderd en dertig, blijkens acte ter andere zijde, zijnde den comparant bruidegom weduwenaar van wijlen Trijntje Jans Poll, in leven landbouwersvrouw gewoond..gewoond hebbende te Wierum en aldaar overleden den achtentwintigsten October achttienhonderd een en dertig, blijkens acte. Welke van mij verzogt hebben te procederen tot voltrekking van het huwelijk, tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de publicatien zijn gedaan voor de Hoofdingang van het huis der gemeente alhier, te weten de eerste op zondag den tienden Julij achttienhonderd zes en dertig en de tweede op zondag den zeventienden Julij daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uur, alsmede in de gemeente Bedum op dezelfde dagen en uren zonder dat alhier noch in de gemeente Bedum eenige oppositie is ingekomen blijkens certificaat van den Burgemeester der gemeente Bedum van den Twintigsten Julij achttienhonderd zesendertig. Daar nu geene oppositie tegens gedacht huwelijk aan mij Burgemeester en officier voornoemd bekend is gemaakt, zoo heb ik ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk en van het zesde Hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek, getiteld: "over het Huwelijk", gevraagd zoo aan den toekomende echtgenoot als egade, of zij zich wederkeerig willen aannemen als man en als vrouw, waarop, na dat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft door mij verklaard is gelijk geschied bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Daniel Gosens Groenendal en Anje Alberts Roege, door het huwelijk vereenigd zijn. Aldus gedaan en gepasseerd in presentie van Klaas Alberts Roege, oud een en dertig jaren, landbouwer van beroep, wonende te Noordwolde volle broeder van den comparante van Menne Harms Mulder oud vier en dertig jaren, schoenmaker van beroep, van Pieter Sijmons Timmer, oud zevenendertig jaren, kastelein van beroep en van Kornelis Jans van der Gulden oud vijfenzestig jaren, Timmerman van beroep wonende alle drie te Adorp, en in geene graad van maagdschap aan den comparanten bestaande die dezen nevens den comparant met mij Burgemeester hebben onderteekend nadat hun dezelve was voorgelezen op dag maand en jaar als boven. Verklarende de comparante en hare moeder geene van beiden te kunnen schrijven of hare namen te teekenen.
Overlijden.
-->| 24-12-1888: No. 41: In het jaar duizend achthonderd acht en tachtig, den vierentwintigsten der maand December, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Adorp, arrondissement en provincie Groningen, verschenen Jan Medema oud vijftig jaren, van beroep landgebruiker, wonende te Harssens, geen bloedverwant van de overledene, en Roelf Rieske, oud eenendertig jaren, van beroep spoorwerker, wonende te Harssens, geen bloedverwant van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den tweeëntwintigsten der maand December, des jaars duizend achthonderd acht en tachtig, des avonds te half acht uur, binnen deze gemeente, en wel te Harssens, is overleden Anje Alberts Roege, oud tachtig jaren, van beroep landbouwersche, laatst gewoond hebbende te Harssens geboren te Bedum, dochter van Albert Klasen Roege en Frouwke Bartelts Vos, beide overleden; weduwe van Daniel Goosen Groenendal. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, door de beide aangevers en ons is geteekend.
Uit dit huwelijk:
naam | geboren | plaats | overleden | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Frouwke Daniels | *1837 | Harssens | †1871 | Groningen | 33 | 1 | 0 |
2 | Margrieta | *1838 | Adorp | †1924 | Noordhorn | 86 | 1 | 0 |
3 | Albert Daniels | *1840 | Harssens | †1842 | Harssens | 1 | 0 | 0 |
4 | Goossen | *1841 | Harssens | †1919 | Noorderhoogebrug | 77 | 2 | 0 |
5 | Kornelia Daniëls | *1843 | Adorp | †1846 | Adorp | 2 | 0 | 0 |
6 | Goossina | *1845 | Adorp | †1871 | Adorp | 25 | 1 | 0 |
7 | Albert Daniëls | *1847 | Adorp | †1848 | Harssens | 1 | 0 | 0 |
trouwt op zaterdag 26-10-1822 te Noorddijk, (ontbonden door overlijden op zondag 05-12-1830 te Engelbert)
met
Oomke Luitjes Oomkes [f-w], zoon van Luitje Oomkes [v-w] en Trijntje Freerks [v-w], geboren op maandag 21-12-1772 te Engelbert, overleden op maandag 24-03-1851 te Engelbert.
