de familie van Jan Pol
Rinze van der Steeg
Rinze van der Steeg [g-d], geboren op donderdag 22-06-1865 te Finkum, overleden op vrijdag 23-10-1891 te Hardegarijp.

Rinze van der Steeg [g-d].
--» Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn weduwe Elisabeth van 21-04-1894 te Tietjerksteradeel.

trouwt op woensdag 11-05-1887 te Bergum, (ontbonden door overlijden op vrijdag 23-10-1891 te Hardegarijp)
met

Elisabeth Reitsma [g-d], geboren op woensdag 13-03-1861 te Rijperkerk, overleden op maandag 24-06-1895 te Hardegarijp, trouwt (2) met Sije van der Woude [g-d].

Elisabeth Reitsma [g-d].
--» Haar naam komt uit de huwelijskacte van haar weduwnaar Sije van 03-05-1902 te Dantumadeel.

Fokeltje Wijbenga
Fokeltje Wijbenga [g-d], geboren op zaterdag 24-07-1841 te Akkerwoude, overleden op vrijdag 26-05-1871 te Stuifzand.

Fokeltje Wijbenga [g-d].
--» Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar weduwnaar Sije van 08-06-1872 te Tietjerksteradeel.

trouwt op zaterdag 16-05-1863 te Bergum, (ontbonden door overlijden op vrijdag 26-05-1871 te Stuifzand)
met

Sije van der Woude [g-d], geboren op maandag 08-05-1837 te Veenwouden, overleden op dinsdag 06-02-1906 te Veenwouden, trouwt (2) met Geeske Berends Bosma [g-d], trouwt (3) met Elisabeth Reitsma [g-d], trouwt (4) met Baukje van der Woude [g-d].

Sije van der Woude [g-d].
--» Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn weduwe Baukje van 10-12-1910 te Dantumadeel.

Riemke van der Haag
Riemke van der Haag [g-d], geboren op zondag 24-08-1873 te Hallum, overleden op maandag 20-05-1940 te Leeuwarden.

