afgeschermd
afgeschermd
afgeschermd .

  • Vader:
    Hendrik Pol [f-p;g-p], zoon van Jan Pol [v-p;e-d] en Martje Tuinstra [v-p;f-d], geboren op maandag 02-05-1898 te Groningen, overleden op dinsdag 30-09-1980 te Uithuizen, trouwt op zaterdag 20-03-1920 te Uithuizen, (ontbonden door overlijden op dinsdag 12-11-1974 te Assen).
 
  • Moeder:
    Anje Banninga [e-p;g-p], dochter van Ate Banninga [s-p;e-d] en Kornelia Medema [g-p;g-d], geboren op zaterdag 23-12-1899 te Uithuizen, overleden op dinsdag 12-11-1974 te Assen.
 

trouwt op maandag 02-05-1955 te Uithuizen, (ontbonden door overlijden op zaterdag 02-11-1996 te Uithuizen)
met

Dirk Muller [e-2], geboren op donderdag 08-05-1924 te Houwerzijl, overleden op zaterdag 02-11-1996 te Uithuizen.

Dirk Muller [e-2].
Naam.
-->| Zijn naam komt van Jantina Pol.
Geboorte.
-->| Zijn geboortedatum komt van Jantina Pol.
Huwelijk.
-->| Zijn huwelijksdatum komt van Jantina Pol.
Overlijden.
-->| Zijn overlijdensdatum komt van graftombe.nl
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
afgeschermd Uithuizen    
afgeschermd Uithuizen    


afgeschermd
afgeschermd .

relatie
met

afgeschermd .


Jantien Gerrijts [e-p]
Jantien Gerrijts [e-p], midden 06-1623 afkomstig uit Reitsum, overleden midden 05-1687 vermoedelijk te Oudkerk.

Jantien Gerrijts [e-p].
Naam.
-->| Haar naam komt uit het hypotheekboek van Tietjerksteradeel.
Geboorte.
-->| Op 12-06-1646 huwt zij te Birdaard, en als ik vooralsnog aanneem dat zij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is zij geboren tussen 12-06-1606 en 12-06-1630. Zij is afkomstig uit Reitsum. Het doopboek van Reitsum begint 25-10-1733.
Huwelijk.
-->| 12-04-1646: Marten Mients van Birdaerdt ende Jantien Gerrijts van Reijnum hebben haer derde proclamatie gehadt op den 12 April 1646.
Overlijden.
-->| Op 26-05-1658 wordt zij genoemd in een acte, en op 12-06-1646 huwt zij te Birdaard en als ik vooralsnog aanneem dat zij daarna nog hoogstens zeventig jaar leeft, dan is zij overleden vóór 12-06-1716.
Gebeurtenissen.
-->| 05-05-1649: Marten Mients (ook: Marten Meints) te Oudkerk, mede voor zijn vrouw Jantien Gerryts, verklaart ƒ 100 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Gerryt Sipkes en Baetie Gerrytsdr, el. te Wanswerd. Borg: Gabe Meents te Oudkerk, broer.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0094, blad 344v, aktenummer 491. Tietjerksteradeel. 1658-1664).
-->| 24-05-1649: Marten Mientsz en Jansen Gerrytsdr, el. te Oudkerk, verklaren ƒ 50 schuldig te zijn aan Siouck Heeresdr, weduwe van Taeke Jansz te Oudkerk.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0092, blad 67v, aktenummer 90. Tietjerksteradeel. 1649-1654).
-->| 02-06-1649: Marten Mients te Oudkerk, mede voor zijn vrouw Jantien Gerryts, verklaart ƒ 50 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Sipke Gerryts en Doedtie Lolckes, el. te Birdaard.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0094, blad 345, aktenummer 492. Tietjerksteradeel. 1658-1664).
-->| 24-05-1651: Marten Mients te Oudkerk, mede voor zijn vrouw Jantyen Gerryts, verklaart ƒ 100 schuldig te zijn aan Aebe Saapes en Jetscke Jans, el. aldaar.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0092, blad 350, aktenummer 456. Tietjerksteradeel. 1649-1654).
-->| 26-05-1658: Marten Myents en Jantien Gerryts, el. te Oudkerk, verklaren ƒ 100 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Claes Ubles en Eelck Joannis, el. te Oenkerk.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0095, blad 6v, aktenummer 12. Tietjerksteradeel. 1664-1669)
.

trouwt op donderdag 12-04-1646 te Birdaard, (ontbonden door overlijden midden 07-1698 vermoedelijk te Oudkerk)
met

Marten Mients [f-p], zoon van Mient Egberts [v-p;g-p] en Aeltien Gabes [v-p;g-p], geboren te Surhuisterveen.