Oomke Luitjes Oomkes [f-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit zijn doopacte van 26-12-1772 te Engelbert.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1812-1815), Landbouwer (1822-1851).
Geboorte.
-->| 26-12-1772: Gedurende de Vacature zijn alhier gedoopt (zoo mij berigt is)(door den welEerw. Zeer Gel. Heer Joh: Franc: Buning pred: tot Middelbert) deeze twee navolgende kinderen 1. Oomke een zoon van Luitje Oomkes Niehuis en Trijntje Freerks op den 26 December 1772, en was geboren den 21 December 1772.
Huwelijk.
-->| 26-10-1822: No 7: In het jaar Een duizend agt honderd en Twee en Twentig, den Zesentwintigsten van de maand October, des voordemiddags om tien ure, is voor mij Schout en Secretaris van de Gemeente Noorddijk (Kwartier en Provincie Groningen), Officier van den Burgerlijken Stand dier Gemeente, in tegenwoordigheid van nagenoemde en meede ondergeteekende getuigen, gecompareerd Oomke Luitjes Oomkes oud Negenveertig jaren, gebooren te Engelbert, ingevolge deszelfs doopacte aan den geannexeerd Sub. Litt. A van beroep landbouwer, en aldaar woonachtig, meerderjarige zoon van Luitje Oomkes, oud zesenTachtig jaren, zonder beroep en te Engelbert woonachtig, en van wijlen Trijntje Freerks, in leven zonder beroep, overleden te Engelbert, blijkens extract uit het diakonie ontvangboek der Hervormde Gemeente aldaar, aan dezen geannexeerd Sub. Litt, B zijnde de vader hierbij tegenwoordig, en zijne toestemming gevende tot de voltrekking van het nagemeld huwelijk, en, Hinderkje Everts oud zevenenTwintig jaren, ingevolge derzelve doopacte aan dezen geannexeerd Sub. Litt C, geboren te Haren en aldaar woonachtig van beroep landbouwersche, meerderjarige dochter van wijlen..wijlen Freerk Everts, overleden te Onnen, Gemeente Haren, blijkens het aan dezen geannexeerd Extract uit het Register van overledenen aldaar. Sub D, in leven van beroep Roggemolenaar in voornoemde Gemeente, en van wijlen Lammechje Bolhuis, mede aldaar overleden, blijkens het Extract uit het opgemelde Register aan dezen geannexeerd Sub Litt. E. in leven zonder beroep, en insgelijks in voornaemde Gemeente woonachtig geweest; zijnde de grootouders van gemelde Hinderkje Everts alle overleden, uitwijzens de bijlagen aan dezen geannexeerd Sub. Litt. F, G, H en welke eerstgemelde Comparanten van mij verzocht hebben te willen procederen tot de voltrekking van het huwelijk tusschen hunlieden voorgenomen, en waarvan de afkondigingen binnen deze Gemeente hebben plaats gehad op Zondag den Eerste en den Achtste September laatstleden, des voordemiddags te Elf ure, als mede in de gemeente Haren op bovengemelde dagen en uren blijkens het aan dezen geannexeerde Certificaat van den Officier van den Burgerlijken Stand dier Gemeente. Daarnu tegen gedacht huwelijk geene oppositie of verhindering bij mij is ingekomen, zoo heb ik ter voldoening aan hunlieder verzoek, na voorlezing van al de stukken tot dezen betrekkelijk, en van het Zesde Kapittel van den Vijfden Titel Eerste boek van het burgerlijk Wetboek getiteld "over het huwelijk" gevraagd, zoo aan den toekomende man als Ega of zij zich wederkeerig wilden aannemen als man en als vrouw, waarop na dat door elk hunner een bevestigend antwoord is gegeven, door mij is verklaart, gelijkt geschiedt bij dezen dat Oomkes Luitjes Oomkes en Hinderkje Everts, ingevolge de wet door het huwelijk vereenigd zijn; - zijnde zulks geschiedt in tegenwoordigheid van Klaas Luitjes Nieborg, oud drieendertig jaren, van beroep Landbouwer en wonende te Engelbert, Neef van den bruidegom, Jacob Bolhuis Everts, oud Twee en twintig Jaren, Landbouwer te Haren, volle broeder van de bruid; Thies Gerrits Dijkhuis, oud agtenzeventig jaren, Landbouwer en Koop Hindriks Bruininga oud Tweeendertig jaren, Landbouwer beide te Engelbert woonachtig en goede vrienden; alle welke getuigen, deze acte, na voorlezing, met mij benevens Luitje..Luitje Oomkes, hebben onderteekend, op dag, maand en Jaar als boven.