Riemke van der Haag [g-d].
--» Haar naam komt uit haar huwelijksacte van 14-12-1929 te Leeuwarden.
--» Op 24 augustus 1873 wordt in Hallum Riemke van der Haag geboren als dochter van Jan van der Haag en Trijntje Eelkes Terpstra. Behalve Riemke worden er nog vier jongens en een meisje geboren. De jongens sterven allemaal jong, tussen de 6 weken en 5 jaar, en krijgen allemaal de naam Eelke. Zes jaar voor Riemke werd er een dochter geboren, Jantje.
In 1875, Riemke is dan 2 jaar jong, komt haar vader te overlijden. Nog eens twee jaar later sterft ook haar moeder op de leeftijd van 39 jaar. De grootouders van Riemke en Jantje leven ook niet meer terwijl andere familieleden allemaal zeer arm zijn. Niemand kan hen verzorgen en de twee meisjes komen dan ook terecht in het armhuis van Hallum. Niet de beste plaats om op te groeien alhoewel de armvader van toen, Pieter Rochus Bloemsma, volgens de overlevering een toegewijd mens was. Riemke wordt opstandig en voegt zich niet bepaald naar de regels van het huis. Men had dan ook de handen vol aan haar.
Zodra kinderen, volgens de destijds geldende normen, oud genoeg waren -veelal vanaf hun twaalfde jaar- werd er in regel voor hen een huis gezocht waar zij bijvoorbeeld als dienstbode te werk werden gesteld. Daarmee konden zij in hun eigen onderhoud voorzien en waren niet meer in zorg bij het armhuis. Ook voor Riemke werd werk gezocht en gevonden maar zij bleek het nooit lang vol te houden en werd telkenmale teruggestuurd naar het armhuis.
Zo werd zij op 25 oktober 1887 uitgeschreven uit het armhuis omdat zij kwam te werken bij Broer Bouma maar op 15 november van dat jaar was zij al weer terug. Broer Bouma was een arbeider die samen met zijn echtgenote op het toenmalige huisnummer 354 te Hallum woonde, een huisje buiten het dorp. Vermoedelijk was zijn vrouw ziek en kon hij wel wat hulp gebruiken. Twee weken later komt zijn vrouw namelijk te overlijden. Was Riemke ook hier niet op haar plaats of moest er op andere wijze in de verzorging van zijn kinderen worden voorzien? Dit laatste is niet onwaarschijnlijk. Immers, Riemke was op dat moment pas 14 jaar.
In de notulen van de vergadering van de regenten van het armhuis te Hallum van 25 juni 1889 (zij is dan 16 jaar) treffen we een soortgelijke situatie aan:.
"Daarna werd Riemke van der Haag, die als verpleegde in eene dienst was uitbesteed, doch wegens wangedrag was teruggezonden, in de vergadering geroepen en haar met ernst het slechte en treurige gedrag van haren toestand voorgehouden en tevens haar te kennen gegeven, dat ze in de stichting niet kan blijven en dus eene dienst moet zoeken en voorts dat ze het huis, zoolang ze er nog is als verpleegde, niet mag verlate, dan alleen voor het werk en voor de kerk".
Uiteindelijk wordt er bij de familie Prins te Oudebildtzijl een werkhuis gevonden maar ook nu wordt Riemke als onbruikbaar weer teruggezonden. De regenten kunnen met moeite de hand over hun hart strijken om haar weer in het armhuis op te nemen.
In oktober 1889 komt via armvader van der Leest, het verzoek van haar zuster Jantje bij de heren regenten of zij mee mag naar Zuid-Amerika. Jantje was inmiddels getrouwd met Meindert Winkel en het echtpaar had het plan opgevat om naar Argentinië te emigreren. Zij wilden haar (schoon-)zus meenemen. Argentinië betaalde in die jaren de overtocht van emigranten om aan goede landbouwers te komen. Deze regeling werd overigens binnen twee jaar stop gezet omdat er ook allerlei klaplopers meekwamen.
Het verzoek van Jantje van der Haag kwam de heren regenten niet geheel ongelegen zoals moge blijken uit de notulen van 5 oktober 1889. Daar valt te lezen:.
"De voorzitter merkt op, dat hier niet mag worden vergeten, dat het jeugdige meisje aan de zorgen der Regenten is toevertrouwd, dat haar lastig, ja zelfs ondeugend, karakter hier niet in aanmerking mag komen maar alleen zooveel mogelijk de overtuiging, dat dit haar ten beste is. Spreker wijst er met nadruk op dat deze zaak niet slechts uit een stoffelijk, maar vooral ook uit een zedelijk oogpunt moet worden beschouwd".
Uiteindelijk werd er toestemming gegeven en de familie vertrok per trein naar Amsterdam, waar de emigratiepapieren in orde werden gemaakt. Op 15 december 1889 vertrok het zeilstoomschip "Leerdam" vanuit Amsterdam naar Argentinië. Aan boord waren 442 passagiers: 16 van hen reisden eerste klas en de 426 anderen verbleven tussendeks. Dat waren allen landverhuizers op weg naar een betere toekomst. Echter, in de vroege ochtend van 16 december kwam de "Leerdam" in aanvaring met het Engelse schip "Gaw Quan Sia". Uit de gemeente Ferwerderadeel waren o.a. de families Beintema en de Vries aan boord, beide uit Blija. Wie er precies aan boord van de "Leerdam" waren blijkt evenwel niet meer te achterhalen omdat de passagierslijst niet bewaard is gebleven. In het fameuze boek "Uit de geschiedenis van de grietenij Ferwerderadeel" van W.K. van der Veen worden de Marrumer families Winkel en Steen genoemd. Naspeuringen in het bevolkingsregister uit die tijd leveren op dat er een familie de Vries uit Marrum in 1889 naar Zuid-Amerika gaat. Behalve deze families wordt ook de naam Regnerus genoemd, vermoedelijk Lieuwe Baukes Regnerus die was gehuwd met Grietje Gerrits Steen. De Goesche Courant van 21 december 1889 maakt melding van 50 mensen uit Ferwerderadeel.
Vaak lieten landverhuizers zich niet netjes uitschrijven en werden, bij ontdekking van hun verdwijning, dan "ambtshalve geroyeerd". Aangezien de betrokken families voor Kerstmis al weer terug waren is hun vertrek waarschijnlijk onopgemerkt gebleven.
Riemke kwam dus ook weer terug in Friesland. Eerst verbleef zij in Stiens want via de armvader van het armhuis te Hallum werd aan de regenten in april 1890 gevraagd om "nog eenige kleeding". Geen onbillijke vraag als men bedenkt dat alle bezittingen bij de scheepsramp verloren waren gegaan. De regenten beslisten evenwel anders.
Zoals te doen gebruikelijk werd er door de regenten regelmatig een inspectietocht door het armhuis gehouden en op één van die bezoeken werd zowaar de vroeger verpleegde R. v.d. Haag weer opgemerkt. Toen aan de armvader om opheldering werd gevraagd, bleek dat zij zoals gewoonlijk geen dienst kon of wilde houden. Op oordeel van de voorzitter werd besloten per advertentie "eene plaats voor haar te vinden, omdat ze hier niet wezen moet noch mag". Deze plaats werd voor haar gevonden bij brave burgermensen te Leeuwarden maar ook zij moesten haar na enige tijd weer terugsturen. Opname in het gezin van haar zuster Jantje en zwager Meindert Winkel bleek evenmin gunstig uit te pakken. Daarnaast belandt Riemke in 1896 voor drie maanden in de gevangenis van Assen vanwege diefstal van een rok.
Op 27 april 1901 trad zij in de gemeente Hennaarderadeel in het huwelijk met ene Fokke van Breeden, wagenmakersknecht te Kubaard. Anderhalf jaar daarvoor, op 9 maart 1898, was hun eerste dochter Trijntje geboren. Op 5 december 1899 wordt de tweede dochter Tetje geboren. Een tweeling (twee jongetjes) komt op 9 maart 1910 levenloos ter wereld en in 1913 nog een levenloze zoon. Het gezin verhuisde veelvuldig: Kubaard, Dronrijp, Menaldum, Groningen en Leeuwarden zijn een paar plaatsen waar zij woonden. Het huwelijk loopt uiteindelijk spaak en op 1 februari 1929 volgt er een scheiding.
Na nog hertrouwd te zijn geweest, overlijdt Riemke van der Haag op 66-jarige leeftijd te Leeuwarden, twee weken na het begin van de Tweede Wereldoorlog.
(bron: Klaas Leen, http://www.erfskipterpdoarpen.nl/documents/Nederlands/ArmhuisHallum/RiemkevanderHaag.htm).

