Berend Harmannus Ritzema [v-r]
Berend Harmannus Ritzema [v-r]
Berend Harmannus Ritzema [v-r], geboren op dinsdag 15-10-1811 te Loppersum, overleden op zondag 13-01-1884 te Loppersum.

Berend Harmannus Ritzema [v-r].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn zoon Jakob van 16-05-1877 te Stedum.
Beroep.
-->| Dagloner (1840-1877), Zonder (1884).
Geboorte.
-->| 16-10-1811: 13: Op heden den zestienden october agtienhonderd en elf, des morgens om elf uuren is voor mij Maire van Loppersum arrondissement Appingadam Departement van de Wester Eems, en ambtenaar van den burgerlijken Stand verschenen, Harmannus Jacobs, rentenier te Loppersum wonende lett. B. N° 25 oud zesenzestig jaren, welke ons vertoond heeft een kind van het manlijk geslagt geboren den vijftienden october jongstl, des agtermiddags om twee uuren, van hem declarant en zijne wettige vrouw Janna Berends Bos, welken hij verklaarde te zullen noemen Berend. Welke verklaring & actoning geschied is in tegenwoordigheid van Harm Eggens oud vier en veertig jaren van beroep Koopman wonende te Loppersum en van Rieven Heikes oud agtentwintig jaren, van beroep schuitevaarder wonende te Loppersum. Waarvan acte, welke declarant en getuigen nevens mij na prolutie hebben vertekend.
Huwelijk.
-->| 11-12-1841: 15: Op heden den Elfden December achtienhonderd een en veertig, zijn voor ons Assessor ambtenaar van den Burgerlijken Stand binnen de Gemeente Loppersum, Arrondissement Appingedam Provincie Groningen, in het huis der Gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Berend Harmannus Ritzema oud dertig jaren, geboren en wonende te Loppersum, van beroep dagloner wonende te Loppersum, meerderjarige zoon van Harmannus Jakobs Ritzema in leven van beroep landbouwer te Stedum, en van Janna Berends Bos zonder beroep wonende te Lellens. En Hillegien Harms Kok oud vijfentwintig jaren, geboren en wonende te Loppersum, meerderjarige dochter van wijlen Harm Hendriks Kok en van wijlen Hindrikje Jakobs in leven Ehelieden en dagloners te Loppersum. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd hunne geboorte akten een attest dat de eerste Comparant aan de verpligting der Nationale Militie heeft voldaan de sterfakten van de tweeden comparantes ouders, twee Certifikaten van onvermogen ter gratis bekoming van huwelijkstukken. Zijnde de Huwelijksafkondiging hiervan zonder stuiting afgelopen op zondagen den achtentwintigsten November en de vijfden December achttienhonderd zevenenveertig telkens des voormiddag elf uur. Voorts hebben de verloofden ons verklaard bij dezen te erkennen een kind genaamd Harm geboren te Loppersum den dertigsten Januarij achttienhonderd en veertig waarvan de geboorteakte hierbij is overgelegd. Dien.. Dientengevolge hebben de comparanten in het openbaar ten overstaan van ons ambtenaar van den Burgelijken Stand en in tegenwoordigheid van natemeldene getuigen verklaard dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn. Waarop wij in naam der wet uitspraak hebben gedaan dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn in tegenwoordigheid van Abraham Hanssens de Boer oud negenenzestig jaren, zonder beroep, Harm Bruins oud vierenzestg jaren van beroep Timmerman Rent Sebes Diephuis oud veertig jaren van beroep schatter van het Slagtvee en Roelf Jakobs Smit oud zesenveertig jaren veldwachter alle vier wonende te Loppersum goede bekenden doch geen bloed of aanverwanten der partijen Echtgenooten. welke vier getuigen deze akte na vooraf het bevlekte woord Hindriktje in de zestiende regel dezes akte te hebben goedgekeurd met de beide comparanten nevens ons na voorlezing hebben onderteekend.
Overlijden.
-->| 14-01-1884: No. 5: In het jaar duizend achthonderd vier en tachtig, den veertienden der maand Januarij, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Loppersum, Arrondissement en Provincie Groningen, verschenen Jan Gerard van der Velde oud zestig jaren, van beroep zonder, wonende te Loppersum, geene familie van den overledene, en Arend Postes Kuiper, oud eenendertig jaren, van beroep timmerman, wonende te Loppersum, geene familie van den overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den dertienden der maand Januarij, des jaars duizend achthonderd vier en tachtig, des voormiddags te negen uur, binnen deze gemeente, en wel te Loppersum, is overleden Berend Ritzema, oud tweenenzeventig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Loppersum en aldaar geboren, echtgenoot van Hillegien Kok, zonder beroep, wonende te Loppersum, zoon van Harmannus Ritzema en Janna Bos, beide overleden te Stedum. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, door de aangevers en ons is geteekend
.

trouwt op zaterdag 11-12-1841 te Loppersum, (ontbonden door overlijden op zondag 13-01-1884 te Loppersum)
met

Hillegien Harms Kok [v-r], dochter van Harm Hindriks Kok [v-r] en Hindrikje Jakobs [v-r], geboren op dinsdag 16-07-1816 te Loppersum, overleden op donderdag 04-02-1892 te Loppersum.