Overlijden.
-->| 26-03-1851: No 4: In het jaar duizend achthonderd een en vijftig, den Zesentwintigsten der maand Maart zijn voor ons Burgemeester ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Noorddijk, Arrondissement Groningen, Provincie Groningen, verschenen Tjaart Klaassens Geldersma, oud Vijfenveertig jaren, van beroep Landbouwer, wonende te Engelbert, nabuur van den overledene, en Egbert Warnders, oud drieendertig jaren, van beroep Timmerman, wonende te Engelbert, mede nabuur van den overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den VierenTwintigsten der maand Maart, des jaars duizend achthonderd Eenenvijftig, des avonds te negen uur, binnen deze gemeente, en wel te Engelbert, is overleden Oomkes Luitjes Oomkes, oud AchtenZeventig jaren, van beroep Landbouwer, laatst gewoond hebbende te Engelbert, geboren te Engelbert weduwnaar van Hinderkien Freerks Everts aldaar overleden, zoon van wijlen Luitje Oomkes en wijlen Trientje Freerks, in leven landbouwers te Engelbert en aldaar overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt en ingeschreven op de beide dubbelen van het overlijdensregister dezer gemeente; en is deze akte, nadat dezelve aan de aangevers was voorgelezen, door hen, nevens ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand geteekend.
Gebeurtenissen.
-->| 08-01-1812: Oomkes. Luitje te Engelbert, hij tekent als Luitjen Oomkens. Zoons ; Oomke Luitjens 39 jr. Freerk Luitjens 35 jr. Jan Luitjens 30 jr. te Noorddijk. Dochters ; Aaltje Luitjens 43 jr. te Peize. Freerkjen Luitjens 37 jr. te Zuidhorn. Tryntje Luitjens 35 jr. Egberdina Luitjens 28 jr. te Holwierde. Margien Luitjens 26 jr. te Stedum.
(bron: Naamsaanneming Noorddijk 1812).