trouwt (1) op zaterdag 27-04-1901 te Hennaard, (gescheiden op vrijdag 01-02-1929 te Hennaard)
met

Fokke van Breeden [g-d], geboren op dinsdag 23-07-1861 te Kollumerzwaag, overleden op donderdag 11-03-1948 te Groningen, trouwt (1) op zaterdag 13-07-1889 te Ferwerd, (gescheiden op woensdag 08-04-1896 te Kollum) met Sijtske Stienstra [g-d], geboren op donderdag 08-08-1867 te Birdaard, overleden op maandag 07-03-1955 --» Haar overlijdensdatum komt van Jennifer.
(bron: http://www.werelate.org/wiki/Person:Sijtske_Stienstra_(8)) te Pipestone [Usa], trouwt (2) op zaterdag 09-01-1897 te Leeuwarden, (gescheiden op maandag 24-01-1898 te Menaldumadeel) met Fokje Stroosma [g-d], geboren op zondag 08-02-1874 te Sint Annaparochie, overleden op donderdag 12-02-1942 te Leeuwarden.

Fokke van Breeden [g-d].
--» Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn ex-echtgenoote van 14-12-1929 te Leeuwarden.

trouwt (2) op zaterdag 14-12-1929 te Leeuwarden
met

Christiaan van der Harst [g-d], geboren op zondag 03-03-1878 te Leeuwarden, overleden tussen 12-1929 en 05-1940 --» Op 14-12-1929 huwt hij te Leeuwarden en op 20-05-1940 overlijdt zijn weduwe Riemke te Leeuwarden.
(bron: http://graftombe.nl/names/info/477726/harst_van_der) vermoedelijk te Leeuwarden, trouwt (1) met Wietske Hekkema [g-d], trouwt (2) met Baukje van der Woude [g-d].

Christiaan van der Harst [g-d].
--» Zijn naam komt uit de overlijdensacte van zijn vrouw Wietske van 26-07-1916 te Leeuwarden.