Hillegien Harms Kok [v-r].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar zoon Jakob van 16-05-1877 te Stedum.
Beroep.
-->| Zonder (1841, 1852, 1877, 1884-1892), Dagloonster (1842).
Geboorte.
-->| 18-07-1816: 30: In het Jaar één duizend acht honderd en zestien den Agtienden Julij des avonds om Agt uur, is voor mij Coenraad van Duinen Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Loppersum Kwartier Appingadam, Provincie Groningen, gecompareerd Harm Hindriks Kok oud Dertig Jaren, van beroep dagloner wonende te Loppersum, verklarende dat zijne wettige Ehevrouw Hindrikje Jacobs op dingsdag de zestienden dezer des nademiddags te Vier uren in de Kraam bevallen is van een Kind van het vrouwelijk geslagt, en welk kind hij voornemens is te laten dopen met den naam van Hillegien. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Jan Temming oud vijftig Jaren, van beroep Wever wonende te Loppersum, en van Eliza Groenewold oud vier en veertig Jaren, van beroep Uurwerksloonder wonende ter zelfder plaatse. Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hun, benevens de Deposant en mij verteekend, na dat hun dezelve is voorgelezen, op dag, maand en jaar als boven.
Huwelijk.
-->| 11-12-1841: 15: Op heden den Elfden December achtienhonderd een en veertig, zijn voor ons Assessor ambtenaar van den Burgerlijken Stand binnen de Gemeente Loppersum, Arrondissement Appingedam Provincie Groningen, in het huis der Gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Berend Harmannus Ritzema oud dertig jaren, geboren en wonende te Loppersum, van beroep dagloner wonende te Loppersum, meerderjarige zoon van Harmannus Jakobs Ritzema in leven van beroep landbouwer te Stedum, en van Janna Berends Bos zonder beroep wonende te Lellens. En Hillegien Harms Kok oud vijfentwintig jaren, geboren en wonende te Loppersum, meerderjarige dochter van wijlen Harm Hendriks Kok en van wijlen Hindrikje Jakobs in leven Ehelieden en dagloners te Loppersum. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd hunne geboorte akten een attest dat de eerste Comparant aan de verpligting der Nationale Militie heeft voldaan de sterfakten van de tweeden comparantes ouders, twee Certifikaten van onvermogen ter gratis bekoming van huwelijkstukken. Zijnde de Huwelijksafkondiging hiervan zonder stuiting afgelopen op zondagen den achtentwintigsten November en de vijfden December achttienhonderd zevenenveertig telkens des voormiddag elf uur. Voorts hebben de verloofden ons verklaard bij dezen te erkennen een kind genaamd Harm geboren te Loppersum den dertigsten Januarij achttienhonderd en veertig waarvan de geboorteakte hierbij is overgelegd. Dien.. Dientengevolge hebben de comparanten in het openbaar ten overstaan van ons ambtenaar van den Burgelijken Stand en in tegenwoordigheid van natemeldene getuigen verklaard dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn. Waarop wij in naam der wet uitspraak hebben gedaan dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn in tegenwoordigheid van Abraham Hanssens de Boer oud negenenzestig jaren, zonder beroep, Harm Bruins oud vierenzestg jaren van beroep Timmerman Rent Sebes Diephuis oud veertig jaren van beroep schatter van het Slagtvee en Roelf Jakobs Smit oud zesenveertig jaren veldwachter alle vier wonende te Loppersum goede bekenden doch geen bloed of aanverwanten der partijen Echtgenooten. welke vier getuigen deze akte na vooraf het bevlekte woord Hindriktje in de zestiende regel dezes akte te hebben goedgekeurd met de beide comparanten nevens ons na voorlezing hebben onderteekend.
Overlijden.
-->| 06-02-1892: No. 11: In het jaar duizend achthonderd twee en negentig, den zesden der maand Februari, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Loppersum, arrondissement en provincie Groningen, verschenen Klaas Groothuis oud zesëndertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Loppersum, en Barteld van der Laan, oud zesëndertig jaren, van beroep daglooner, wonende te Loppersum, welke ons hebben verklaard, dat op den vierden der maand Februari, des jaars duizend achthonderd twee en negentig, des avonds te elf uur, binnen deze gemeente, en wel te Loppersum, is overleden Hillegien Kok, oud vijfënzeventig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Loppersum en aldaar geboren, weduwe van Berend Ritzema, overleden te Loppersum, dochter van Harm Hendriks Kok en Hindrikje Jakobs, beiden overleden te Loppersum. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, door de aangevers en ons is geteekend
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Harm*1840 Loppersum †1911 Loppersum 71
Harmannus Berends*1842 Garrelsweer †1842 Garrelsweer 0
Harmannus*1844 Loppersum †1869 Loppersum 24
Kornelis*1847 Loppersum †1871 Loppersum 24
Hindrikje*1849 Loppersum †1920 't Zandt 70
Jakob*1852 Loppersum †1929 Loppersum 7711 
Klaas*1854 Loppersum †1927 Spring Lake [Usa] 72


Jeike Hendriks Borgerding [v-r]
Jeike Hendriks Borgerding [v-r], geboren op dinsdag 28-10-1828 te Loppersum, overleden op woensdag 21-01-1903 te Stedum.

Jeike Hendriks Borgerding [v-r].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar dochter Willemtje van 16-05-1877 te Stedum.
Beroep.
-->| Zonder (1830-1851, 1853, 1877, 1903), Boerenmeid (1851), Dagloonster (1851, 1857, 1883).
Geboorte.
-->| 30-10-1828: N° 54: In het Jaar Eenduizend achthonderd achtentwintig den dertigsten October des avonds te zeven uur, is voor mij Hendrik Klinkhamer Assessor gedelegeerd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand binnen de Gemeente Loppersum Kwartier Appingadam, Provincie Groningen gecompareerd Hendrik Gerhard Borgerding oud achtendertig jaren dagloner wonende te Loppersum Verklarende dat hem uit zijne Ehevrouw Willemtje Willems Kraaima op dingsdag den achtentwintigsten October des jaars achttienhonderd achtentwintig des voordemiddags tien uur in het huis nummer tweehonderd en elf te Loppersum is geboren een kind van het vrouwlijk geslacht waaraan den voornaam is gegeven van Jeike. Welke verklaring is gedaan in tegenwoordigheid van Jakob Jans Nienhuis oud eenenveertig jaren landbouwer en van Harm Bruins oud eenenvijftig jaren Timmerman beide wonende te Loppersum. Waarvan deze akte is opgemaakt die de deposant en getuigen met mij na voorlezing hebben verteekend op dag maand en jaar voorschreven.
Huwelijk.
-->| 30-05-1851: N° 11: Op heden den dertigsten mei des jaars achttien honderd een en vijftig zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Middelstum, Arrondissement Appingadam, Provincie Groningen in het huis der Gemeente verscheenen ten einde een huwelijk aan te gaan Eltjen Johannes Zigterman, oud eenentwintig jaren van beroep boerenknegt, geboren en wonende te Middelstum minderjarige zoon van Johannes Wiggers Zigterman van beroep dagloner wonende te Middelstum en van wijlen Eltje Harms Geertsema overleden te Middelstum ter eenre en Jeike Hendriks Borgerding oud tweeentwintig jaren van beroep boerenmeid geboren te Loppersum en wonende te Stedum, minderjarige dochter van Hendrik Gerhard Borgerding van beroep Slagter en Willemtje Willems Kraaima, Ehelieden wonende te Stedum ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd vooreerst het certificaat dat de beide afkondigingen te Stedum zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den elfden en achttienden mei dezes jaars, gelijk zulks op zondagen den vierden en elfden mei dezes jaars, ook alhier zonder stuiting geschiedt is ten tweeden hunne gehoorteakten en ten derden de akte van overlijden van Bruidegoms moeder zijnde zijnen vader benevens de ouders van de Bruid alhier tegenwoordig verklarende in dit huwelijk toetestemmen. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja! beantwoord zijnde hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden in tegenwoordigheid van Theodoricus Heines Koning oud negenenvijftig jaren van beroep Kuiper, Berend Hendriks Neiwold oud tweeenvijftig jaren van beroep Timmerman; Frederik Willem Simmer oud drieenveertig jaren veldwachter en Jacobus Matheus Bonaventura Kamp oud acht en twintig jaren van beroep dagloner wonende allen te Middelstum en Bruidegom en Bruid in geene grade bestaande. En is deze acte na voorlezing door Comparanten en getuigen nevens ons getekent met uitzondering van den Bruidegom en de moeder van de Bruid welke verklaarden niet te kunnen schrijven of hunne namen te zetten als hebbende geen schrijven geleerd.
Overlijden.
-->| 22-01-1903: N° 3: Den twee en twintigsten der maand Januari negentien honderd drie, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgelijken Stand der gemeente Stedum, Jakob Ritsema, oud vijftig jaren, van beroep voerman, wonende te Loppersum, en Tjark Brommer oud vijfendertig jaren, van beroep secretaris, wonende te Stedum, die aangifte deden, dan den eenentwintigsten der maand Januari dezes jaars, des namiddags te zes uur, te Stedum in deze gemeente, is overleden: Jaaike Borgerding, oud vier en zeventig jaren, van beroep zonder, geboren te Loppersum, wonende te Stedum, weduwe van Eltje Zigterman, dochter van Henderik Gerard Borgerding, en van Willemtje Kraaijema, beide overleden. Hiervan heb ik deze akte opgemaakt en na voorlezing met de aangevers geteekend
.

trouwt op vrijdag 30-05-1851 te Middelstum, (ontbonden door overlijden op vrijdag 25-09-1857 te Middelstum)
met

Eltje Johannes Zigterman [v-r], zoon van Jannes Wiggers Zigterman [v-r] en Eltje Harms Geertsema [v-r], geboren op woensdag 07-04-1830 te Middelstum, overleden op vrijdag 25-09-1857 te Middelstum.