Marten Mients [f-p].
-->| Zijn naam komt uit het hypotheekboek van Tietjerksteradeel.
-->| 05-05-1649: Marten Mients (ook: Marten Meints) te Oudkerk, mede voor zijn vrouw Jantien Gerryts, verklaart ƒ 100 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Gerryt Sipkes en Baetie Gerrytsdr, el. te Wanswerd. Borg: Gabe Meents te Oudkerk, broer.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0094, blad 344v, aktenummer 491. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1658-1664.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/dd8174c2-e8a5-4a31-bc0b-00dbf2a6a4ac?person=e7bb48a4-139f-4f38-aefc-14176a5a8579).
-->| 24-05-1649: Marten Mientsz en Jansen Gerrytsdr, el. te Oudkerk, verklaren ƒ 50 schuldig te zijn aan Siouck Heeresdr, weduwe van Taeke Jansz te Oudkerk.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0092, blad 67v, aktenummer 90. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1649-1654.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/a7750f19-1153-436a-a12e-76a6aaac7cec?person=0dd383e1-c570-4700-b7d8-1a5f6dc66b62).
-->| 02-06-1649: Marten Mients te Oudkerk, mede voor zijn vrouw Jantien Gerryts, verklaart ƒ 50 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Sipke Gerryts en Doedtie Lolckes, el. te Birdaard.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0094, blad 345, aktenummer 492. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1658-1664.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/e7d54534-3b97-4dac-ae4e-8efdcf24d9b6?person=9c6b6615-0932-4403-8fd4-fbcb17902473).
-->| 24-05-1651: Marten Mients te Oudkerk, mede voor zijn vrouw Jantyen Gerryts, verklaart ƒ 100 schuldig te zijn aan Aebe Saapes en Jetscke Jans, el. aldaar.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0092, blad 350, aktenummer 456. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1649-1654.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/86a697f7-e6a3-4d39-aae9-f0e338f001f0?person=e565dd2f-c71b-48bf-bb4c-ace4981e7e48).
-->| 23-02-1653: Registratie, ten verzoeke van de administratoren van de beneficiale goederen te Oudkerk, van een besluit d.d. 28 jan. 1652 van de "edele, eygenerfde ende ingesetenen" van Oudkerk, inhoudende dat niemand van wie zwarigheden tot last van het dorp Oudkerk te vermoeden is (d.w.z. onderhoud in geval van armlastigheid), zich metterwoon aldaar zal mogen vestigen, alvorens een akte in het beneficiaalboek van het dorp te ondertekenen, (met verklaring) dat hij en zijn gezin het dorp niet zullen belasten; ondertekend door F. van Hiemstra, Crijn Broers, Pyter Wybes, Jacob Claesen, Oene Jenties, Ebe Sapes (merk), Oene Gerryts, Emcke Sytses (merk), Did Jacobs, Gabe Mients, Marten Mients, Pyter Jelgers, Eling Feckes, F. van Eysinga, Dirck Mients, Jeppe Hebles, Jan Jans en Geert Lieuues.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0092, blad 215, aktenummer 292. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1649-1654.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/6043322a-6ac5-42c6-9504-57fd3a629a55?person=01e42b52-eec9-4a04-a2b8-2b311a6370f0).
-->| 21-12-1656: Registratie van een extract uit het "armeboeck" van Oudkerk d.d. 19 nov. 1656, betreffende de rekening van Leuue Claessen als kerk- en armvoogd, van 12 sept. 1655 tot 19 nov. 1656; de ontvangsten van de kerkvoogdij (patroonsinkomsten) bedragen ƒ 273-4, de uitgaven ƒ 1369-8-8, zodat de rendant meer heeft uitgegeven dan ontvangen ƒ 1090-4-8, hetgeen de ingezetenen hem schuldig blijven. Tot nieuwe kerkvoogd is gestemd Gosse Pyters. Was getekend: Hector Friesma, Jan Jansen, Oene Gerryts, Gabe Meints (is: Gabe Mients), Jelte Pauls, Marten Meints, Jelle Sioerdts (verderop: Ide Sioerdts), Pyter Reiners, Jan Jansen, Tepcke Jans, Didt Jacobs. Vervolgens rekening van de "arme goederen" gedaan, over dezelfde periode. De ontvangsten bedragen ƒ 35, de uitgaven ƒ 113-7-12; de armvoogdij blijft de rendant schuldig ƒ 78-7-12; volgen dezelfde ondertekeningen (nu Ide Sioerdts i.p.v. Jelle Sioerdts, Tiepcke Jans i.p.v. Tepcke Jans).
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0094, blad 59, aktenummer 73. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1658-1664.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/4811b493-7fc8-41f4-ab90-c192fd9b0d6e?person=ee7961d1-ce9a-48e4-bcf8-1049003efe69).
-->| 26-05-1658: Marten Myents en Jantien Gerryts, el. te Oudkerk, verklaren ƒ 100 tegen 6% rente schuldig te zijn aan Claes Ubles en Eelck Joannis, el. te Oenkerk.
(bron: Hypotheekboek, archiefnummer 13-38, Nedergerecht Tietjerksteradeel - Tresoar, inventarisnummer 0095, blad 6v, aktenummer 12. Gemeente: Tietjerksteradeel. Periode: 1664-1669.; https://www.allefriezen.nl/zoeken/deeds/6bbdeff2-1361-408f-ba46-871edea83c9f?person=a4334dc4-4a2c-487a-982f-285fe0b075a6)
.


Frans van Roorda [g-p]
Frans van Roorda [g-p], geboren midden 11-1483 vermoedelijk te Sneek, Rooms Katholiek, overleden op dinsdag 20-10-1553 te Sneek.