Fokke van Breeden
Fokke van Breeden [g-d], geboren op dinsdag 23-07-1861 te Kollumerzwaag, overleden op donderdag 11-03-1948 te Groningen.

Fokke van Breeden [g-d].
--» Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn ex-echtgenoote van 14-12-1929 te Leeuwarden.

trouwt (1) op zaterdag 13-07-1889 te Ferwerd, (gescheiden op woensdag 08-04-1896 te Kollum)
met

Sijtske Stienstra [g-d], geboren op donderdag 08-08-1867 te Birdaard, overleden op maandag 07-03-1955 --» Haar overlijdensdatum komt van Jennifer.
(bron: http://www.werelate.org/wiki/Person:Sijtske_Stienstra_(8)) te Pipestone [Usa], samenwonend (2) in 1896 te Minnesota [Usa], (ontbonden door overlijden op zaterdag 02-12-1944 te Edgerton [Usa]) met Binne van der Meer [g-d], geboren op dinsdag 06-12-1859 te Oudwoude, overleden op zaterdag 02-12-1944 --» Zijn overlijdensdatum komt van E.K. Jansen.
(bron: http://www.werelate.org/wiki/Person:Binne_Van_Der_Meer_%282%29) te Edgerton [Usa].

Sijtske Stienstra [g-d].
--» Haar naam komt uit haar huwelijksacte van 13-07-1889 te Ferwerderadeel.

trouwt (2) op zaterdag 09-01-1897 te Leeuwarden, (gescheiden op maandag 24-01-1898 te Menaldumadeel)
met

Fokje Stroosma [g-d], geboren op zondag 08-02-1874 te Sint Annaparochie, overleden op donderdag 12-02-1942 te Leeuwarden, trouwt (2) op zaterdag 12-09-1931 te Leeuwarden, (ontbonden door overlijden op donderdag 12-02-1942 te Leeuwarden) met Klaas Strijkstra [g-d], geboren op zaterdag 29-04-1876 te Leeuwarden, overleden op maandag 29-02-1960 te Leeuwarden.

Fokje Stroosma [g-d].
--» Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar ex-echtgenoot Fokke van 27-04-1901 te Henaarderadeel.

trouwt (3) op zaterdag 27-04-1901 te Hennaard, (gescheiden op vrijdag 01-02-1929 te Hennaard)
met

Riemke van der Haag [g-d], geboren op zondag 24-08-1873 te Hallum, overleden op maandag 20-05-1940 te Leeuwarden, trouwt (2) met Christiaan van der Harst [g-d].