Eltje Johannes Zigterman [v-r].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn dochter Willemtje van 16-05-1877 te Stedum.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1851-1853), Dagloner (1854-1857).
Geboorte.
-->| 07-04-1813: N 12: In het Jaar achttienhonderd dertig den zevenden April des voormiddags te Elf uuren is voor mij Francois Plaat Officier van den Burgelijken Stand binnen de Gemeente Middelstum Kwartier Appingadam Provincie Groningen gecompareerd Harm Alberts Geertsema oud zestig jaren Dagloner wonende te Middelstum, ons verklarende dat heden morgen tusschen drie en vier uuren ten zijnen huizen getekent N 58 te Middelstum zijnen dochter Eltje Harms Geertsema huisvrouw van de mede ten zijnen huizen wonende dog thans ziek liggende Johannes Wiggers Zigterman, van beroep dagloner verlost is van een kindt van het manlijk geslacht aan hetwelk hij verklaard heeft dat de voornaam van Eltjen zouden gegeven worden. Welke verklaring geschiedt zijnde in tegenwoordigheid van Jan Harm Moorlag oud vier en veertig jaren Herbergier van Jan Luitinge oud twee en zestig jaren, veldwagter beide te Middelstum woonachtig. Zoo is hiervan deze acte geformeert en na gedane voorlezing door hun nevens mij getekent op dag maand en jaar als voren terwijl den deposant verklaard heeft niet te kunnen schrijven of zijn naam te zetten.
Huwelijk.
-->| 30-05-1851: N° 11: Op heden den dertigsten mei des jaars achttien honderd een en vijftig zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Middelstum, Arrondissement Appingadam, Provincie Groningen in het huis der Gemeente verscheenen ten einde een huwelijk aan te gaan Eltjen Johannes Zigterman, oud eenentwintig jaren van beroep boerenknegt, geboren en wonende te Middelstum minderjarige zoon van Johannes Wiggers Zigterman van beroep dagloner wonende te Middelstum en van wijlen Eltje Harms Geertsema overleden te Middelstum ter eenre en Jeike Hendriks Borgerding oud tweeentwintig jaren van beroep boerenmeid geboren te Loppersum en wonende te Stedum, minderjarige dochter van Hendrik Gerhard Borgerding van beroep Slagter en Willemtje Willems Kraaima, Ehelieden wonende te Stedum ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd vooreerst het certificaat dat de beide afkondigingen te Stedum zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den elfden en achttienden mei dezes jaars, gelijk zulks op zondagen den vierden en elfden mei dezes jaars, ook alhier zonder stuiting geschiedt is ten tweeden hunne gehoorteakten en ten derden de akte van overlijden van Bruidegoms moeder zijnde zijnen vader benevens de ouders van de Bruid alhier tegenwoordig verklarende in dit huwelijk toetestemmen. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja! beantwoord zijnde hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden in tegenwoordigheid van Theodoricus Heines Koning oud negenenvijftig jaren van beroep Kuiper, Berend Hendriks Neiwold oud tweeenvijftig jaren van beroep Timmerman; Frederik Willem Simmer oud drieenveertig jaren veldwachter en Jacobus Matheus Bonaventura Kamp oud acht en twintig jaren van beroep dagloner wonende allen te Middelstum en Bruidegom en Bruid in geene grade bestaande. En is deze acte na voorlezing door Comparanten en getuigen nevens ons getekent met uitzondering van den Bruidegom en de moeder van de Bruid welke verklaarden niet te kunnen schrijven of hunne namen te zetten als hebbende geen schrijven geleerd.
Overlijden.
-->| 29-09-1857: No. 34: In het jaar duizend achthonderd zeven en vijftig, den negenentwintigsten der maand September, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Middelstum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, verschenen Jakob Hommes Kuipers, oud zestig jaren, van beroep zonder, wonende te Middelstum, nabuur van den overledene, en Jacob Abels Niehof, oud achtenveertig jaren, van beroep koopman, wonende te Middelstum, nabuur van den overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den vijfentwintigsten der maand September, des jaars duizend achthonderd zeven en vijftig, des avonds te half negen uur, binnen deze gemeente, en wel te Middelstum in N° 50a, is overleden Eltje Johannes Zigterman oud ruim zevenëntwintig jaren, van beroep daglooner, laatst gewoond hebbende te Middelstum en aldaar geboren, man van Jeike Hendriks Borgerding, dagloonersche te Middelstum en zoon van Johannes Wiggers Zigterman van beroep daglooner, wonende te Middelstum en van wijlen Eltje Harms Geertsema, overleden te Middelstum. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Jannes*1851 Stedum †1888 Stedum 36
Willemtje*1853 Stedum †1883 Loppersum 29
Aaltje*1855 Middelstum †1907 Uitwierde 51
Margaretha Eltjes*1857 Middelstum †1858 Stedum 1


Eltje Johannes Zigterman [v-r]
Eltje Johannes Zigterman [v-r], geboren op woensdag 07-04-1830 te Middelstum, overleden op vrijdag 25-09-1857 te Middelstum.