Frans van Roorda [g-p].
Naam.
-->| Zijn naam komt van Jan Jellema.
-->| Hij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 310, 363).
Beroep.
-->| Grietman van Wymbritseradeel (1538-1549), Olderman van Sneek (1551-1553).
Geboorte.
-->| Op 20-10-1553 overlijdt hij te Sneek, en ik neem vooralsnog aan dat hij niet ouder dan negentig jaar oud is geworden, en in 1504 overlijdt zijn vader waarschijnlijk te Sneek, hij is dan geboren tussen 20-10-1463 en 1504.
Huwelijk.
-->| In 1517 overlijdt de eerste man van zijn vrouw His en op 14-07-1537 is hij volgens een acte gehuwd met His.
Overlijden.
-->| 20-10-1553: Anno MVCLIII de XX octobris sterf de eedele en richter en hoevelinck Frans va Roerda 155[5] mei 25 His van Sjaerdema zijn huisvr.
(bron: Hessel de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, blz 796).
-->| 1553: Frans Roorda, olderman tot Sneeck ende grietman in de Wymerts, His Piersdr. Bonninga van Syaarda man ende leyt tot Sneeck begraven.
(bron: Kerkkalender van overleden Friese edelen e.a. 1409-1634).
Gebeurtenissen.
-->| 23-06-1529: Frans Roerda inzake erfrecht.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16687, blad 245, aktenummer 1158; 1527-1533).
-->| 1533: Frans Roerda cum sociis.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16687, blad 604, aktenummer 2653; 1527-1533).
-->| 14-07-1537: Goffe Piers en zijn zwager Frans Roorda en Pier Burmania en Jancke Douma als schoonzoons van Goffe's zuster Ath als gedaagden. Als hun broer Tjomme is overleden menen de zoons van Ath en Jancke van Douma namens haar dochter Mary aanspraak te kunnen maken op de erfenis. Ook de rest van de familie van moederskant meent aanspraak te kunnen maken op de erfenis van Tjomme, maar het Hof oordeelt dat Goffe Piers, Frans Roorda (wegens zijn vrouw His), Jancke Douwema (wegens zijn vrouw Marie) en Pier Burmania de erven zijn van hun broer en oom heer Tzumme.
(bron: Archief Hof van Friesland, quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16481-701,71.in Genealogysk jierboek(Fryske Akademy) 2011-246).
-->| 20-12-1538: Goffe Piers en zijn zwager Frans Roorda en Pier Burmania en Jancke Douma als schoonzoons van Goffe's zuster Ath als gedaagden. Als hun broer Tjomme is overleden menen de zoons van Ath en Jancke van Douma namens haar dochter Mary aanspraak te kunnen maken op de erfenis. Ook de rest van de familie van moederskant meent aanspraak te kunnen maken op de erfenis van Tjomme, maar het Hof oordeelt dat Goffe Piers, Frans Roorda (wegens zijn vrouw His), Jancke Douwema (wegens zijn vrouw Marie) en Pier Burmania de erven zijn van hun broer en oom heer Tzumme. Behalve de drie vermelde wettige kinderen heeft Pier Foppes nog een buitenechtelijke zoon, wiens nalatenschap in 1537 wordt opgeëist door diens verwanten van moederszijde, maar op 20 dec. 1538 oordeelt het Hof van Friesland dat Goffe Piers (voor zichzelf), Frans Roorda (vanwege zijn vrouw His), Jancke Douwema (vanwege zijn vrouw [Marie Burmania]) en Pier Burmania (voor zichzelf en voor zijn broers en zusters) de erfgenamen zijn van heer Tzomme, in leven pastoor te Hichtum, hun broer en oom.
(bron: Genealogie Ayttana, Archief Hof van Friesland, quaclappen, Toegang 14, inv. nr.16481-701,71, Hof van Friesland 16481-135 in Genealogysk jierboek(Fryske Akademy) 2011-246).
-->| 1538: Genoemd als grietman van Wymbritseradeel. Ook olderman te Sneek, waar hij woonde. Frans van Roorda was de zoon van Joan van Roorda en Tied van Scheltinga (of Idzinga), en gehuwd met His, dochter van Pier Bonninga van Sjaerda en weduwe van Douwe Oenema van Tercaple, en had eenen zoon. Hij was tevens Olderman te Sneek. Als Grietman verzocht hij bij rekwest, den 17 Januari 1543 aan den Stadhouder en het Hof van Friesland, om te mogen weten, hoe hij handelen moest ten opzigte van de zwarigheden, welke hem tegengeworpen werden bij het opmaken van het register van beneficiën, en geestelijke goederen.
(bron: Nieuwe naamlijst van Grietmannen van de vroegste tijden af tot het jaar 1795, Jhr. Mr. H. Baerdt van Sminia, blz 292).
-->| 1540: Vermeld in het testament van Syds Tjaerda en was medevoogd over diens kinderen.
(bron: Simon Wierstra).
-->| 1540: Frans Roerda namens zijn echtgenote.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16689, blad 146, aktenummer 1065; 1538-1548).
-->| 17-01-1543: Rekest van Frans Roorda, grietman van Wymbritseradeel, aan de Stadhouder en aan President en Raden van het Hof van Friesland, houdende het verzoek om hem op de hoogte te brengen, hoe hij de bezwaren moet beantwoorden, die worden ingebracht tegen het plakkaat betreffende het opmaken van het register der beneficiën en geestelijke goederen 17 januari 1543. Hierbij een brief van Kempo Jellesz. betreffende deze zaak, 1543. Afschriften.
(bron: Tresoar Frysk Histoarysk Sintrum, 3 Staten van Friesland voor 1580, 5. Archief van Gedeputeerde Staten van Friesland, 5.2. Stukken van verschillende aard, 5.2.13. Geestelijke Goederen, Stukken betreffende van verschillende kanten ingebrachte bezwaren tegen de ordonnantie van 3 november 1542 op de restitutie van de Geestelijke Goederen, 1543, 926).
-->| 01-04-1549: Rekest aan de keizer van Haring Sythiema, grietman van Ferwerderadeel en van Frans van Roorda, grietman van Wymbritseradeel, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Syds Tjaarda, waarin zij met verwijzing naar de vele diensten door Syds Tjaarda de keizer bewezen, verzoeken aan de beide zonen een beneficie te geven, opdat zij aan een academie kunnen studeren, concept, z.d. Met hierbij gevoegd: - "Instruktie ende memorie voor Georg van Sacksen die hij in 't particul van juff. Mood Tzaerda de weduwe van salige meister Syds Tzarda wegen om haar kinderen in Brabant van de Keijs. Majesteit ofte van de Majesteit van de Coninginne so bij mijn heer doctor Viglio Aytta Zuichemio president van de secrete raedt des keijsers t'solliciteeren gebooden is". - Verklaring van het Hof van Friesland dat Syds Tjaarda 240 goud florenen heeft voorgeschoten voor het aanwerven van 500 soldaten, waarvoor hij land heeft moeten verkopen, en dat die som en de schade, die hij voor die verkoping lijden mocht, zal teruggegeven worden, 14 juni 1522. - Briefje van de landvoogdes aan Syds Tjaarda, waarbij zij hem bedankt voor de goede diensten de keizer bewegen, 1524. - Brief, waarbij de keizer aan Syds Tjaarda een pensioen verleent, 1527, afschrift. - Briefje van de landvoogdes aan Syds Tjaarda, waarbij zij hem bedankt voor de goede diensten de keizer bewezen en meldt dat zij aan de keizer zal schrijven om zijn zonen aan te bevelen voor een beneficie, 1537. - Kwitantie voor 685 Carolusguldens, ontvangen van de erfgenamen van Syds Tjaarda, 1 april 1549 of 1559.
(bron: Tresoar Frysk Histoarysk Sintrum, 313 Tjaardastate te Rinsumageest, 2. Stukken van leden van de familie tjaarda2.02. Syds Tjaarda (overleden na 1545), gehuwd met Moed van Sythiema, 5).
-->| 09-02-1551-13-03-1553: olderman van Sneek: Is by den Hove van Friesland geordineert Frans Roorda, ouderman uts.
(bron:Sneek/bestuur).
-->| 1551: Frans Roorda grietman van Wymbritseradeel.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16690, blad 147, aktenummer 1273; 1549-1553).
-->| 1552: Frans Roorda grietman van Wymbritseradeel.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16690, blad 223, aktenummer 1984; 1549-1553).
-->| 06-10-1552: Frans Roorda volmacht van de weeskinderen van Mr. Sytz Tziarda en diens weduwe Moedz.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16690, blad 258, aktenummer 2311; 1549-1553).
-->| 14-12-1558: Frans Roorda gehuwd met His.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16691, blad 203, aktenummer 4130; 1554-1559).
-->| ROORDA (FRANS VAN), zoon van J o a n v a n R o o r d a en T i e d v a n S c h e l t i n g a (of I d z i n g a) was Olderman van Sneek, Grietman van Wijmbritseradeel. (1538) Als Grietman zocht hij bij rekwest den 17 Januarij 1543 aan het Hof van Friesland, om te mogen weten, hoe hij handelen moest ten opzigte van de zwarigheden, die hem tegengeworpen werden bij het opmaken van het register der beneficiën en geestelijke goederen. Hij huwde H i s, dochter van P i e r B o n n i n g a v a n S j a e r d a en weduwe van D o u w e O e n e m a v a n T e r c a p l e en had een zoon. (bron: A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16).
-->| *FRANS VAN ROORDA, woonde te Sneek, vrij zeker in de „Merckstraet." Komt ook denkelijk nog voor in 1548 en bleef vrij zeker grietman tot zijn overlijden, dat 21 Oct. 1553 te Sneek plaats had, waar hij werd begraven, evenals (bron: Nalezing op de nieuwe naamlijst van Grietmannen, Jhr. Mr. H. Baerdt van Sminia ; blz 93)
.

trouwt midden 03-1527 vermoedelijk te Sneek, (ontbonden door overlijden op dinsdag 20-10-1553 te Sneek)
met

His Piers van Sjaerdema [g-p], dochter van Pier Foppes Bonninga van Sjaerdema [e-p] en Katryn Lolles (Tryn) van Ockinga [g-p], geboren midden 11-1479 vermoedelijk te Terkaple, Rooms Katholiek, overleden op woensdag 25-05-1555 te Sneek, trouwt (1) in 10-1498 te Terkaple, (ontbonden door overlijden in 1517 te Terkaple) met Douwe Keimpes van Oenema [g-p], geboren midden 09-1460 vermoedelijk te Terkaple, Rooms Katholiek, overleden in 1517 te Terkaple.