Riemke van der Haag [g-d].
--» Haar naam komt uit haar huwelijksacte van 14-12-1929 te Leeuwarden.
--» Op 24 augustus 1873 wordt in Hallum Riemke van der Haag geboren als dochter van Jan van der Haag en Trijntje Eelkes Terpstra. Behalve Riemke worden er nog vier jongens en een meisje geboren. De jongens sterven allemaal jong, tussen de 6 weken en 5 jaar, en krijgen allemaal de naam Eelke. Zes jaar voor Riemke werd er een dochter geboren, Jantje.
In 1875, Riemke is dan 2 jaar jong, komt haar vader te overlijden. Nog eens twee jaar later sterft ook haar moeder op de leeftijd van 39 jaar. De grootouders van Riemke en Jantje leven ook niet meer terwijl andere familieleden allemaal zeer arm zijn. Niemand kan hen verzorgen en de twee meisjes komen dan ook terecht in het armhuis van Hallum. Niet de beste plaats om op te groeien alhoewel de armvader van toen, Pieter Rochus Bloemsma, volgens de overlevering een toegewijd mens was. Riemke wordt opstandig en voegt zich niet bepaald naar de regels van het huis. Men had dan ook de handen vol aan haar.
Zodra kinderen, volgens de destijds geldende normen, oud genoeg waren -veelal vanaf hun twaalfde jaar- werd er in regel voor hen een huis gezocht waar zij bijvoorbeeld als dienstbode te werk werden gesteld. Daarmee konden zij in hun eigen onderhoud voorzien en waren niet meer in zorg bij het armhuis. Ook voor Riemke werd werk gezocht en gevonden maar zij bleek het nooit lang vol te houden en werd telkenmale teruggestuurd naar het armhuis.
Zo werd zij op 25 oktober 1887 uitgeschreven uit het armhuis omdat zij kwam te werken bij Broer Bouma maar op 15 november van dat jaar was zij al weer terug. Broer Bouma was een arbeider die samen met zijn echtgenote op het toenmalige huisnummer 354 te Hallum woonde, een huisje buiten het dorp. Vermoedelijk was zijn vrouw ziek en kon hij wel wat hulp gebruiken. Twee weken later komt zijn vrouw namelijk te overlijden. Was Riemke ook hier niet op haar plaats of moest er op andere wijze in de verzorging van zijn kinderen worden voorzien? Dit laatste is niet onwaarschijnlijk. Immers, Riemke was op dat moment pas 14 jaar.
In de notulen van de vergadering van de regenten van het armhuis te Hallum van 25 juni 1889 (zij is dan 16 jaar) treffen we een soortgelijke situatie aan:.
"Daarna werd Riemke van der Haag, die als verpleegde in eene dienst was uitbesteed, doch wegens wangedrag was teruggezonden, in de vergadering geroepen en haar met ernst het slechte en treurige gedrag van haren toestand voorgehouden en tevens haar te kennen gegeven, dat ze in de stichting niet kan blijven en dus eene dienst moet zoeken en voorts dat ze het huis, zoolang ze er nog is als verpleegde, niet mag verlate, dan alleen voor het werk en voor de kerk".
Uiteindelijk wordt er bij de familie Prins te Oudebildtzijl een werkhuis gevonden maar ook nu wordt Riemke als onbruikbaar weer teruggezonden. De regenten kunnen met moeite de hand over hun hart strijken om haar weer in het armhuis op te nemen.
In oktober 1889 komt via armvader van der Leest, het verzoek van haar zuster Jantje bij de heren regenten of zij mee mag naar Zuid-Amerika. Jantje was inmiddels getrouwd met Meindert Winkel en het echtpaar had het plan opgevat om naar Argentinië te emigreren. Zij wilden haar (schoon-)zus meenemen. Argentinië betaalde in die jaren de overtocht van emigranten om aan goede landbouwers te komen. Deze regeling werd overigens binnen twee jaar stop gezet omdat er ook allerlei klaplopers meekwamen.
Het verzoek van Jantje van der Haag kwam de heren regenten niet geheel ongelegen zoals moge blijken uit de notulen van 5 oktober 1889. Daar valt te lezen:.
"De voorzitter merkt op, dat hier niet mag worden vergeten, dat het jeugdige meisje aan de zorgen der Regenten is toevertrouwd, dat haar lastig, ja zelfs ondeugend, karakter hier niet in aanmerking mag komen maar alleen zooveel mogelijk de overtuiging, dat dit haar ten beste is. Spreker wijst er met nadruk op dat deze zaak niet slechts uit een stoffelijk, maar vooral ook uit een zedelijk oogpunt moet worden beschouwd".
Uiteindelijk werd er toestemming gegeven en de familie vertrok per trein naar Amsterdam, waar de emigratiepapieren in orde werden gemaakt. Op 15 december 1889 vertrok het zeilstoomschip "Leerdam" vanuit Amsterdam naar Argentinië. Aan boord waren 442 passagiers: 16 van hen reisden eerste klas en de 426 anderen verbleven tussendeks. Dat waren allen landverhuizers op weg naar een betere toekomst. Echter, in de vroege ochtend van 16 december kwam de "Leerdam" in aanvaring met het Engelse schip "Gaw Quan Sia". Uit de gemeente Ferwerderadeel waren o.a. de families Beintema en de Vries aan boord, beide uit Blija. Wie er precies aan boord van de "Leerdam" waren blijkt evenwel niet meer te achterhalen omdat de passagierslijst niet bewaard is gebleven. In het fameuze boek "Uit de geschiedenis van de grietenij Ferwerderadeel" van W.K. van der Veen worden de Marrumer families Winkel en Steen genoemd. Naspeuringen in het bevolkingsregister uit die tijd leveren op dat er een familie de Vries uit Marrum in 1889 naar Zuid-Amerika gaat. Behalve deze families wordt ook de naam Regnerus genoemd, vermoedelijk Lieuwe Baukes Regnerus die was gehuwd met Grietje Gerrits Steen. De Goesche Courant van 21 december 1889 maakt melding van 50 mensen uit Ferwerderadeel.
Vaak lieten landverhuizers zich niet netjes uitschrijven en werden, bij ontdekking van hun verdwijning, dan "ambtshalve geroyeerd". Aangezien de betrokken families voor Kerstmis al weer terug waren is hun vertrek waarschijnlijk onopgemerkt gebleven.
Riemke kwam dus ook weer terug in Friesland. Eerst verbleef zij in Stiens want via de armvader van het armhuis te Hallum werd aan de regenten in april 1890 gevraagd om "nog eenige kleeding". Geen onbillijke vraag als men bedenkt dat alle bezittingen bij de scheepsramp verloren waren gegaan. De regenten beslisten evenwel anders.
Zoals te doen gebruikelijk werd er door de regenten regelmatig een inspectietocht door het armhuis gehouden en op één van die bezoeken werd zowaar de vroeger verpleegde R. v.d. Haag weer opgemerkt. Toen aan de armvader om opheldering werd gevraagd, bleek dat zij zoals gewoonlijk geen dienst kon of wilde houden. Op oordeel van de voorzitter werd besloten per advertentie "eene plaats voor haar te vinden, omdat ze hier niet wezen moet noch mag". Deze plaats werd voor haar gevonden bij brave burgermensen te Leeuwarden maar ook zij moesten haar na enige tijd weer terugsturen. Opname in het gezin van haar zuster Jantje en zwager Meindert Winkel bleek evenmin gunstig uit te pakken. Daarnaast belandt Riemke in 1896 voor drie maanden in de gevangenis van Assen vanwege diefstal van een rok.
Op 27 april 1901 trad zij in de gemeente Hennaarderadeel in het huwelijk met ene Fokke van Breeden, wagenmakersknecht te Kubaard. Anderhalf jaar daarvoor, op 9 maart 1898, was hun eerste dochter Trijntje geboren. Op 5 december 1899 wordt de tweede dochter Tetje geboren. Een tweeling (twee jongetjes) komt op 9 maart 1910 levenloos ter wereld en in 1913 nog een levenloze zoon. Het gezin verhuisde veelvuldig: Kubaard, Dronrijp, Menaldum, Groningen en Leeuwarden zijn een paar plaatsen waar zij woonden. Het huwelijk loopt uiteindelijk spaak en op 1 februari 1929 volgt er een scheiding.
Na nog hertrouwd te zijn geweest, overlijdt Riemke van der Haag op 66-jarige leeftijd te Leeuwarden, twee weken na het begin van de Tweede Wereldoorlog.
(bron: Klaas Leen, http://www.erfskipterpdoarpen.nl/documents/Nederlands/ArmhuisHallum/RiemkevanderHaag.htm).