Eltje Johannes Zigterman [v-r].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn dochter Willemtje van 16-05-1877 te Stedum.
Beroep.
-->| Boerenknecht (1851-1853), Dagloner (1854-1857).
Geboorte.
-->| 07-04-1813: N 12: In het Jaar achttienhonderd dertig den zevenden April des voormiddags te Elf uuren is voor mij Francois Plaat Officier van den Burgelijken Stand binnen de Gemeente Middelstum Kwartier Appingadam Provincie Groningen gecompareerd Harm Alberts Geertsema oud zestig jaren Dagloner wonende te Middelstum, ons verklarende dat heden morgen tusschen drie en vier uuren ten zijnen huizen getekent N 58 te Middelstum zijnen dochter Eltje Harms Geertsema huisvrouw van de mede ten zijnen huizen wonende dog thans ziek liggende Johannes Wiggers Zigterman, van beroep dagloner verlost is van een kindt van het manlijk geslacht aan hetwelk hij verklaard heeft dat de voornaam van Eltjen zouden gegeven worden. Welke verklaring geschiedt zijnde in tegenwoordigheid van Jan Harm Moorlag oud vier en veertig jaren Herbergier van Jan Luitinge oud twee en zestig jaren, veldwagter beide te Middelstum woonachtig. Zoo is hiervan deze acte geformeert en na gedane voorlezing door hun nevens mij getekent op dag maand en jaar als voren terwijl den deposant verklaard heeft niet te kunnen schrijven of zijn naam te zetten.
Huwelijk.
-->| 30-05-1851: N° 11: Op heden den dertigsten mei des jaars achttien honderd een en vijftig zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Middelstum, Arrondissement Appingadam, Provincie Groningen in het huis der Gemeente verscheenen ten einde een huwelijk aan te gaan Eltjen Johannes Zigterman, oud eenentwintig jaren van beroep boerenknegt, geboren en wonende te Middelstum minderjarige zoon van Johannes Wiggers Zigterman van beroep dagloner wonende te Middelstum en van wijlen Eltje Harms Geertsema overleden te Middelstum ter eenre en Jeike Hendriks Borgerding oud tweeentwintig jaren van beroep boerenmeid geboren te Loppersum en wonende te Stedum, minderjarige dochter van Hendrik Gerhard Borgerding van beroep Slagter en Willemtje Willems Kraaima, Ehelieden wonende te Stedum ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd vooreerst het certificaat dat de beide afkondigingen te Stedum zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den elfden en achttienden mei dezes jaars, gelijk zulks op zondagen den vierden en elfden mei dezes jaars, ook alhier zonder stuiting geschiedt is ten tweeden hunne gehoorteakten en ten derden de akte van overlijden van Bruidegoms moeder zijnde zijnen vader benevens de ouders van de Bruid alhier tegenwoordig verklarende in dit huwelijk toetestemmen. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja! beantwoord zijnde hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden in tegenwoordigheid van Theodoricus Heines Koning oud negenenvijftig jaren van beroep Kuiper, Berend Hendriks Neiwold oud tweeenvijftig jaren van beroep Timmerman; Frederik Willem Simmer oud drieenveertig jaren veldwachter en Jacobus Matheus Bonaventura Kamp oud acht en twintig jaren van beroep dagloner wonende allen te Middelstum en Bruidegom en Bruid in geene grade bestaande. En is deze acte na voorlezing door Comparanten en getuigen nevens ons getekent met uitzondering van den Bruidegom en de moeder van de Bruid welke verklaarden niet te kunnen schrijven of hunne namen te zetten als hebbende geen schrijven geleerd.
Overlijden.
-->| 29-09-1857: No. 34: In het jaar duizend achthonderd zeven en vijftig, den negenentwintigsten der maand September, zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Middelstum, Arrondissement Appingedam, Provincie Groningen, verschenen Jakob Hommes Kuipers, oud zestig jaren, van beroep zonder, wonende te Middelstum, nabuur van den overledene, en Jacob Abels Niehof, oud achtenveertig jaren, van beroep koopman, wonende te Middelstum, nabuur van den overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den vijfentwintigsten der maand September, des jaars duizend achthonderd zeven en vijftig, des avonds te half negen uur, binnen deze gemeente, en wel te Middelstum in N° 50a, is overleden Eltje Johannes Zigterman oud ruim zevenëntwintig jaren, van beroep daglooner, laatst gewoond hebbende te Middelstum en aldaar geboren, man van Jeike Hendriks Borgerding, dagloonersche te Middelstum en zoon van Johannes Wiggers Zigterman van beroep daglooner, wonende te Middelstum en van wijlen Eltje Harms Geertsema, overleden te Middelstum. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend
.

trouwt op vrijdag 30-05-1851 te Middelstum, (ontbonden door overlijden op vrijdag 25-09-1857 te Middelstum)
met

Jeike Hendriks Borgerding [v-r], dochter van Hindrik Gerhard Borgerding [v-r] en Willemtje Willems Kraaijema [v-r], geboren op dinsdag 28-10-1828 te Loppersum, overleden op woensdag 21-01-1903 te Stedum.

Jeike Hendriks Borgerding [v-r].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar dochter Willemtje van 16-05-1877 te Stedum.
Beroep.
-->| Zonder (1830-1851, 1853, 1877, 1903), Boerenmeid (1851), Dagloonster (1851, 1857, 1883).
Geboorte.
-->| 30-10-1828: N° 54: In het Jaar Eenduizend achthonderd achtentwintig den dertigsten October des avonds te zeven uur, is voor mij Hendrik Klinkhamer Assessor gedelegeerd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand binnen de Gemeente Loppersum Kwartier Appingadam, Provincie Groningen gecompareerd Hendrik Gerhard Borgerding oud achtendertig jaren dagloner wonende te Loppersum Verklarende dat hem uit zijne Ehevrouw Willemtje Willems Kraaima op dingsdag den achtentwintigsten October des jaars achttienhonderd achtentwintig des voordemiddags tien uur in het huis nummer tweehonderd en elf te Loppersum is geboren een kind van het vrouwlijk geslacht waaraan den voornaam is gegeven van Jeike. Welke verklaring is gedaan in tegenwoordigheid van Jakob Jans Nienhuis oud eenenveertig jaren landbouwer en van Harm Bruins oud eenenvijftig jaren Timmerman beide wonende te Loppersum. Waarvan deze akte is opgemaakt die de deposant en getuigen met mij na voorlezing hebben verteekend op dag maand en jaar voorschreven.
Huwelijk.
-->| 30-05-1851: N° 11: Op heden den dertigsten mei des jaars achttien honderd een en vijftig zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Middelstum, Arrondissement Appingadam, Provincie Groningen in het huis der Gemeente verscheenen ten einde een huwelijk aan te gaan Eltjen Johannes Zigterman, oud eenentwintig jaren van beroep boerenknegt, geboren en wonende te Middelstum minderjarige zoon van Johannes Wiggers Zigterman van beroep dagloner wonende te Middelstum en van wijlen Eltje Harms Geertsema overleden te Middelstum ter eenre en Jeike Hendriks Borgerding oud tweeentwintig jaren van beroep boerenmeid geboren te Loppersum en wonende te Stedum, minderjarige dochter van Hendrik Gerhard Borgerding van beroep Slagter en Willemtje Willems Kraaima, Ehelieden wonende te Stedum ter andere zijde. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd vooreerst het certificaat dat de beide afkondigingen te Stedum zonder stuiting hebben plaats gehad op zondagen den elfden en achttienden mei dezes jaars, gelijk zulks op zondagen den vierden en elfden mei dezes jaars, ook alhier zonder stuiting geschiedt is ten tweeden hunne gehoorteakten en ten derden de akte van overlijden van Bruidegoms moeder zijnde zijnen vader benevens de ouders van de Bruid alhier tegenwoordig verklarende in dit huwelijk toetestemmen. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn hetwelk door hen uitdrukkelijk met Ja! beantwoord zijnde hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden in tegenwoordigheid van Theodoricus Heines Koning oud negenenvijftig jaren van beroep Kuiper, Berend Hendriks Neiwold oud tweeenvijftig jaren van beroep Timmerman; Frederik Willem Simmer oud drieenveertig jaren veldwachter en Jacobus Matheus Bonaventura Kamp oud acht en twintig jaren van beroep dagloner wonende allen te Middelstum en Bruidegom en Bruid in geene grade bestaande. En is deze acte na voorlezing door Comparanten en getuigen nevens ons getekent met uitzondering van den Bruidegom en de moeder van de Bruid welke verklaarden niet te kunnen schrijven of hunne namen te zetten als hebbende geen schrijven geleerd.
Overlijden.
-->| 22-01-1903: N° 3: Den twee en twintigsten der maand Januari negentien honderd drie, verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgelijken Stand der gemeente Stedum, Jakob Ritsema, oud vijftig jaren, van beroep voerman, wonende te Loppersum, en Tjark Brommer oud vijfendertig jaren, van beroep secretaris, wonende te Stedum, die aangifte deden, dan den eenentwintigsten der maand Januari dezes jaars, des namiddags te zes uur, te Stedum in deze gemeente, is overleden: Jaaike Borgerding, oud vier en zeventig jaren, van beroep zonder, geboren te Loppersum, wonende te Stedum, weduwe van Eltje Zigterman, dochter van Henderik Gerard Borgerding, en van Willemtje Kraaijema, beide overleden. Hiervan heb ik deze akte opgemaakt en na voorlezing met de aangevers geteekend
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Jannes*1851 Stedum †1888 Stedum 36
Willemtje*1853 Stedum †1883 Loppersum 29
Aaltje*1855 Middelstum †1907 Uitwierde 51
Margaretha Eltjes*1857 Middelstum †1858 Stedum 1


Christiena Alieda (Stientje Reinders) Medema [v-r]
Christiena Alieda (Stientje Reinders) Medema [v-r], geboren op zaterdag 30-10-1813 te Menkeweer, overleden op zondag 17-05-1896 te Kantens.