His Piers van Sjaerdema [g-p].
Naam.
-->| Haar naam komt van Jan Jellema.
-->| Zij wordt genoemd in Stamboek van den Frieschen Adel.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 95, 310, 363).
Geboorte.
-->| Op 24-05-1510 overlijdt haar ongehuwde zoon Keimpe vermoedelijk te Terkaple, en ik neem vooralsnog aan dat zij minstens zestien jaar oud is geweest, en op 25-05-1555 overlijdt zij te Sneek, en als ik vooralsnog aanneem dat zij niet ouder dan negentig jaar oud is geworden, dan is zij geboren tussen tussen 25-05-1465 en 24-05-1494.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 96).
Huwelijk.
-->| Zij is geboren tussen 25-05-1465 en 24-05-1494 en als ik vooralsnog aanneem dat zij minstens zestien jaar oud en niet ouder dan veertig jaar oud is geweest, dan is zij gehuwd met Douwe tussen 25-05-1481 en 24-05-1534. Haar man Douwe overlijdt in 1517.
-->| In 1517 overlijdt haar man Douwe en op 14-07-1537 is zij volgens een acte gehuwd met Frans.
Overlijden.
-->| 25-05-1555: 25 Maii His Piersdr. Bonninga van Syaarda, Frans Roorda olderman tot Sneeck ende grietman in de Wymerts sijn wijff, tot Sneeck begrave.
(bron: Kerkkalender van overleden Friese edelen e.a. 1409-1634).
-->| Stamboek van den Frieschen Adel geeft als overlijdensdatum 25-05-1559.
(bron: Montanus de Haan Hettema en Arent Van Halmael jr, Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aantekeningen en met bijvoeging van de wapens der onderscheiden geslachten opgemaakt, blz 95, 363).
Gebeurtenissen.
-->| 14-07-1537: Goffe Piers en zijn zwager Frans Roorda en Pier Burmania en Jancke Douma als schoonzoons van Goffe's zuster Ath als gedaagden. Als hun broer Tjomme is overleden menen de zoons van Ath en Jancke van Douma namens haar dochter Mary aanspraak te kunnen maken op de erfenis. Ook de rest van de familie van moederskant meent aanspraak te kunnen maken op de erfenis van Tjomme, maar het Hof oordeelt dat Goffe Piers, Frans Roorda (wegens zijn vrouw His), Jancke Douwema (wegens zijn vrouw Marie) en Pier Burmania de erven zijn van hun broer en oom heer Tzumme.
(bron: Archief Hof van Friesland, quaclappen, Toegang 14, inv. nr.16481-701,71. in Genealogysk jierboek(Fryske Akademy) 2011-246).
-->| 20-12-1538: Goffe Piers en zijn zwager Frans Roorda en Pier Burmania en Jancke Douma als schoonzoons van Goffe's zuster Ath als gedaagden. Als hun broer Tjomme is overleden menen de zoons van Ath en Jancke van Douma namens haar dochter Mary aanspraak te kunnen maken op de erfenis. Ook de rest van de familie van moederskant meent aanspraak te kunnen maken op de erfenis van Tjomme, maar het Hof oordeelt dat Goffe Piers, Frans Roorda (wegens zijn vrouw His), Jancke Douwema (wegens zijn vrouw Marie) en Pier Burmania de erven zijn van hun broer en oom heer Tzumme. Behalve de drie vermelde wettige kinderen heeft Pier Foppes nog een buitenechtelijke zoon, wiens nalatenschap in 1537 wordt opgeëist door diens verwanten van moederszijde, maar op 20 dec. 1538 oordeelt het Hof van Friesland dat Goffe Piers (voor zichzelf), Frans Roorda (vanwege zijn vrouw His), Jancke Douwema (vanwege zijn vrouw [Marie Burmania]) en Pier Burmania (voor zichzelf en voor zijn broers en zusters) de erfgenamen zijn van heer Tzomme, in leven pastoor te Hichtum, hun broer en oom.
(bron: Genealogie Ayttana, p. 245 ; Archief Hof van Friesland, quaclappen, Toegang 14, inv. nr.16481-701,71, Hof van Friesland 16481-135 in Genealogysk jierboek(Fryske Akademy) 2011-246).
-->| 20-10-1553: Anno MVCLIII de XX octobris sterf de eedele en richter en hoevelinck Frans va Roerda 155[5] mei 25 His van Sjaerdema zijn huisvr.
(bron: Hessel de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, blz 796).
-->| 14-12-1558: His gehuwd met Frans Roorda.
(bron: Alle Friezen, Quaclappen, archiefnummer 14, Hof van Friesland - Tresoar, inventarisnummer 16691, blad 203, aktenummer 4139; 1554-1559).
-->| Zij kwam door haar eerste man in het bezit van de state te Terkaple.
(bron: Simon Wierstra).
-->| ROORDA (FRANS VAN), zoon van J o a n v a n R o o r d a en T i e d v a n S c h e l t i n g a (of I d z i n g a) was Olderman van Sneek, Grietman van Wijmbritseradeel. (1538) Als Grietman zocht hij bij rekwest den 17 Januarij 1543 aan het Hof van Friesland, om te mogen weten, hoe hij handelen moest ten opzigte van de zwarigheden, die hem tegengeworpen werden bij het opmaken van het register der beneficiën en geestelijke goederen. Hij huwde H i s, dochter van P i e r B o n n i n g a v a n S j a e r d a en weduwe van D o u w e O e n e m a v a n T e r c a p l e en had een zoon.
(bron: A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16).
-->| Frans van Roorda was de zoon van Joan van Roorda en Tied van Scheltinga (of Idzinga), en gehuwd met His, dochter van Pier Bonninga van Sjaerda en weduwe van Douwe Oenema van Tercaple, en had eenen zoon.
(bron: Nieuwe naamlijst van Grietmannen van de vroegste tijden af tot het jaar 1795, Jhr. Mr. H. Baerdt van Sminia, blz 292)
.


Luitje Oomkes [v-w]
Luitje Oomkes [v-w], gedoopt Nederlands Hervormd op zondag 16-09-1736 te Engelbert, overleden op zondag 18-05-1823 te Engelbert.