-->| 23-10-1817: Verslag van het proces-verbaal van de overval op de familie van Luitjen Oomkes geboren te Engelbert op 16 september 1736 in de nacht van 23 oktober van het jaar 1817. PROCES - VERBAAL. Op heden den drie en twintigsten Oktober des jaars eenduizend agt honderd en zeventien des voormiddags om elf uuren is voor mij Schout van de Gemeente Noorddijk in de Provincie Groningen gecompareerd Oomke Luitje Oomkes oud vijfentwintig Jaren, van beroep Arbeider wonende onder het Carspel Engelbert bezijden de Trekweg ten huize van zijnen vader en stiefmoeder hier zo vermeld, zijnde dat huis zijdwaards achter het Buitengoed van den Heer Egbert Steen Delmina genaamd, geteekend Lett.: A 7 dewelke aan mij heeft verklaard dat in den afgelopen nagt tusschen twaalf en een uur in de opgemelde behuizinge door middel van huisbraak eene groote diefstal is gepleegd, zonder dat het aan hem Comparant of de overige huisgenoten is mogen gelukken zich van de daders te verzekeren of dezelve tot dus verre op te sporen. Op welke verklaring ik mij vergezeld van mijnen Secretaris en van de Veldwagter mijnen Gemeente heb begeeven naar de bovengemelde Behuizinge, ten einde de teegenwoordige situatie zowel van het uit als het inwendige derzelve in ogenschouw te neemen, alwaar gekomen zijnde ik heb bevonden dat de stand der Behuizinge zoo door den voornoemde Comparant was opgegeven juist was Conform de waarheid, dat dezelve bestond uit slegts eene binnenkamer en eene schuur en dat aan de buitenzijde geene andere sporen van huisbraak waren te ontdekken dan alleen dat het bovenste gedeelte van het schuifraam aan de Noordzijde van het huis in zijn geheel met geweld en met behulp van deeze of geene Instrumenten naar beneden scheen te zijn gerukt, het geen ten duidelijksten optemaken was uit de havelooze toestand waarin het houtwerk zich bevond waarvan nog hier en daar eenige stukken waren blijven zitten, terwijl zich onder dat raam een rad van een mestkar bevond het geen ongetwijffeld gediend had om des te gemakkelijker door het opgemelde gedeelte van het raam het welk van onderen door een eene blinde was gesloten te kunnen klimmen. Na mij voorts te hebben geïnformeerd nopens des persoonen welke zich in huis hadden bevonden voor het pleegen der diefstal als ook ten aanzien de toedragt der zaak is mij door de man de huizes zijnde Luitje Oomkes genaamd, van beroep landbouwer oud tachtig jaren geantwoord, dat zich niemand anders in zijn huis had bevonden dan hij zelven, zijne vrouw Matje Klasens genaamd, zijnen zoon zijnde de meergemelde Comparant en twee zijnen dienstmeiden de eene genaamd Grietje Frits geboren te Haren en ongeveer twintig jaren oud en de andere genaamd Anna Zweitzes van Engelbert geboortig oud veertien jaren, alle tot zijn huisgezin behoorende, dat zij lieden zich alle ter ruste bevonden toen de huisbraak plaats had. Dat hij Luitje Oomkes op bovengemelden tijd door het afrukken van het vensterraam was ontwaakt en dat ook op hetzelfde ogenblik twee manspersonen beiden met eene zwaare stok of knuppel voorzien zich voor zijn bed hetwelke voorst naast het gemelde raam is, hadden vertoont en onder de ijsselijkste dreigementen van hem en zijne vrouw te zullen vermoorden, en onder het geven van stokslagen de sleutels van kasten en kisten hadden geeist om geld te kunnen magtig worden ; bezigende onder andere daartoe deze woordelijke uitdrukking Waar bist doe olde duvel, geld mout er wezen of ik snied di de hals oet. Dat hij Luitje Oomkes daarop tot de dood toe ontsteld en uit vrees van op zijn bed vermoord te zullen worden de sleutels van het kabinet en van eene daarstaande kist waarin het goed van zijnen zoon zich bevond, had gegeven ; dat inmiddels een der twee geweldenaars niet tegenstaande het duister was naar het bed van gemelde zoon was gegaan hetwelke in de andere hoek van de kamer is, lopende het middelste bed waarop de twee dienstmeiden zich bevonden voorbij en gelijke uitdrukkingen tegen denzelven als tegen hem hadden gebezigd, onder andere dat hij thans zoude sterven omdat hij voor eenigen tijd op hem had willen schieten, waarop gemelden zijnen zoon mede eenen geweldigen knuppelslag op zijn bed had ontvangen. Dat zij voorts ligt ontstoken hebbende eerst het kabinet en daarna de gemelde kist hebben geopend en na onderscheidene goederen daaruit te hebben gehaald en op den grond hebben geworpen, zich meester hadden gemaakt Uit het kabinet van plus minus duizend gulden contant geld van onderscheidene specien en waaronder gouden dukaten voorts een rije van vierentwintig zilveren Hemdrokknopen en uit de kist:.
(bron: Grietje Baukje Wolters).
>