Christiena Alieda (Stientje Reinders) Medema [v-r].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar zoon Jan van 02-12-1876 te Kantens.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1838), Zonder (1850-1876, 1896), Winkelierster (1884).
Geboorte.
-->| 01-11-1813: 77: In het Jaar één duizend acht honderd en Dertien den Eersten November des morgens om Elf uur, is voor mij Jan Daniel Rijkens Maire & Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Bedum, Arrondissement appingadam, Departement van de Wester Eems, gecompareerd Reinder Pieters Medema oud agt en veertig Jaren van beroep Dagloner wonende te Menkeweer binnen deze gemeente welke aan ons een kind van het vrouwelijk geslagt heeft voorgesteld, den Dertigsten October dezes jaars des morgen om vier uur uit hem Declarant en Grietje Hindriks Wierda deszelfs Huisvrouw geboren, aan het welk hij verklaard heeft de voornamen van Cristiena Alieda te willen geven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Geert Klasens Bakker oud zeven en veertig Jaren, van beroep zaagMulder wonende te Menkeweer, en van Oezen Mennes Kuiper oud Een en vijftig Jaren, van beroep zaagMulder wonende te Menkeweer. Zoo is hiervan deze Acte geformeerd en door hun, benevens den Deposant en mij verteekend exempt Reinder Pieters Medema welke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 03-09-1838: N° 11: In het jaar een duizend achthonderd acht en dertig, den derden September, 's avonds te zeven uur, zijn voor mij Geuchien Bartelts Hopma, Burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand, binnen de gemeente Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, gecompareerd, Niklaas Roelfs van der Luit, oud vijf en twintig jaren, smidsknegt, wonende te Munnekezijl, geboren op den Hoorn, gemeente Eenrum, op den vijfentwintigsten Maart achttienhonderd en dertien blijkens geboorte acte, meerderjarige zoon van Roelf Klaassens van der Luit, van beroep dagloner, wonende op de Hoorn, gemeente Eenrum, hierbij present en verklarende tot de voltrekking dezes zijne toestemming te geven, en van wijlen deszelfs echtgenoote Martje Lubberts van der Maar, in leven dagloonster gewoond hebbende te Eenrum en aldaar overleden den eenentwintigsten November achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacte. En heeft den comparant aan de Nationale Militie voldaan volgens certificaat van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den twee en twintigsten Junij achttienhonderd acht en dertig, ter eene. En Christina Alieda Medema, oud vier en twintig jaren, dienstmeid wonende te Winsum, geboren te Menkeweer, gemeente Bedum den dertigsten October achttienhonderd en dertien, blijkens geboorte acte, meerderjarige dochter van wijlen Reinder Pieters Medema en Grietje Hendriks Wierda, in leven echtelieden, dagloners van beroep, gewoond hebbende te Onderdendam, en aldaar overleden, de vader den zevenden Junij achttienhonderd een en dertig en de moeder den twee en twintigsten Junij achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacten. Zijnde hare grootmoeder aan moeders zijde, wijlen Aaltje Harms, in leven dagloonster gewoond hebbende te Stedum, aldaar overleden op den zestienden November achttienhonderd zes en twintig, blijkens doodacte en heeft de comparante voorts onder eede verklaard niet te weten de plaats waar hare grootouders aan vaders en grootvader aan moeders zijde laatst gewoond hebben, noch die waar zij gestorven zijn. welke verklaringen door nagenoemde getuigen zijn bevestigd geworden, door mede onder eede uit te zweren dat schoon zij de aanstaande echtgenoten kenden, aan hun de plaats waar hare grootouders aan vader en grootvader van moederzijde laatst gewoond hebben als mede die waar zij gestorven zijn onbekend is, ter andere zijde. Welke van mij verzogt hebben te procederen tot voltrekking van het huwelik tusschen hunlieden voorgenomen en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den hoofdingang van het huis der gemeente alhier te weten de eerste op zondag den vijfden Augustus achttienhonderd acht en dertig, en de tweede op zondag den twaalfden Augustus daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uur, alsmede in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, provincie Vriesland op dezelfde dagen, telkens voordemiddags te elf uur, zonder dat alhier, noch in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, eenige oppositie is ingekomen blijkens certificaat van de Grietman van de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland. Daar..Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Burgemeester, officier voornoemd bekent is gemaakt, zoo heb ik, ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk, en van het zesde hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld "over het huwelijk" gevraagd, zoo aan de toekomende echtgenoot als egade of zij zich wederkeerig willen aannemen als man en als vrouw, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Niklaas Roelfs van der Luit en Christina Alieda Medema, door het huwelijk vereenigd zijn. En hebben voorschreven gehuwden terstond daarop verklaart, dat van hen een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren in het register van geborenen dezer gemeente op den vijf en twintigsten mei achttienhonderd acht en dertig onder den naam van Mattje ingeschreven, hetwelk zij voor hunne dochter erkenden. Aldus gedaan en gepasseerd in tegenwoordigheid van Hindrik Alssema oud negen en twintig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Tiddo Johannes Huizenga, oud vijf en dertig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Jan Freerks de Vries oud acht en dertig jaren, dagloner van beroep, wonende te Winsum en van Julle Pieters Bosch, oud twee en vijftig jaren, zonder vast beroep, wonende te Winsum. Zijnde geene van allen aan een der comparanten geparenteerd. Tot het passeren dezes bevoegde getuigen, die dezen nevens de comparanten, echtgenooten en de vader van den comparant, na duidelijke voorlezinge, met mij hebben onderteekend, op dag, maand en jaar als boven.
Overlijden.
-->| 18-05-1896: No 16: In het jaar duziend achthonderd zes en negentig, den achttienden der maand Mei, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Kantens, arrondissement en provincie Groningen, verschenen Jakob Noordervries oud vierenzestig jaren, van beroep molenmaker wonende te Kantens, en Freerk Zandt, oud tweeendertig jaren, van beroep schoenmaker, wonende te Kantens welke ons hebben verklaard, dat op den zeventienden der maand Mei, des jaars duizend achthonderd zes en negentig, des namiddags te vijf uur, binnen deze gemeente, en wel te Kantens, is overleden Stientje Reinders Medema, oud tweeentachtig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Kantens, geboren te Onderdendam, gemeente Bedum, dochter van Reinder Pieters Medema en Grietje Hindriks Wierda, beiden overleden, weduwe van Nicolaas van der Luit. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, nevens ons is geteekend door de aangevers
.

trouwt op maandag 03-09-1838 te Winsum (Gr), (ontbonden door overlijden op zaterdag 30-03-1889 te Stitswerd)
met

Niklaas Roelfs van der Luit [v-r], zoon van Roelf Klaasens van der Luit [v-r] en Martje Lubberts van der Maar [v-r], geboren op donderdag 25-03-1813 te Eenrum, overleden op zaterdag 30-03-1889 te Stitswerd.