Luitje Oomkes [v-w].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn dochter Egberdina van 22-03-1849 te Appingedam. Hij komt ook voor met de achternaam Niehuis.
Beroep.
-->| Landbouwer (1779-1822), Zonder (1822).
Geboorte.
-->| 16-09-1736: 48: Gedoopten 1736. Den 16 Septembr: een zoontje gedoopt van Oomke Hindriks en Dievertjen Jacobs, gen: Luitjen.
-->| Hij overlijdt op zesentachtigjarige leeftijd te Engelbert en is dus geboren rond 1736-1737. Volgens zijn overlijdensacte van 20-05-1823 te Noorddijk is hij geboren te Engelbert. Hij is het enige kind met de naam Luitje met als naam van de vader Oomke die in die periode in Engelbert gedoopt wordt. Deze datering wordt bevestigd in het procesverbaal van 23-10-1817.
Huwelijk.
-->| 22-05-1767: Majus. Den: 22: dito is het huwelijk van Luitjen Oomkes van Engelbert en Trijntje Freriks weduwe van Jacob Jans van Oevelgunde aengegeven, en te Engelbert voltrokken.
-->| 14-06-1767: Den 14 Juni 1767 zijn hier met attestatie van Middelbert na drie afkondigingen gecopuleert Luitjen Oomkes van Engelbert en Trijntjen Freriks weduwe van Jacob Jans van Middelbert.
-->| 17-05-1801: Den 17 Maij getrouwd Luitjen Oomkes en Mattje Klaassens weduwe van Luitjen Christjaans.
Overlijden.
-->| 20-05-1823: No. 5: In het jaar Een duizend agt honderd en drie en Twintig den Twintigste van de maand Mei, des nademiddags om drie Ur is voor mij Schout en Secretaris der gemeente Noorddijk (Kwartier en Provincie Groningen) Officier van den Burgerlijken Stand dier gemeente, gecompareerd Freerk Thies Dijk oud zevenenveertig jaren, Landbouwer, en Koop Hindriks Bruininga oud dertig jaren, mede Landbouwer van beroep beide wonende te Engelbert, in opgemelde gemeente, in Kwa al. als naburen van nagemelden overledenen, verklarende dat op Zondag den Achttienden van deze loopenden maand, des voordemiddags om Elf uren, te Engelbert, in de behuizinge geteekend met letter A Nommer Zeven in den ouderdom van ZesenTachtig Jaren, is overleden Luitje Oomkes geboren te Engelbert, en aldaar woonachtig geweest, van beroep landbouwer, Eheman van Matje Klassens Nieborg, oud EenenZeventig Jaren Landbouwersche aldaar; - van welke verklaring ik deze acte heb opgemaakt welke na voorlezing door comparanten en mij is verteekend op dag maand en jaar als boven.
Gebeurtenissen.
-->| 1763: Stukken betreffende een proces voor het gerecht van Selwerd tegen Luitje Oomkes te Engelbert wegens mishandeling.
(bron: Groninger Archieven, 730 Gerechten in Selwerd en Sappemeer, 1592 - 1811, 2 Inventaris van het archief van het gerecht van Selwerd en Sappemeer, (1528) 1592 - 1803 (1811), 2.1 Rechtspraak, 2.1.2 Crimineel, 2.1.2.2 Stukken betreffende afzonderlijke zaken, 1577).
-->| 04-03-1768 Met attestatie van Groningen aangenomen als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Trijntje Freriks Huisvrouw van Luitjen Oomkes. dese attestatie was gegeven door Dom: P. Abresch Eccles: Groning. gedateert op den 4 maart 1768.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 1779: Akte van overdracht door Jakob Oomkes en Annegien Jelles, e.l, Helpery Kim en Trijntjen Oomkes, e.l, Luitjen Oomkes en Trijntjen Freriks, e.l, aan Hindrik Oomkes en Diewertjen Oomkes, e.l. van hun aandeel in een behuizing met ca. 63 grazen land, gelegen te Engelbert, tot dusver door hen in gemeenschap bezeten met voorn. Hindrik Oomkes en vrouw.
(bron: Groninger Archieven, 533 Familie Homan, 1661 - 1879, 2. Inventaris, 2.2. Stukken, welke niet tot het archief van bepaalde personen behoren of kunnen gebracht worden, 2.2.1 Aankomstbrieven en stukken betreffende het beheer van onroerende goederen, 2.2.1.1. Engelbert, 15).
-->| 16-05-1786: Huwelijkscontract tussen Geert Jans Nienhuis en Margijn Freerks. Aan bruidegomszijde: Jan Geerts Nienhuis (vader), Annigje Pieters (moeder). Aan bruidszijde: Freerk Roelefs (vader), Aaltje Kornelijs (moeder), Jan Hindriks Buining (voormond bruids 2 voorkinderen), Tjaard Jans Buining (voogd ad idem), Luitje Oomkes Nienhuis (voogd ad idem).
(bron: Alle Groningers, Huwelijkscontracten Groningen 1786 mei-juli, archiefnummer 1534, inventarisnummer 3711, aktenummer 1534, Groningen, 1786).
-->| 10-10-1789: Huwelijkscontract tussen Fokke Jans en Freerkjen Freerks. Aan bruidegomszijde: Aate Jans (zwager), Annigjen Jans (zuster), Elte Bernardus Sonius (zwager), Hilligjen Jans (zuster). Aan bruidszijde: Aaltje Cornelis (moeder, weduwe Frerik Roelofs), Luitje Oomkes Nienhuis (zwager), Trijntje Freerks (zuster), Geert Jans Nienhuis (zwager), Margien Freerks (zuster), Jan Jans Buining (zwager), Luite Pauwels (zwager), Grietje Freerks (zuster), Jacob Hindriks (zwager), Hilligjen Freerks (zuster).
(bron: Alle Groningers, Huwelijkscontracten Groningen 1789 sep-dec, archiefnummer 1534, inventarisnummer 3721, aktenummer 1534, Groningen, 1789).
-->| 12-03-1792: Na belijdenis aangenomen als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: 1792 den 12 Maart na voorgaande belijdenis der waarheid tot lidmaat dezer gemeinte aangenomen Luitje Oomkes Niehuis.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 07-05-1797: Genoemd als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Luitje Oomkes Niehuis & vrouw Trijntje Freerks obiit illa.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 1801: Luitjen Oomkes en zijn vrouw Trijntjen Freriks uit Engelbert.
(bron: Groninger Archieven, 730 Gerechten in Selwerd en Sappemeer, 1592 - 1811, 2 Inventaris van het archief van het gerecht van Selwerd en Sappemeer, (1528) 1592 - 1803 (1811), 2.1 Rechtspraak, 2.1.1 Civiel, 2.1.1.1 Seriële stukken, 2.1.1.1.4 Voogdijzaken, Inventarissen van boedels, 1465).
-->| 28-06-1801: Genoemd als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Luitje Oomkes, Diacon.
(bron:lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 26-01-1802: Huwelijkscontract tussen Roelf Jacobs, zoon van wijlen Jacob Roelfs en Swaantje Klasens, en Aaltje Hindriks, dochter van wijlen Hindrik Jans en Matje Freerks. Aan bruidegomszijde: Zwaantje Klaasens (moeder), Berend Pieters (voormond over de kinderen van wijlen Jacob Roelfs bij Zwaantje Klaassens in echte verwekt), Hindrik Tonnis (sibbevoogd over de kinderen van wijlen Jacob Roelfs bij Zwaantje Klaassens in echte verwekt), Hindrik Tonnis Koning (vreemde voogd over de kinderen van wijlen Jacob Roelfs bij Zwaantje Klaassens in echte verwekt ; geswoorn). Aan bruidszijde: Matje Freerks (moeder), Jan Meijnders (stiefvader), Tjaart Jans Bruning (voormond over de minderjarige kinderen van wijlen Hindrik Jans en Mattje Freerks), Luitje Oomkes (voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Hindrik Jans en Mattje Freerks). Ten vijfden is geconditioneerd dat des bruidegoms moeder des bruidegoms vaders goed zoo lange zal behouden als haar jongste zoon Claas Jacobs meerderjarig zal zijn.