Fokje Stroosma
Fokje Stroosma [g-d], geboren op zondag 08-02-1874 te Sint Annaparochie, overleden op donderdag 12-02-1942 te Leeuwarden.

Fokje Stroosma [g-d].
--» Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar ex-echtgenoot Fokke van 27-04-1901 te Henaarderadeel.

trouwt (1) op zaterdag 09-01-1897 te Leeuwarden, (gescheiden op maandag 24-01-1898 te Menaldumadeel)
met

Fokke van Breeden [g-d], geboren op dinsdag 23-07-1861 te Kollumerzwaag, overleden op donderdag 11-03-1948 te Groningen, trouwt (1) met Sijtske Stienstra [g-d], trouwt (3) met Riemke van der Haag [g-d].

Fokke van Breeden [g-d].
--» Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn ex-echtgenoote van 14-12-1929 te Leeuwarden.

trouwt (2) op zaterdag 12-09-1931 te Leeuwarden, (ontbonden door overlijden op donderdag 12-02-1942 te Leeuwarden)
met

Klaas Strijkstra [g-d], geboren op zaterdag 29-04-1876 te Leeuwarden, overleden op maandag 29-02-1960 te Leeuwarden.

Klaas Strijkstra [g-d].
--» Zijn naam komt uit zijn huwelijksacte van 12-09-1931 te Leeuwarden.