Niklaas Roelfs van der Luit [v-r].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn zoon Jan van 02-12-1876 te Kantens.
Beroep.
-->| Smidsknecht (1838-1842), Grofsmid (1844-1879), Winkelier (1884), Zonder (1889).
Geboorte.
-->| 26-03-1813: 15: In het jaar één duizend acht honderd en Dertien den Zes en Twintigsten Maart des namiddags om vier uur, is voor mij Adjunct Maire K.A. Kuipers Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Eenrum Arrondissement Appingedam, Departement van de Wester Eems, gecompareerd Roelf Klaassen van der Loit oud Zes en Twintig Jaren van beroep Dagloner wonende te Eenrum, welke mij een kind van het mannelijk geslacht heeft voorgesteld den Vijf en Twintigsten Maart des jaars achttien honderd en Dertien, des morgens ten drie ure uit hem declarant en Martje Lubberts van der Maar, deszelfs huisvrouw geboren, aan het welk hij verklaard heeft de voornaam van Niklaas te willen geven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Obel Jakobsen oud vijftig Jaren, van beroep Dagloner wonende te Eenrum, en van Klaas Reinders Zoef oud Negen en Twintig Jaren, van beroep Dagloner wonende te Eenrum. Zoo is hiervan deze Acte geformeerd en door hun, benevens den Deposant en mij verteekend.
Huwelijk.
-->| 03-09-1838: N° 11: In het jaar een duizend achthonderd acht en dertig, den derden September, 's avonds te zeven uur, zijn voor mij Geuchien Bartelts Hopma, Burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand, binnen de gemeente Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, gecompareerd, Niklaas Roelfs van der Luit, oud vijf en twintig jaren, smidsknegt, wonende te Munnekezijl, geboren op den Hoorn, gemeente Eenrum, op den vijfentwintigsten Maart achttienhonderd en dertien blijkens geboorte acte, meerderjarige zoon van Roelf Klaassens van der Luit, van beroep dagloner, wonende op de Hoorn, gemeente Eenrum, hierbij present en verklarende tot de voltrekking dezes zijne toestemming te geven, en van wijlen deszelfs echtgenoote Martje Lubberts van der Maar, in leven dagloonster gewoond hebbende te Eenrum en aldaar overleden den eenentwintigsten November achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacte. En heeft den comparant aan de Nationale Militie voldaan volgens certificaat van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den twee en twintigsten Junij achttienhonderd acht en dertig, ter eene. En Christina Alieda Medema, oud vier en twintig jaren, dienstmeid wonende te Winsum, geboren te Menkeweer, gemeente Bedum den dertigsten October achttienhonderd en dertien, blijkens geboorte acte, meerderjarige dochter van wijlen Reinder Pieters Medema en Grietje Hendriks Wierda, in leven echtelieden, dagloners van beroep, gewoond hebbende te Onderdendam, en aldaar overleden, de vader den zevenden Junij achttienhonderd een en dertig en de moeder den twee en twintigsten Junij achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacten. Zijnde hare grootmoeder aan moeders zijde, wijlen Aaltje Harms, in leven dagloonster gewoond hebbende te Stedum, aldaar overleden op den zestienden November achttienhonderd zes en twintig, blijkens doodacte en heeft de comparante voorts onder eede verklaard niet te weten de plaats waar hare grootouders aan vaders en grootvader aan moeders zijde laatst gewoond hebben, noch die waar zij gestorven zijn. welke verklaringen door nagenoemde getuigen zijn bevestigd geworden, door mede onder eede uit te zweren dat schoon zij de aanstaande echtgenoten kenden, aan hun de plaats waar hare grootouders aan vader en grootvader van moederzijde laatst gewoond hebben als mede die waar zij gestorven zijn onbekend is, ter andere zijde. Welke van mij verzogt hebben te procederen tot voltrekking van het huwelik tusschen hunlieden voorgenomen en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den hoofdingang van het huis der gemeente alhier te weten de eerste op zondag den vijfden Augustus achttienhonderd acht en dertig, en de tweede op zondag den twaalfden Augustus daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uur, alsmede in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, provincie Vriesland op dezelfde dagen, telkens voordemiddags te elf uur, zonder dat alhier, noch in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, eenige oppositie is ingekomen blijkens certificaat van de Grietman van de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland. Daar..Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Burgemeester, officier voornoemd bekent is gemaakt, zoo heb ik, ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk, en van het zesde hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld "over het huwelijk" gevraagd, zoo aan de toekomende echtgenoot als egade of zij zich wederkeerig willen aannemen als man en als vrouw, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Niklaas Roelfs van der Luit en Christina Alieda Medema, door het huwelijk vereenigd zijn. En hebben voorschreven gehuwden terstond daarop verklaart, dat van hen een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren in het register van geborenen dezer gemeente op den vijf en twintigsten mei achttienhonderd acht en dertig onder den naam van Mattje ingeschreven, hetwelk zij voor hunne dochter erkenden. Aldus gedaan en gepasseerd in tegenwoordigheid van Hindrik Alssema oud negen en twintig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Tiddo Johannes Huizenga, oud vijf en dertig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Jan Freerks de Vries oud acht en dertig jaren, dagloner van beroep, wonende te Winsum en van Julle Pieters Bosch, oud twee en vijftig jaren, zonder vast beroep, wonende te Winsum. Zijnde geene van allen aan een der comparanten geparenteerd. Tot het passeren dezes bevoegde getuigen, die dezen nevens de comparanten, echtgenooten en de vader van den comparant, na duidelijke voorlezinge, met mij hebben onderteekend, op dag, maand en jaar als boven.
Overlijden.
->| 30-03-1889: No 10: In het jaar duizend achthonderd negen en tachtig, den dertigsten der maand Maart, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Kantens, arrondissement en provincie Groningen, verschenen Kornelis van der Kooi, oud achtendertig jaren, van beroep herbergier, wonende te Stitswerd en Jan Slump, oud negenentwintig jaren, van beroep daglooner, wonende te Stitswerd, welke ons hebben verklaard, dan op den dertigsten der maand Maart, des jaars duizend achthonderd negen en tachtig, des voormiddags te een uur, binnen deze gemeente en wel te Stitswerd, is overleden Nicolaas van der Luit, oud zesenzeventig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Stitswerd, geboren te Eenrum, echtgenoot van Stijntje Reinders Medema, zoon van Roelf van der Luit en Martje Lubberts van der Maar, beide overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, nevens ons is geteekend door den eerstgenoemde aangever, verklarende de tweede de kunst van het schrijven niet te verstaan
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Martje*1838 Winsum (Gr) †1871 Stitswerd 33
Reinder Roelfs*1840 Warffum †1899 Heiligerlee 59
Grietje*1842 Kantens †1918 Stitswerd 76
Geesien Klaassen*1844 Stitswerd †1853 Stitswerd 9
Hendrik*1846 Stitswerd †1879 Stitswerd 33
Roelina*1848 Stitswerd †1936 Warffum 87
Jan*1850 Stitswerd †1927 Kantens 77
Niklaas*1851 Stitswerd †1925 Scheemda 73
Jakob*1854 Stitswerd †1872 Stitswerd 18
10 Christida Alida*1856 Stitswerd †1920 Warffum 63


Niklaas Roelfs van der Luit [v-r]
Niklaas Roelfs van der Luit [v-r], geboren op donderdag 25-03-1813 te Eenrum, overleden op zaterdag 30-03-1889 te Stitswerd.