(bron: Alle Groningers, Afschriften van akten 1797-1803, archiefnummer 730, inventarisnummer 1691, aktenummer 730, Gerecht van Selwerd en Sappemeer, 1797-1803).
-->| 01-11-1807: Genoemd als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Luitje Oomkes.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 12-05-1810: Huwelijkscontract tussen Pieter Roelfs en Jaapkje Jannes. Aan bruidegomszijde: Luitje Oomkes (administrerend voogd over het minderjarig zoontje van den bruidegom bij wijlen Hillegien Freerks in echte verwekt), Klaas Eeuwkes (voormond). Aan bruidszijde: Aaldert Rudolfs (sibbe), Aldert Tjapkes (vreemde voogd), Jannes Rudolfs (volle vader), Trijntje Kornelis (stedemoeder).
(bron: Alle Groningers, Afschriften van akten, 1803-1811, archiefnummer 730, inventarisnummer 2059, aktenummer 730, Jurisdictie van het Gorecht en Sappemeer, 1803-1811).
-->| 08-01-1812: Oomkes. Luitje te Engelbert, hij tekent als Luitjen Oomkens. Zoons ; Oomke Luitjens 39 jr. Freerk Luitjens 35 jr. Jan Luitjens 30 jr. te Noorddijk. Dochters ; Aaltje Luitjens 43 jr. te Peize. Freerkjen Luitjens 37 jr. te Zuidhorn. Tryntje Luitjens 35 jr. Egberdina Luitjens 28 jr. te Holwierde. Margien Luitjens 26 jr. te Stedum.
(bron: Naamsaanneming Noorddijk 1812).
-->| 23-10-1817: Verslag van het proces-verbaal van de overval op de familie van Luitjen Oomkes geboren te Engelbert op 16 september 1736 in de nacht van 23 oktober van het jaar 1817. PROCES - VERBAAL. Op heden den drie en twintigsten Oktober des jaars eenduizend agt honderd en zeventien des voormiddags om elf uuren is voor mij Schout van de Gemeente Noorddijk in de Provincie Groningen gecompareerd Oomke Luitje Oomkes oud vijfentwintig Jaren, van beroep Arbeider wonende onder het Carspel Engelbert bezijden de Trekweg ten huize van zijnen vader en stiefmoeder hier zo vermeld, zijnde dat huis zijdwaards achter het Buitengoed van den Heer Egbert Steen Delmina genaamd, geteekend Lett.: A 7 dewelke aan mij heeft verklaard dat in den afgelopen nagt tusschen twaalf en een uur in de opgemelde behuizinge door middel van huisbraak eene groote diefstal is gepleegd, zonder dat het aan hem Comparant of de overige huisgenoten is mogen gelukken zich van de daders te verzekeren of dezelve tot dus verre op te sporen. Op welke verklaring ik mij vergezeld van mijnen Secretaris en van de Veldwagter mijnen Gemeente heb begeeven naar de bovengemelde Behuizinge, ten einde de teegenwoordige situatie zowel van het uit als het inwendige derzelve in ogenschouw te neemen, alwaar gekomen zijnde ik heb bevonden dat de stand der Behuizinge zoo door den voornoemde Comparant was opgegeven juist was Conform de waarheid, dat dezelve bestond uit slegts eene binnenkamer en eene schuur en dat aan de buitenzijde geene andere sporen van huisbraak waren te ontdekken dan alleen dat het bovenste gedeelte van het schuifraam aan de Noordzijde van het huis in zijn geheel met geweld en met behulp van deeze of geene Instrumenten naar beneden scheen te zijn gerukt, het geen ten duidelijksten optemaken was uit de havelooze toestand waarin het houtwerk zich bevond waarvan nog hier en daar eenige stukken waren blijven zitten, terwijl zich onder dat raam een rad van een mestkar bevond het geen ongetwijffeld gediend had om des te gemakkelijker door het opgemelde gedeelte van het raam het welk van onderen door een eene blinde was gesloten te kunnen klimmen. Na mij voorts te hebben geïnformeerd nopens des persoonen welke zich in huis hadden bevonden voor het pleegen der diefstal als ook ten aanzien de toedragt der zaak is mij door de man de huizes zijnde Luitje Oomkes genaamd, van beroep landbouwer oud tachtig jaren geantwoord, dat zich niemand anders in zijn huis had bevonden dan hij zelven, zijne vrouw Matje Klasens genaamd, zijnen zoon zijnde de meergemelde Comparant en twee zijnen dienstmeiden de eene genaamd Grietje Frits geboren te Haren en ongeveer twintig jaren oud en de andere genaamd Anna Zweitzes van Engelbert geboortig oud veertien jaren, alle tot zijn huisgezin behoorende, dat zij lieden zich alle ter ruste bevonden toen de huisbraak plaats had. Dat hij Luitje Oomkes op bovengemelden tijd door het afrukken van het vensterraam was ontwaakt en dat ook op hetzelfde ogenblik twee manspersonen beiden met eene zwaare stok of knuppel voorzien zich voor zijn bed hetwelke voorst naast het gemelde raam is, hadden vertoont en onder de ijsselijkste dreigementen van hem en zijne vrouw te zullen vermoorden, en onder het geven van stokslagen de sleutels van kasten en kisten hadden geeist om geld te kunnen magtig worden ; bezigende onder andere daartoe deze woordelijke uitdrukking Waar bist doe olde duvel, geld mout er wezen of ik snied di de hals oet. Dat hij Luitje Oomkes daarop tot de dood toe ontsteld en uit vrees van op zijn bed vermoord te zullen worden de sleutels van het kabinet en van eene daarstaande kist waarin het goed van zijnen zoon zich bevond, had gegeven ; dat inmiddels een der twee geweldenaars niet tegenstaande het duister was naar het bed van gemelde zoon was gegaan hetwelke in de andere hoek van de kamer is, lopende het middelste bed waarop de twee dienstmeiden zich bevonden voorbij en gelijke uitdrukkingen tegen denzelven als tegen hem hadden gebezigd, onder andere dat hij thans zoude sterven omdat hij voor eenigen tijd op hem had willen schieten, waarop gemelden zijnen zoon mede eenen geweldigen knuppelslag op zijn bed had ontvangen. Dat zij voorts ligt ontstoken hebbende eerst het kabinet en daarna de gemelde kist hebben geopend en na onderscheidene goederen daaruit te hebben gehaald en op den grond hebben geworpen, zich meester hadden gemaakt Uit het kabinet van plus minus duizend gulden contant geld van onderscheidene specien en waaronder gouden dukaten voorts een rije van vierentwintig zilveren Hemdrokknopen en uit de kist:.
(bron: Grietje Wolters)
.