Niklaas Roelfs van der Luit [v-r].
Naam.
-->| Zijn naam komt uit de huwelijksacte van zijn zoon Jan van 02-12-1876 te Kantens.
Beroep.
-->| Smidsknecht (1838-1842), Grofsmid (1844-1879), Winkelier (1884), Zonder (1889).
Geboorte.
-->| 26-03-1813: 15: In het jaar één duizend acht honderd en Dertien den Zes en Twintigsten Maart des namiddags om vier uur, is voor mij Adjunct Maire K.A. Kuipers Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Eenrum Arrondissement Appingedam, Departement van de Wester Eems, gecompareerd Roelf Klaassen van der Loit oud Zes en Twintig Jaren van beroep Dagloner wonende te Eenrum, welke mij een kind van het mannelijk geslacht heeft voorgesteld den Vijf en Twintigsten Maart des jaars achttien honderd en Dertien, des morgens ten drie ure uit hem declarant en Martje Lubberts van der Maar, deszelfs huisvrouw geboren, aan het welk hij verklaard heeft de voornaam van Niklaas te willen geven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Obel Jakobsen oud vijftig Jaren, van beroep Dagloner wonende te Eenrum, en van Klaas Reinders Zoef oud Negen en Twintig Jaren, van beroep Dagloner wonende te Eenrum. Zoo is hiervan deze Acte geformeerd en door hun, benevens den Deposant en mij verteekend.
Huwelijk.
-->| 03-09-1838: N° 11: In het jaar een duizend achthonderd acht en dertig, den derden September, 's avonds te zeven uur, zijn voor mij Geuchien Bartelts Hopma, Burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand, binnen de gemeente Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, gecompareerd, Niklaas Roelfs van der Luit, oud vijf en twintig jaren, smidsknegt, wonende te Munnekezijl, geboren op den Hoorn, gemeente Eenrum, op den vijfentwintigsten Maart achttienhonderd en dertien blijkens geboorte acte, meerderjarige zoon van Roelf Klaassens van der Luit, van beroep dagloner, wonende op de Hoorn, gemeente Eenrum, hierbij present en verklarende tot de voltrekking dezes zijne toestemming te geven, en van wijlen deszelfs echtgenoote Martje Lubberts van der Maar, in leven dagloonster gewoond hebbende te Eenrum en aldaar overleden den eenentwintigsten November achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacte. En heeft den comparant aan de Nationale Militie voldaan volgens certificaat van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den twee en twintigsten Junij achttienhonderd acht en dertig, ter eene. En Christina Alieda Medema, oud vier en twintig jaren, dienstmeid wonende te Winsum, geboren te Menkeweer, gemeente Bedum den dertigsten October achttienhonderd en dertien, blijkens geboorte acte, meerderjarige dochter van wijlen Reinder Pieters Medema en Grietje Hendriks Wierda, in leven echtelieden, dagloners van beroep, gewoond hebbende te Onderdendam, en aldaar overleden, de vader den zevenden Junij achttienhonderd een en dertig en de moeder den twee en twintigsten Junij achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacten. Zijnde hare grootmoeder aan moeders zijde, wijlen Aaltje Harms, in leven dagloonster gewoond hebbende te Stedum, aldaar overleden op den zestienden November achttienhonderd zes en twintig, blijkens doodacte en heeft de comparante voorts onder eede verklaard niet te weten de plaats waar hare grootouders aan vaders en grootvader aan moeders zijde laatst gewoond hebben, noch die waar zij gestorven zijn. welke verklaringen door nagenoemde getuigen zijn bevestigd geworden, door mede onder eede uit te zweren dat schoon zij de aanstaande echtgenoten kenden, aan hun de plaats waar hare grootouders aan vader en grootvader van moederzijde laatst gewoond hebben als mede die waar zij gestorven zijn onbekend is, ter andere zijde. Welke van mij verzogt hebben te procederen tot voltrekking van het huwelik tusschen hunlieden voorgenomen en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den hoofdingang van het huis der gemeente alhier te weten de eerste op zondag den vijfden Augustus achttienhonderd acht en dertig, en de tweede op zondag den twaalfden Augustus daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uur, alsmede in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, provincie Vriesland op dezelfde dagen, telkens voordemiddags te elf uur, zonder dat alhier, noch in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, eenige oppositie is ingekomen blijkens certificaat van de Grietman van de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland. Daar..Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Burgemeester, officier voornoemd bekent is gemaakt, zoo heb ik, ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk, en van het zesde hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld "over het huwelijk" gevraagd, zoo aan de toekomende echtgenoot als egade of zij zich wederkeerig willen aannemen als man en als vrouw, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Niklaas Roelfs van der Luit en Christina Alieda Medema, door het huwelijk vereenigd zijn. En hebben voorschreven gehuwden terstond daarop verklaart, dat van hen een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren in het register van geborenen dezer gemeente op den vijf en twintigsten mei achttienhonderd acht en dertig onder den naam van Mattje ingeschreven, hetwelk zij voor hunne dochter erkenden. Aldus gedaan en gepasseerd in tegenwoordigheid van Hindrik Alssema oud negen en twintig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Tiddo Johannes Huizenga, oud vijf en dertig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Jan Freerks de Vries oud acht en dertig jaren, dagloner van beroep, wonende te Winsum en van Julle Pieters Bosch, oud twee en vijftig jaren, zonder vast beroep, wonende te Winsum. Zijnde geene van allen aan een der comparanten geparenteerd. Tot het passeren dezes bevoegde getuigen, die dezen nevens de comparanten, echtgenooten en de vader van den comparant, na duidelijke voorlezinge, met mij hebben onderteekend, op dag, maand en jaar als boven.
Overlijden.
->| 30-03-1889: No 10: In het jaar duizend achthonderd negen en tachtig, den dertigsten der maand Maart, zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Kantens, arrondissement en provincie Groningen, verschenen Kornelis van der Kooi, oud achtendertig jaren, van beroep herbergier, wonende te Stitswerd en Jan Slump, oud negenentwintig jaren, van beroep daglooner, wonende te Stitswerd, welke ons hebben verklaard, dan op den dertigsten der maand Maart, des jaars duizend achthonderd negen en tachtig, des voormiddags te een uur, binnen deze gemeente en wel te Stitswerd, is overleden Nicolaas van der Luit, oud zesenzeventig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Stitswerd, geboren te Eenrum, echtgenoot van Stijntje Reinders Medema, zoon van Roelf van der Luit en Martje Lubberts van der Maar, beide overleden. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, nevens ons is geteekend door den eerstgenoemde aangever, verklarende de tweede de kunst van het schrijven niet te verstaan
.

trouwt op maandag 03-09-1838 te Winsum (Gr), (ontbonden door overlijden op zaterdag 30-03-1889 te Stitswerd)
met

Christiena Alieda (Stientje Reinders) Medema [v-r], dochter van Reinder Pieters Medema [v-r] en Grietje Hindriks Wierda [v-r], geboren op zaterdag 30-10-1813 te Menkeweer, overleden op zondag 17-05-1896 te Kantens.