trouwt (1) op zondag 14-06-1767 te Engelbert, (ontbonden door overlijden op maandag 20-01-1800 te Engelbert)
met

Trijntje Freerks [v-w], dochter van Freerk Roelefs [v-w] en Aaltjen Cornellis [v-w], gedoopt Nederlands Hervormd op zondag 01-12-1743 te Middelbert, overleden op maandag 20-01-1800 te Engelbert, trouwt (1) op zondag 07-11-1762 te Middelbert, (ontbonden door overlijden midden 02-1765 te Garmerwolde) met Jacob Jans [s-w], geboren in 11-1734 vermoedelijk te Wittewierum, overleden midden 02-1765 vermoedelijk te Middelbert.

Trijntje Freerks [v-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar dochter Egberdina van 22-03-1849 te Appingedam.
Beroep.
-->| Landbouwster.
Geboorte.
-->| 01-12-1743: Trijntien dogter van Freerk Roelfs en Aaltjen Cornellis Egtel. gedoopt, den 1 Decemb. 1743.
-->| Op 07-11-1762 huwt zij te Middelbert en ik neem vooralsnog aan dat zij minstens zestien jaar oud is geweest, en op 22-10-1787 wordt haar zoon Luitjen gedoopt te Engelbert, en als ik vooralsnog aanneem dat zij niet ouder dan vijfenveertig jaar oud is geweest dan is zij geboren tussen 22-10-1742 en 07-11-1746. Zij is afkomstig van Middelbert. Zij is het enige kind met de naam Trijntje met als naam van de vader Freerk die in die periode in Middelbert gedoopt wordt. De naam van de vader komt weer terug in de naam van de tweede zoon, en de naam van de moeder komt weer terug in de naam van de eerste dochter.
Huwelijk.
-->| 24-10-1762: Jakob Jans van Wittewierum en Trijntjen Freerks van Middelbert, na drie agtereenvolgende kondigingen, den 24 en 31 Oct. en 7 Nov. 1762 met Attestatie vertrokken naar Garmerwolde.
-->| 22-05-1767: Majus. Den: 22: dito is het huwelijk van Luitjen Oomkes van Engelbert en Trijntje Freriks weduwe van Jacob Jans van Oevelgunde aengegeven, en te Engelbert voltrokken.
-->| 14-06-1767: Den 14 Juni 1767 zijn hier met attestatie van Middelbert na drie afkondigingen gecopuleert Luitjen Oomkes van Engelbert en Trijntjen Freriks weduwe van Jacob Jans van Middelbert.
Overlijden.
-->| 20-01-1800: Den 20 Januarie is Trientje Freeks overleeden vrouw van Luitje Oomkes.
-->| Haar overlijdensdatum komt uit de huwelijksbijlage van haar kleinzoon Gerrit van 20-06-1824 te Ten Boer.
Gebeurtenissen.
-->| 03-04-1764: Huwelijkscontract tussen Roelof Freriks, zoon van Frerik Roelefs en Jantjen Roelofs, dochter van Grietje Jacobs. Aan bruidegomszijde: Frerik Roelefs (vader), Aaltjen Cornellis (stiefmoeder), Thies Freriks (broer), Claas Freriks (broer), Egbert Freriks (broer), Aafke Rienders (aangetrouwde zus), Trijntje Freriks (halfzus). Aan bruidszijde: Grietje Jacobs (moeder), Harm Roelfs (broer), Coopke Jans (aangetrouwde zus), Jacob Roelefs (broer), Grietje Willems (aangetrouwde zus), Jan Roelfs (broer), Wijpke Rientjes (aangetrouwde zus), Annegien Roelfs (zus), Stijntje Roelfs (zus).
(bron: Alle Groningers, Minuten van akten 1750-1771, archiefnummer 733, inventarisnummer 415, aktenummer 733, Gerecht van Garmerwolde, Thesinge, Ten Boer, Sint Annen en Heidenschap, 1750-1771).
-->| 04-03-1768: Met attestatie van Groningen aangenomen als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Trijntje Freriks Huisvrouw van Luitjen Oomkes. dese attestatie was gegeven door Dom: P. Abresch Eccles: Groning. gedateert op den 4 maart 1768.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 1773: Genoemd als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: 1773 Trijntje Freerks huisvrouw van Luitje Oomkes.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 10-10-1789: Huwelijkscontract tussen Fokke Jans en Freerkjen Freerks. Aan bruidegomszijde: Aate Jans (zwager), Annigjen Jans (zuster), Elte Bernardus Sonius (zwager), Hilligjen Jans (zuster). Aan bruidszijde: Aaltje Cornelis (moeder, weduwe Frerik Roelofs), Luitje Oomkes Nienhuis (zwager), Trijntje Freerks (zuster), Geert Jans Nienhuis (zwager), Margien Freerks (zuster), Jan Jans Buining (zwager), Luite Pauwels (zwager), Grietje Freerks (zuster), Jacob Hindriks (zwager), Hilligjen Freerks (zuster).
(bron: Alle Groningers, Huwelijkscontracten Groningen 1789 sep-dec, archiefnummer 1534, inventarisnummer 3721, aktenummer 1534, Groningen, 1789).
-->| 16-05-1790: Genoemd als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Trijntje Freerks huisvrouw van Luitje Oomkes Niehuis.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 07-05-1797: Genoemd als lidmaat van de Nederlands Hervormde Kerk van Engelbert: Luitje Oomkes Niehuis & vrouw Trijntje Freerks obiit illa.
(bron: lidmatengroningen.nl/Engelbert).
-->| 1779: Akte van overdracht door Jakob Oomkes en Annegien Jelles, e.l, Helpery Kim en Trijntjen Oomkes, e.l, Luitjen Oomkes en Trijntjen Freriks, e.l, aan Hindrik Oomkes en Diewertjen Oomkes, e.l. van hun aandeel in een behuizing met ca. 63 grazen land, gelegen te Engelbert, tot dusver door hen in gemeenschap bezeten met voorn. Hindrik Oomkes en vrouw.
(bron: Groninger Archieven, 533 Familie Homan, 1661 - 1879, 2. Inventaris, 2.2. Stukken, welke niet tot het archief van bepaalde personen behoren of kunnen gebracht worden, 2.2.1 Aankomstbrieven en stukken betreffende het beheer van onroerende goederen, 2.2.1.1. Engelbert, 15).
-->| 1801: Luitjen Oomkes en zijn vrouw Trijntjen Freriks uit Engelbert.
(bron: Groninger Archieven, 730 Gerechten in Selwerd en Sappemeer, 1592 - 1811, 2 Inventaris van het archief van het gerecht van Selwerd en Sappemeer, (1528) 1592 - 1803 (1811), 2.1 Rechtspraak, 2.1.1 Civiel, 2.1.1.1 Seriële stukken, 2.1.1.1.4 Voogdijzaken, Inventarissen van boedels, 1465)
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Aaltje Luitjes*1768 Engelbert †1843 Engelbert 75
Dievertjen*1771 Engelbert †1801 Engelbert 30
Oomke Luitjes*1772 Engelbert †1851 Engelbert 78
Freerkjen Luitjes*1774 Engelbert †1855 Grijpskerk 80
Freerk Luitjes*1776 Engelbert †1845 Scharmer 69
Trijntje Luitjes*1778 Engelbert †1824 Foxhol 45
Jan Luitjes*1781 Engelbert †1867 Stedum 86
Egberdina Luitjes*1783 Engelbert †1849 Appingedam 65
Margjen Luitjes*1785 Engelbert †1849 Stedum 64
10 Luitjen*1787 Engelbert †1788 Engelbert 0

trouwt (2) op zondag 17-05-1801 te Engelbert, (ontbonden door overlijden op zondag 18-05-1823 te Engelbert)
met

Matje Klaasens Nieborg [s-w], gedoopt op vrijdag 19-03-1751 te Harkstede, overleden op maandag 02-07-1827 te Engelbert, trouwt (1) op zondag 24-03-1782 te Engelbert, (ontbonden door overlijden op maandag 11-02-1799 te Engelbert) met Luitjen Christiaans [g-w], geboren op maandag 12-07-1734 te Engelbert, overleden op maandag 11-02-1799 te Engelbert.

Matje Klaasens Nieborg [s-w].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de overlijdensacte van haar man Luitje van 20-05-1823 te Noorddijk.
Beroep.
-->| Landbouwster (1817-1827), Zonder (1827).
Geboorte.
-->| 19-03-1751: Den 19 Mart. gedoopt een dogtertje van Klaas Klaassen en Trienje Alles genoemt Martje.
-->| Zij overlijdt op zevenenzeventigjarige leeftijd te Engelbert en is dus geboren tussen 03-07-1749 en 02-07-1750. Volgens haar overlijdensacte is zij geboren in Harkstede. Zij is het enige kind met de naam Martje met als naam van de vader Klaas die in die periode in Harkstede gedoopt wordt. De naam van de vader komt weer terug in de naam van de tweede zoon.
Huwelijk.
-->| 24-03-1782: Den 24 Meert zijn alhier, na drie gewoone kerkkondigingen in den huwelijken staat bevestigd Luitjen Christjaans van Engelbert en Martjen Klaassens van de Harkstede.
-->| 17-05-1801: Den 17 Maij getrouwd Luitjen Oomkes en Mattje Klaassens weduwe van Luitjen Christjaans.
Overlijden.
-->| 04-07-1827: No 13: In het jaar Een duizend acht honderd zeven en Twintig, den vierden Julij, des nademiddags om drie uren, zijn voor mij Burgemeester en Secretaris der Gemeente Noorddijk, Kwartier en Provincie Groningen, Officier van den burgerlijken Stand, gecompareerd Freerk Thies Dijkhuis, oud Eenenvijftig Jaren, Landbouwer, en Koop Hindriks Bruininga, oud zesendertig Jaren, mede landbouwer van beroep, beide wonende te Engelbert, naburen van nagemelden overledene; verklarende dat op Maandag den Tweeden dezer loopende maand des avonds om zeven ure te Engelbert, in de behuizinge geteekend met letter A, Nommer Zeven, in de ouderdom van zevenenzeventig Jaren, is overleden Mattje Klasens Nieborg, geboren in de Harkstede, en zonder beroep gewoond hebbende.. hebbende (in de Harkstede - de doorhaling van de drie woorden: in de Harkstede en de daarvoor in de plaats gestelden te Engelbert goedgekeurd) te Engelbert, zijnde weduwe van Luitje Oomkes, in leven landbouwer aldaar, en aldaar overleden; van welke verklaring ik deze akte heb opgemaakt, en, na voorlezing met comparanten verteekend, op dag, maand en jaar als boven.
Gebeurtenissen.
-->| 22-04-1801: Luitjen Christiaans en zijn vrouw Mattje Klaassens uit Engelbert.
(bron: Groninger Archieven, 730 Gerechten in Selwerd en Sappemeer, 1592 - 1811, 2 Inventaris van het archief van het gerecht van Selwerd en Sappemeer, (1528) 1592 - 1803 (1811), 2.1 Rechtspraak, 2.1.1 Civiel, 2.1.1.1 Seriële stukken, 2.1.1.1.4 Voogdijzaken, 252-1492 Inventarissen van boedels, ca. 1662 - 1803, 1464).
-->| 23-10-1817: Verslag van het proces-verbaal van de overval op de familie van Luitjen Oomkes geboren te Engelbert op 16 september 1736 in de nacht van 23 oktober van het jaar 1817. PROCES - VERBAAL. Op heden den drie en twintigsten Oktober des jaars eenduizend agt honderd en zeventien des voormiddags om elf uuren is voor mij Schout van de Gemeente Noorddijk in de Provincie Groningen gecompareerd Oomke Luitje Oomkes oud vijfentwintig Jaren, van beroep Arbeider wonende onder het Carspel Engelbert bezijden de Trekweg ten huize van zijnen vader en stiefmoeder hier zo vermeld, zijnde dat huis zijdwaards achter het Buitengoed van den Heer Egbert Steen Delmina genaamd, geteekend Lett.: A 7 dewelke aan mij heeft verklaard dat in den afgelopen nagt tusschen twaalf en een uur in de opgemelde behuizinge door middel van huisbraak eene groote diefstal is gepleegd, zonder dat het aan hem Comparant of de overige huisgenoten is mogen gelukken zich van de daders te verzekeren of dezelve tot dus verre op te sporen. Op welke verklaring ik mij vergezeld van mijnen Secretaris en van de Veldwagter mijnen Gemeente heb begeeven naar de bovengemelde Behuizinge, ten einde de teegenwoordige situatie zowel van het uit als het inwendige derzelve in ogenschouw te neemen, alwaar gekomen zijnde ik heb bevonden dat de stand der Behuizinge zoo door den voornoemde Comparant was opgegeven juist was Conform de waarheid, dat dezelve bestond uit slegts eene binnenkamer en eene schuur en dat aan de buitenzijde geene andere sporen van huisbraak waren te ontdekken dan alleen dat het bovenste gedeelte van het schuifraam aan de Noordzijde van het huis in zijn geheel met geweld en met behulp van deeze of geene Instrumenten naar beneden scheen te zijn gerukt, het geen ten duidelijksten optemaken was uit de havelooze toestand waarin het houtwerk zich bevond waarvan nog hier en daar eenige stukken waren blijven zitten, terwijl zich onder dat raam een rad van een mestkar bevond het geen ongetwijffeld gediend had om des te gemakkelijker door het opgemelde gedeelte van het raam het welk van onderen door een eene blinde was gesloten te kunnen klimmen. Na mij voorts te hebben geïnformeerd nopens des persoonen welke zich in huis hadden bevonden voor het pleegen der diefstal als ook ten aanzien de toedragt der zaak is mij door de man de huizes zijnde Luitje Oomkes genaamd, van beroep landbouwer oud tachtig jaren geantwoord, dat zich niemand anders in zijn huis had bevonden dan hij zelven, zijne vrouw Matje Klasens genaamd, zijnen zoon zijnde de meergemelde Comparant en twee zijnen dienstmeiden de eene genaamd Grietje Frits geboren te Haren en ongeveer twintig jaren oud en de andere genaamd Anna Zweitzes van Engelbert geboortig oud veertien jaren, alle tot zijn huisgezin behoorende, dat zij lieden zich alle ter ruste bevonden toen de huisbraak plaats had. Dat hij Luitje Oomkes op bovengemelden tijd door het afrukken van het vensterraam was ontwaakt en dat ook op hetzelfde ogenblik twee manspersonen beiden met eene zwaare stok of knuppel voorzien zich voor zijn bed hetwelke voorst naast het gemelde raam is, hadden vertoont en onder de ijsselijkste dreigementen van hem en zijne vrouw te zullen vermoorden, en onder het geven van stokslagen de sleutels van kasten en kisten hadden geeist om geld te kunnen magtig worden ; bezigende onder andere daartoe deze woordelijke uitdrukking Waar bist doe olde duvel, geld mout er wezen of ik snied di de hals oet. Dat hij Luitje Oomkes daarop tot de dood toe ontsteld en uit vrees van op zijn bed vermoord te zullen worden de sleutels van het kabinet en van eene daarstaande kist waarin het goed van zijnen zoon zich bevond, had gegeven ; dat inmiddels een der twee geweldenaars niet tegenstaande het duister was naar het bed van gemelde zoon was gegaan hetwelke in de andere hoek van de kamer is, lopende het middelste bed waarop de twee dienstmeiden zich bevonden voorbij en gelijke uitdrukkingen tegen denzelven als tegen hem hadden gebezigd, onder andere dat hij thans zoude sterven omdat hij voor eenigen tijd op hem had willen schieten, waarop gemelden zijnen zoon mede eenen geweldigen knuppelslag op zijn bed had ontvangen. Dat zij voorts ligt ontstoken hebbende eerst het kabinet en daarna de gemelde kist hebben geopend en na onderscheidene goederen daaruit te hebben gehaald en op den grond hebben geworpen, zich meester hadden gemaakt Uit het kabinet van plus minus duizend gulden contant geld van onderscheidene specien en waaronder gouden dukaten voorts een rije van vierentwintig zilveren Hemdrokknopen en uit de kist:.
(bron: Grietje Wolters)
.