Christiena Alieda (Stientje Reinders) Medema [v-r].
Naam.
-->| Haar naam komt uit de huwelijksacte van haar zoon Jan van 02-12-1876 te Kantens.
Beroep.
-->| Dienstmeid (1838), Zonder (1850-1876, 1896), Winkelierster (1884).
Geboorte.
-->| 01-11-1813: 77: In het Jaar één duizend acht honderd en Dertien den Eersten November des morgens om Elf uur, is voor mij Jan Daniel Rijkens Maire & Officier van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Bedum, Arrondissement appingadam, Departement van de Wester Eems, gecompareerd Reinder Pieters Medema oud agt en veertig Jaren van beroep Dagloner wonende te Menkeweer binnen deze gemeente welke aan ons een kind van het vrouwelijk geslagt heeft voorgesteld, den Dertigsten October dezes jaars des morgen om vier uur uit hem Declarant en Grietje Hindriks Wierda deszelfs Huisvrouw geboren, aan het welk hij verklaard heeft de voornamen van Cristiena Alieda te willen geven. Welke verklaring geschied zijnde in tegenwoordigheid van Geert Klasens Bakker oud zeven en veertig Jaren, van beroep zaagMulder wonende te Menkeweer, en van Oezen Mennes Kuiper oud Een en vijftig Jaren, van beroep zaagMulder wonende te Menkeweer. Zoo is hiervan deze Acte geformeerd en door hun, benevens den Deposant en mij verteekend exempt Reinder Pieters Medema welke verklaarde niet te kunnen schrijven.
Huwelijk.
-->| 03-09-1838: N° 11: In het jaar een duizend achthonderd acht en dertig, den derden September, 's avonds te zeven uur, zijn voor mij Geuchien Bartelts Hopma, Burgemeester en officier van den Burgerlijken Stand, binnen de gemeente Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, gecompareerd, Niklaas Roelfs van der Luit, oud vijf en twintig jaren, smidsknegt, wonende te Munnekezijl, geboren op den Hoorn, gemeente Eenrum, op den vijfentwintigsten Maart achttienhonderd en dertien blijkens geboorte acte, meerderjarige zoon van Roelf Klaassens van der Luit, van beroep dagloner, wonende op de Hoorn, gemeente Eenrum, hierbij present en verklarende tot de voltrekking dezes zijne toestemming te geven, en van wijlen deszelfs echtgenoote Martje Lubberts van der Maar, in leven dagloonster gewoond hebbende te Eenrum en aldaar overleden den eenentwintigsten November achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacte. En heeft den comparant aan de Nationale Militie voldaan volgens certificaat van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den twee en twintigsten Junij achttienhonderd acht en dertig, ter eene. En Christina Alieda Medema, oud vier en twintig jaren, dienstmeid wonende te Winsum, geboren te Menkeweer, gemeente Bedum den dertigsten October achttienhonderd en dertien, blijkens geboorte acte, meerderjarige dochter van wijlen Reinder Pieters Medema en Grietje Hendriks Wierda, in leven echtelieden, dagloners van beroep, gewoond hebbende te Onderdendam, en aldaar overleden, de vader den zevenden Junij achttienhonderd een en dertig en de moeder den twee en twintigsten Junij achttienhonderd zeven en dertig, blijkens overlijdensacten. Zijnde hare grootmoeder aan moeders zijde, wijlen Aaltje Harms, in leven dagloonster gewoond hebbende te Stedum, aldaar overleden op den zestienden November achttienhonderd zes en twintig, blijkens doodacte en heeft de comparante voorts onder eede verklaard niet te weten de plaats waar hare grootouders aan vaders en grootvader aan moeders zijde laatst gewoond hebben, noch die waar zij gestorven zijn. welke verklaringen door nagenoemde getuigen zijn bevestigd geworden, door mede onder eede uit te zweren dat schoon zij de aanstaande echtgenoten kenden, aan hun de plaats waar hare grootouders aan vader en grootvader van moederzijde laatst gewoond hebben als mede die waar zij gestorven zijn onbekend is, ter andere zijde. Welke van mij verzogt hebben te procederen tot voltrekking van het huwelik tusschen hunlieden voorgenomen en waarvan de publicatien zijn gedaan voor den hoofdingang van het huis der gemeente alhier te weten de eerste op zondag den vijfden Augustus achttienhonderd acht en dertig, en de tweede op zondag den twaalfden Augustus daaraanvolgende, telkens des middags te twaalf uur, alsmede in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, provincie Vriesland op dezelfde dagen, telkens voordemiddags te elf uur, zonder dat alhier, noch in de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland, eenige oppositie is ingekomen blijkens certificaat van de Grietman van de Grietenij Kollumerland en Nieuwkruisland. Daar..Daar nu geene oppositie tegen gedacht huwelijk aan mij Burgemeester, officier voornoemd bekent is gemaakt, zoo heb ik, ter voldoening aan hun verzoek, na voorlezinge van alle stukken tot dezen betrekkelijk, en van het zesde hoofddeel van den titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld "over het huwelijk" gevraagd, zoo aan de toekomende echtgenoot als egade of zij zich wederkeerig willen aannemen als man en als vrouw, waarop nadat elk hunner afzonderlijk een bevestigend antwoord gegeven heeft, door mij verklaard is, gelijk geschied bij dezen, uit naam van de wet, dat de comparanten Niklaas Roelfs van der Luit en Christina Alieda Medema, door het huwelijk vereenigd zijn. En hebben voorschreven gehuwden terstond daarop verklaart, dat van hen een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren in het register van geborenen dezer gemeente op den vijf en twintigsten mei achttienhonderd acht en dertig onder den naam van Mattje ingeschreven, hetwelk zij voor hunne dochter erkenden. Aldus gedaan en gepasseerd in tegenwoordigheid van Hindrik Alssema oud negen en twintig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Tiddo Johannes Huizenga, oud vijf en dertig jaren, verwer van beroep, wonende te Winsum, van Jan Freerks de Vries oud acht en dertig jaren, dagloner van beroep, wonende te Winsum en van Julle Pieters Bosch, oud twee en vijftig jaren, zonder vast beroep, wonende te Winsum. Zijnde geene van allen aan een der comparanten geparenteerd. Tot het passeren dezes bevoegde getuigen, die dezen nevens de comparanten, echtgenooten en de vader van den comparant, na duidelijke voorlezinge, met mij hebben onderteekend, op dag, maand en jaar als boven.
Overlijden.
-->| 18-05-1896: No 16: In het jaar duziend achthonderd zes en negentig, den achttienden der maand Mei, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Kantens, arrondissement en provincie Groningen, verschenen Jakob Noordervries oud vierenzestig jaren, van beroep molenmaker wonende te Kantens, en Freerk Zandt, oud tweeendertig jaren, van beroep schoenmaker, wonende te Kantens welke ons hebben verklaard, dat op den zeventienden der maand Mei, des jaars duizend achthonderd zes en negentig, des namiddags te vijf uur, binnen deze gemeente, en wel te Kantens, is overleden Stientje Reinders Medema, oud tweeentachtig jaren, van beroep zonder, laatst gewoond hebbende te Kantens, geboren te Onderdendam, gemeente Bedum, dochter van Reinder Pieters Medema en Grietje Hindriks Wierda, beiden overleden, weduwe van Nicolaas van der Luit. Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die, na voorlezing, nevens ons is geteekend door de aangevers
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeborenplaatsoverledenplaatsoudrelatiekinderen
Martje*1838 Winsum (Gr) †1871 Stitswerd 33
Reinder Roelfs*1840 Warffum †1899 Heiligerlee 59
Grietje*1842 Kantens †1918 Stitswerd 76
Geesien Klaassen*1844 Stitswerd †1853 Stitswerd 9
Hendrik*1846 Stitswerd †1879 Stitswerd 33
Roelina*1848 Stitswerd †1936 Warffum 87
Jan*1850 Stitswerd †1927 Kantens 77
Niklaas*1851 Stitswerd †1925 Scheemda 73
Jakob*1854 Stitswerd †1872 Stitswerd 18
10 Christida Alida*1856 Stitswerd †1920 Warffum 63